Het PPMO houdt de gemoederen van brandwerend Nederland flink bezig. Niet in de laatste plaats omdat er in het veld en onder deskundigen nogal wat rumoer is over validiteit van de test. Op de werkvloer ook wel aangeduid als het ‘medisch’ onderzoek zonder medicus. Tot 1 januari 2011 hadden we namelijk een uniforme test met een beproefd voorspellend vermogen of het hart goed functioneert tijdens maximale inspanning. Nu stellen we achteraf vast dat de keurling het overleefd heeft, aldus een bedrijfsarts.


Jonge mannen i.p.v. brandweervrouwen?

Als we enkel kijken naar de allerbesten, houden we alleen jonge mannen over” zei Esther Lieben (commandant brandweer Haaglanden) twee jaar geleden. De jongste cijfers van het CBS laten zien dat we met de dalende trend in het aantal brandweervrouwen inmiddels aardig op weg zijn. Omdat in de landelijke gebieden (jonge) mannen, noch (jonge) vrouwen in rijen voor de lokale brandweerkazerne staan te popelen voor een functie bij de Vrijwillige brandweer, wordt het alsmaar lastiger om snelle en betaalbare brandweerzorg te kunnen blijven waarborgen.

Maatregelen om deze ontwikkeling een halt toe te roepen staan kennelijk nog in de sterren. Het herstel zal in ieder geval ook afhankelijk zijn van welke ’targets’ de brandweer in Nederland gaat stellen bij de totstandkoming en uitvoering van het diversiteitsbeleid zoals de overheid dat graag wil. Ook de brandweer dient immers een afspiegeling van de maatschappij te zijn.

“Diversiteit is niet alleen sociaal wenselijk, maar noodzakelijk voor de bedrijfsvoering; voor de kwaliteit van het werk, de beschikbaarheid van brandwachten, de maatschappelijke relevantie én de geloofwaardigheid van de brandweer.”  aldus Elie van Strien (voormalig commandant brandweer Rotterdam-Rijnmond en brandweer Amsterdam-Amstelland).

Geloofwaardigheid
Voor wat betreft de geloofwaardigheid van de brandweer, maken we ons ernstige zorgen over de betrouwbaarheid van de verwijzing naar cijfers en evaluaties in het bericht van Brandweer Nederland. Werknemers en werkgevers hebben in 2010 afgesproken het PPMO en de AK in 2014 te evalueren. Input voor deze evaluatie zijn de eisen vanuit het LOGA:

  • zijn de keuringen geschikt voor de diverse groepen medewerkers,
  • moeten de keuringen worden aangepast aan nieuwe ontwikkelingen in het brandweerveld
  • hoe staat het met de praktische uitvoerbaarheid en de normering van de keuringen

Deze informatiebehoefte heeft pas in 2014 geleid tot het vaststellen van een ‘Basisdataset PPMO’ waar de regio’s in ieder geval over dienen te beschikken.

Recent heeft Brandweer Nederland het IFV gevraagd een evaluatie uit te voeren op basis van de gegevens die sinds de invoering van het PPMO zijn verzameld.  Het IFV constateert in haar conceptrapport van 22 maart 2017 het volgende: Het ontbreken van eenduidig verzamelde en geregistreerde data, de onvolledigheid van databestanden en de geconstateerde verschillen in testomstandigheden en protocolvastheid maken de resultaten van een statistische analyse op voorhand onbetrouwbaar. Hierdoor is ook de waarde van die resultaten uitermate twijfelachtig.

Wij concluderen uit de analyse van het IFV dat de regio’s geen/onvoldoende invulling hebben gegeven aan de landelijke afspraken in het LOGA. Vrij vertaald; we zullen geen betrouwbare antwoorden krijgen op essentiële vragen. Het is maar dat u dat weet.

Vandaar dat we ondersteuning hebben geboden bij het verzoek dat een vrouwelijk VBV lid heeft ingediend bij het College voor de rechten van de mens. Dit om antwoord te krijgen op de vraag die in de evaluatie van het PPMO had moeten worden beantwoord.

Voor de geïnteresseerden die willen weten wat we hebben ingebracht voor de zitting bij het College voor de rechten van de mens, is de pleitnota hier te lezen en te downloaden.