Dat was de meest bijzondere vraag die mij deze week werd gesteld in een week waarin de VBV vaak om haar mening werd gevraagd. De vraagsteller was een burgemeester uit de Veiligheidsregio Noord & Oost Gelderland.

Blijkbaar zijn brieven van de VBV waarin wij hebben gereageerd op zaken die volgens ons niet door de beugel kunnen en anders moeten blijven hangen. Zo word je als belangenbehartiger als je niet uitkijkt de tegenpartij.

Daarom wil ik u vertellen over dat wat in de afgelopen week aan de orde is geweest en waar de VBV voor is.

De week begon met een gesprek met een directeur van een veiligheidsregio waar ruim zevenhonderd brandweervrijwilligers lid zijn van onze vereniging. Op een totaal bestand van veertienhonderd vrijwillige brandweermensen is dat dus ruim de helft. Later die week heb ik de burgemeesters van die Regio mogen vertellen  wat ons drijft.

Wij behartigen de belangen van mensen die bereid zijn om ’s nachts hun bed uit te vliegen om anderen te helpen terwijl zij de volgende ochtend gewoon weer aan het werk moeten om de kost te verdienen. Brandweer Vrijwilligers doen dat omdat zij betrokken zijn bij “hun” dorp of stad. Ook omdat zij maatjes hebben bij “hun” brandweer die zij niet alleen voor de klus willen laten opdraaien. Die betrokkenheid zorgt ervoor dat zij telkens weer bereid zijn om bij nacht en ontij de straat op te gaan.

Die Vrijwilligers voelen zich over het algemeen minder thuis in een veiligheidsregio. “De Regio” zien zij vaak als iets anders dan de brandweer. Zij zijn van Winterswijk of van Dinxperlo of van Dreischor, Cothen, Mijdrecht, Aalsmeer, Driemond, Enkhuizen, Eijsden enz. enz.

Die Vrijwilligers vragen om ruimte binnen het grote verband van de veiligheidsregio. Ruimte om dingen zoveel mogelijk op de eigen manier te blijven doen. Ruimte om behalve brandjes te blussen ook actief te kunnen zijn als brandweer bij de autocross of het opspuiten van de ijsbaan van de plaatselijke vereniging. Zij willen trots zijn op de brandweer, zorgen dat de spullen goed werken en onderhouden zijn. Sommige Brandweer Posten willen daar zelf voor zorgen anderen willen dit liever niet. Er is dus geen sprake van een eenheidsworst en vooral behoefte aan maatwerk.

De VBV is dus voor dat maatwerk en daar pleiten wij voor. Je kunt dat natuurlijk omdraaien en zeggen dat de VBV tegen een “Top Down” benadering is door Veiligheidsregio’s maar dat hoeven wij zelf niet te doen, dat doen anderen wel, zeggen dat wij ´tegen´ zijn.

In een gesprek met een brandweerbaas van Nederland kreeg ik de reactie dat hij ons standpunt over Uitruk Op Maat had nagelezen en zag dat wij eigenlijk niet tegen variabele voertuigbezetting zijn. Blijkbaar verbaasde hem dat.

Nee, wij zijn juist voor een goede bezetting van een brandweer eenheid. Wij denken dat het maatgevend incident een woningbrand is waarbij mensen in gevaar zijn. Om dat incident goed te kunnen bestrijden heb je na acht tot tien minuten ongeveer vijftien brandweermensen bij dat incident nodig.

Voor de kenners, dat zijn dus twee tankautospuiten, een redvoertuig en een officier van dienst. Dat hebben wij trouwens niet zelf bedacht hoor. De Amerikaanse NFPA, de Duitse vereniging van brandweer commandanten en ook ons oude Nederlandse handboek over repressief optreden komen tot die conclusie. Zo moet de brandweer in ons land volgens de VBV georganiseerd zijn.

Als je vanwege operationele noodzaak moet afwijken van de standaard zes persoons voertuigbezetting dan kun je dat volgens ons het beste doen met twee keer vier man in een TS. De eerste TS levert dan de bevelvoerder en de pompbediener, de tweede TS sluit zich aan bij de eerste bevelvoerder en zij leveren dan twee groepjes van twee manschappen onder bevel van de eerste TS. Zo ontstaat dus een groep van acht mensen als 1 eenheid. Ook dit heeft de VBV niet zelf bedacht wij kopiëren dit plan zo vanuit Amerika waar dit de norm is.

Als we dat in Nederland gaan doen dan moeten we ons daar op voorbereiden met aparte les en leerstof. We moeten dan zo gaan oefenen om goed voorbereid te zijn als we bij een spannende klus aan komen.

Wij zijn tegen een brandweer die met twee man in een bestelbus springen, naar een brand racen en daar een binnenaanval doen zonder enige vorm van “back up”. Dat vinden wij gevaarlijk en het zal uiteindelijk leiden tot slachtoffers. Ook bij de brandweer en dat vinden wij onacceptabel. Het is natuurlijk veel makkelijker om te zeggen dat de VBV dus tegen Uitruk Op Maat  is en dat gebeurt dan ook vaak.

Deze week hebben wij leden van de Tweede Kamer verteld hoe wij denken dat moet worden gereageerd op agressie tegen hulpverleners. Daar zijn wij inderdaad tegen!

Waar het volgens ons om gaat is dat we met elkaar proberen dit fenomeen tegen te gaan. De VBV vindt dat de politiek hier een grote rol bij kan en moet spelen. Als we er met elkaar een prioriteit van maken dan kan het probleem veel kleiner worden dan het nu is. Maar dan moeten we niet wachten tot 31 december. Dan moet in de maanden daarvoor mensen worden aangesproken. Mensen die elk jaar opnieuw betrokken zijn bij het zogenaamd leuke jaarwisseling spektakel.

Groepen mensen aanspreken op het gedrag. Aansprakelijkheid voor de schade aankondigen. Dus door buurtwerk, ambtelijke ondersteuning en politie handhaving zorgen voor een veiliger Oud en Nieuw voor hulpverleners.

Daar zijn wij voor en daar zullen wij voor blijven pleiten.

De VBV de belangenbehartiger voor alle Brandweer Vrijwilligers in ons land, dat zijn wij.

 

Marcel Dokter.