Rekenfoutjes?

Immers in 2006 werden de jaarlijkse kosten voor één brandwacht in de ‘Leidraad Repressieve Basisbrandweerzorg’ (pagina 68) al berekend op € 55.489,- en voor een bevelvoerder op € 63.319,-. Voor Gooi en Vechtstreek zou de inzet van 4 SIV eenheden met elk 2 personen daarmee al een kostenpost van rond € 2 miljoen betekenen (rekenend met een roosterfactor van 4,5 (aantal beroeps per stoel dat nodig is om 24 uur per dag gekazerneerd te kunnen zijn en een stoel volcontinue te kunnen bezetten).

Het handboek ‘VARTAS 2.0′ geeft inzicht in de wijze waarop het inzetsysteem van de BGV is georganiseerd. Hieruit blijkt dat de bezetting voor de 4 ‘TS2’ voertuigen bestaat uit manschappen in 24-uurs dienst, dagdienstmedewerkers en ‘vrijwilligers’ en deze middels een rooster worden ingedeeld. In de praktijk blijkt dat er onder de Gooise vrijwilligers weinig animo is voor een rol in het nieuwe systeem en dat het daardoor uiterst lastig is om de 4 bestelbusjes te bemensen. Met het openstellen van vacatures voor een beroepsmatige invulling lijken nu de gaten in het systeem te worden opgevuld.  Naar onze mening een erg dure grap waarover we het Algemeen Bestuur van deze regio inmiddels schriftelijk in kennis hebben gesteld.

Saillant detail is dat de ‘vrijwilligers’ op deze voertuigen minder beloond worden als hun beroepscollega’s voor dezelfde diensten. De VBV is van mening dat het hier ook niet gaat over vrijwilligers maar over parttimers die structureel én planmatig worden gekazerneerd en derhalve ook als zodanig beloond dienen te worden, o.a. met opbouw van pensioen, vakantiegeld, toelage onregelmatige dienst en doorbetaling van loon bij ziekte. E.e.a. conform de Algemene wet gelijke behandeling.

Een ander, relevant en ook zeer slordig ‘rekenfoutje’ manifesteerde zich in een door een hoogleraar, sommige bestuurders en sommige brandweercommandanten breed verkondigde opvatting dat je bij een brand binnen een paar minuten dood bent en dat de brandweer bijna nooit mensen redt. De VBV heeft deze opvattingen telkens gepareerd met vakinhoudelijke argumenten. Onze indrukwekkende lijst met reddingen door de brandweer zien wij als hét ultieme bewijs voor de apekool van voornoemde ‘deskundigen’ en de beste promotie voor een adequate slagkracht van de brandweer. Bovendien hebben de brandproeven in Zutphen eveneens ons gelijk aangetoond. Dat achter een gesloten deur nog tenminste 10 minuten sprake is van een overleefbare situatie hadden wij immers al ruim voor de proeven gepubliceerd in ons nieuwsartikel “Nieuwe inzichten woningbranden, nuttig of lastig” van 21 april 2014. Bij dergelijke branden is de inzet van een bestelbus met 2 personen niet alleen zeer onverstandig maar het schept ook grote en extra risico’s voor burgers en brandweerpersoneel.

Kwaliteitsverbetering?

De opkomsttijd blijft zonder enige twijfel een heel belangrijk kwaliteitskenmerk maar om als brandweer ook adequaat en effectief te kunnen ingrijpen is daarnaast dus ook slagkracht van belang. De vereiste minimale slagkracht bij incidenten hebben wij eerder onderzocht, en is te vinden in ons rapport bestrijdbaarheid wettelijke branden. De slagkracht van een bestelbusje met 2 personen voldoet niet aan de normen voor adequate brandweerzorg bij incidenten die kunnen escaleren of waar mensen in gevaar zijn. Zelfs niet als ”keurig” aan de opkomsttijden wordt voldaan.

Welke ‘significante’ operationele voordelen het nieuwe inzetsysteem van de Brandweer Gooi en Vechtstreek bij spoedeisende meldingen tot dusver hebben opgeleverd hebben wij nergens kunnen achterhalen, zelfs geen objectieve vergelijking tussen de opkomsttijden van de SIV en de tankautospuit in relatie tot de aard en omvang van de melding. Het maakt immers nogal verschil of je met z’n tweeën aankomt bij een liftopsluiting of bij een brand in een woning of portiekflat met slachtoffers.

De uitlatingen van de woordvoerder van de BGV in het krantenartikel van 29 januari jl. dat een brand nu sneller kan worden bestreden zodat deze zich minder snel zal uitbreiden waardoor er minder schade zal ontstaan, beschouwen wij – vanwege het ontbreken van een toetsbare onderbouwing – als volksverlakkerij. De foto bij dit artikel spreekt boekdelen.

Ook in deze regio is uitgebreid gediscussieerd over de inzet van een SIV om opkomsttijden te verbeteren. In verschillende gemeenteraden werd het nut van een SIV uitvoerig besproken. Opvallend daarbij was het hoge niveau van de vakinhoudelijke kennis waarover de gemeenteraden in o.a. Weert, Gennep en Maasgouw beschikken en de wijze waarop dat in de beraadslaging over het Dekkingsplan werd gebruikt.

Overigens waren daar in 2012 al 14 SIV besteld als vervanging van kazernes, tankautospuiten en personeel.  De minister torpedeerde de plannen maar de ‘bestelling’ werd niet geannuleerd. De burgemeesters in het Algemeen Bestuur van Limburg-Noord blijven voorstander van de inzet van SIV. Dit in tegenstelling tot de mening van verschillende gemeenteraden. Het ‘placebo-effect’ blijkt dus ook hier voorlopig nog goed te werken. Misschien moeten gemeenteraden ook daar de bestuurders nog eens kritisch bevragen over de kosten en baten van dit  “medicijn”, en nog eens vragen naar de bijsluiter met “bijwerkingen”.

De VBV blijft ondertussen werken aan draagvlak voor een juiste en veilige toepassing van alternatieve voertuigbezettingen. De inzet van een SIV met 2 personen bij maatgevende incidenten hoort daar echter niet bij.

Wordt vervolgd.