sth

Binnen de regionale brandweerkorpsen in Nederland bestaan vele specialismen. Denk daarbij aan duiken, ontsmetting, hoogteredding etc. Voor een aantal specialismen gaat de brandweer gebruikmaken van landelijke steunpunten. Het eerste specialisme dat op die manier wordt vormgegeven is het Specialisme Technische Hulpverlening. Eigenlijk is het een antwoord op de risico’s die zich zelden voordoen, maar als ze zich voordoen dan is de impact bijzonder groot. Deze specialismen zijn georganiseerdop landelijk niveau, zodat er efficiënt en doelmatig kan worden opgetreden.

De teams die kunnen worden ingezet bestaan uit een teamleider (OvD en aanspreekpunt voor het CoPI), plv teamleider, reddingswerkers en logistiek ondersteuners. De STH-teams worden vooralsnog ingezet op twee scenario’s: instorting gebouwen/ constructies met mogelijke slachtoffers en op treinincidenten met mogelijke slachtoffers die met de basisinzet niet te redden of te lokaliseren zijn.

Technische hulpverlening wordt ingezet bij het lokaliseren van slachtoffers, het stabiliseren van de directe werkomgeving van de hulpverleners en het verschaffen van toegang tot slachtoffers. Hierbij gaat het om scenario’s als ingestorte gebouwen, duiken en ontsmetting.

Er zijn op dit moment 142 brandweermedewerkers, beroeps en vrijwilligers, uit het hele land opgeleid. We praten over brandweercollega’s die aanvullend zijn geschoold en geoefend blijven als het gaat om de inzet bij specialistische technische hulpverleningen, zoals bijvoorbeeld grootschalige instortingen. Ze treden ook op buiten de eigen regio en werken onder de lokale commandostructuur  van de brandweer ter plaatse. Dit zijn overigens niet de enige collega’s die vanwege hun specialisme binnen en buiten hun eigen regio ingezet worden. Binnen de brandweer wordt gewerkt met een veelheid van specialismen zoals duiken, hoogteredding en incidentbestrijding gevaarlijke stoffen. Brandweercollega’s zijn daartoe extra opgeleid.

De vijf veiligheidsregio’s die het specialisme hebben ontwikkeld zijn: Hollands Midden, Fryslân, IJsselland, Gelderland-Zuid en Midden- en West-Brabant. De keuze is op deze regio’s gevallen omdat – op basis van dekkingsberekeningen door de programmaraad Incidentbestrijding – gebleken is dat deze regio’s binnen een uur de omliggende regio’s deze specialistische technische hulp kunnen bieden als dat nodig is.

Meer informatie over de teams is hier te vinden.