wie-toetst-straks-de-(brand)veiligheid-van-gebouwen[1]Onvolledig,  onvoldoende robuust én gevaarlijk voor burgers in nood en brandweerlieden. Deze conclusie trekt de VBV na de beoordeling van het onlangs gepubliceerde onderzoeksrapport “Variabele voertuigbezetting en de eerste vijf minuten” van de veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek. Gezaghebbende deskundigen onderschrijven de conclusies.

Vele veiligheidsregio’s zijn bezig na te denken over flexibilisering van voertuigbezettingen. Een en ander aangedreven door noodzakelijke vernieuwingen van het vak en aangejaagd door de bezuinigingen.  Zo ook in de veiligheidsregio Gooi- en Vechtstreek. Onlangs kwam daar een rapport uit over de flexibilisering van voertuigbezettingen en de kwalitatieve en kwantitatieve effecten in de eerste 5 minuten voor de burgers en repressief optredend brandweerpersoneel.

De auteurs zijn van mening dat het onderzoek voldoende – wetenschappelijke – aanknopingspunten biedt om verder te gaan met aanpassingen van de voertuigbezettingen in deze (en andere) veiligheidsregio(’s). Vele brandweerlieden in Gooi en Vechtstreek delen deze mening niet, zo bleek uit de recente petitie. Dat de auteurs de TS6 ook nog eens bestempelen als ‘speeltje’ van beroepskrachten en vrijwilligers, zal niet bepaald bijdragen aan het vergroten van draagvlak.  

Methode
De gekozen methode is dat de voertuigbezettingen niet variabel zijn (organisatie bepaald) en het object als variabele wordt beschouwd. Logischerwijze volgt hieruit dat ook de effectiviteit en de efficiency van repressief optreden en de veiligheid voor brandweerpersoneel in dit object kan variëren.

Balans Preventie/Repressie
Er wordt in het gehele rapport geen enkele paragraaf gewijd aan preventie, cq. risicobeheersing. Het voorkomen van brand en het beperken ervan. Vele preventieve maatregelen zijn ook genomen om het repressief optreden van de brandweer effectief te maken in combinatie met de vluchtmogelijkheden van burgers. De wetgeving die preventie regelt, is afgestemd op het veilig en effectief repressief optreden van de brandweer binnen bepaalde tijden. Dat is het systeem waarin de balans wordt gevonden tussen enerzijds kosten van preventie en anderzijds de kosten van repressie.

Arbo
De veiligheid van brandweerpersoneel wordt in het rapport veelal beschouwd in subjectieve en emotionele zin. Nauwelijks wordt gerept over de geldende Arbowet, de verplichte Risico-Inventarisatie en Evaluatie (RI&E), de branche Arbocatalogus  die recent is goedgekeurd en het Arbodossier.
De experimenten en het daadwerkelijk repressief optreden gaan bij een TS2 uit van solistisch handelen in de meest gevaarlijke omstandigheden bij redding. Geen back-up, geen mogelijkheid van aanpak van twee kanten en geen redding als het mis gaat.
Opvallend is dat het principe van het uit je eigen comfortzone stappen (een term voor veiligheid in organisaties ten aanzien van cultuur) is geïntroduceerd. Intuïtief en impulsief optreden krijgen daarmee een stevige plaats in het rapport en worden in een youtube filmje stoutmoedig gepresenteerd, terwijl de eigen veiligheid bij de brandweer juist als kernwaarde wordt beschouwd.

Weging
Het rapport doet een poging om verder te komen met een heikel onderwerp als variabele voertuigbezetting. Het geeft een aantal aanknopingspunten om mee verder te gaan voor verdiepend vervolgonderzoek zoals de veronderstelde massatraagheid van een TS6 en het alleen opereren van een TS2.

Het rapport gaat echter niet in op de complexiteit en grootte van objecten en de toegenomen uitgestrektheid ervan. De huidige gebouwen zijn niet meer vergelijkbaar met de standaard gebouwen van 10-tallen jaren geleden. Er is geen onderzoek gedaan naar welke effecten dat heeft op loopafstanden van brandweerlieden om te redden en de brandhaard te bereiken, steeds verder verwijderde opstelplaatsen en de mate van complexiteit en uitgestrektheid in relatie tot verdwalen en effectiviteit.

De gekozen methode is die van aanbodsturing: de organisatie bepaalt de voertuigbezetting en niet het risico. Dat is anders dan gebruikelijk en past niet in de wettelijk geborgde afstemming tussen preventie en repressie en omgekeerd en de veiligheidskundige principes. Het zet het huidige systeem op zijn kop zonder dezelfde mate van redding en blussing aan burgers te bieden zoals die nu wettelijk wordt geboden. Het regelmatig gebruikte argument dat er onvoldoende vrijwilligers beschikbaar zijn beschouwen wij als een belangrijk aandachtspunt. Het mag echter absoluut geen reden zijn om te tornen aan het veiligheidsniveau en de kwaliteit van de huidige brandweerzorg door de inzet van een TS2.

Het ontbreken van een risicoafweging voor repressief optredend brandweerpersoneel is waarlijk onbegrijpelijk en wordt feitelijk afgedaan met de emotiebenadering. De technische benadering die ligt opgesloten in de Arbowetgeving en bijbehorende instrumenten zoals de Arbocatalogus en Arbodossier en de Object Risico Analyse (ORA) zijn volledig buiten beschouwing gelaten. Dit is een ernstige omissie. Op het verzoek om toezending van een kopie van de actuele en goedgekeurde RI&E en het plan van aanpak heeft de VBV geen reactie mogen ontvangen. Wij nemen derhalve aan dat deze er niet is.

Gevolgen? Een actueel voorbeeld:
De aloude gedachte dat een omgeving zich maar aan moet passen aan de organisatie is achterhaald. Het ontbreken van de moderne systeembenadering dat organisaties van buiten naar binnen ingericht dienen te worden, zal aanleiding blijven van toekomstige mislukkingen en ongevallen. Een actueel voorbeeld treffen we in de Ambulancesector. Met de ‘Tijdelijke Wet Ambulancezorg’ wordt de definitie van een ambulance opgerekt. Dit geeft ruimte voor de invoering van allerlei prestigeprojecten. Ambulancediensten mogen nu ook een medewerker alleen op pad sturen, ook wordt personeel per motor of zelfs per fiets naar een ongeval gestuurd. Dit zorgt voor problemen zoals oplopende aanrijtijden en een hogere werkdruk. Met als resultaat: de kwaliteit van de hulpverlening gaat achteruit.

Deskundigenanalyse
Gezaghebbende deskundigen op het gebied van brandpreventie en veiligheid delen onze opvattingen. Marcel Lasker, brandweerofficier, Fire Engineer, en Fellow of the Institution of Fire Engineers. (IFE) onderschrijft onze zienswijze in zijn reactie (Lees die hier). Ook de Vakgroep Ongevallen bij Brandweer Optreden (OBO) van de Nederlandse Vereniging voor Veiligheidskunde (NVVK) komt tot dezelfde conclusie (Lees hier hun commentaar).

Conclusie
Het rapport biedt weliswaar een poging tot verdiepend onderzoek naar flexibilisering van voertuigbezettingen maar moet helaas worden afgewezen als onvolledig, gevaarlijk voor burgers in nood en repressief optredend brandweerpersoneel. Het concept van TS2, aangevuld met TS4, is onvoldoende robuust voor de ingewikkelde en uitgestrekte omgevingen waarin de brandweer (met de andere hulpdiensten) moet functioneren.

Onafhankelijkheid en belangenverstrengeling?
Ernstig mag genoemd worden dat Berenschot B.V. betrokken is geweest bij een onafhankelijk landelijk onderzoek van het WODC naar bestuurlijke kaders voor variabele voertuigbezetting en tegelijkertijd dezelfde auteur/projectleider van Berenschot B.V. betrokken is geweest bij dit onderzoek in Gooi en Vechtstreek.
Het veroorzaakt in ieder geval een gevoel van verstrengeling van belangen en de vraag in hoeverre er nog sprake kan zijn van onafhankelijkheid van het WODC onderzoek.

Voor dit WODC onderzoek zijn een 3 tal ‘Expertsessies’ georganiseerd met praktijkexperts die allen moesten voldoen aan uitsluitende selectiecriteria. (zie: ‘Uitwerking opzet expertsessies’). Nu blijkt uit bijlage 2 (blz. 67 en 68) van het WODC rapport dat van de 24 praktijkexperts er maar liefst 10 afkomstig waren uit de veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek en 2 ervan geenszins voldoen aan de gestelde selectiecriteria. Daaronder is ook de auteur van het rapport  “Variabele voertuigbezetting en de eerste vijf minuten”.