(© cartoon Frank Muntjewerf)
(© cartoon Frank Muntjewerf)

Met verbazing en onbegrip hebben wij kennisgenomen van het bericht “Vakbond blokkeert inzet succesvolle kleine brandweerauto” in de Gelderlander van vrijdag 5 februari 2016. Naast dit artikel hebben wij de audiobestanden beluisterd van de betreffende ‘beeldvormende’ raadsvergadering in Doetinchem en de bevestiging gevonden van de uitspraken van burgemeester Joosten.

Nadat eerder de burgemeester van Apeldoorn, de heer John Berends, de resultaten van een onderzoek onder Brandweer Vrijwilligers doorhet programma EenVandaag  bagatelliseerde, is het nu de burgemeester van Doetinchem, de heer Niels Joosten, die de kloof tussen management en werkvloer bevestigt en de burgers en hun vertegenwoordigers in de gemeenteraad apekool voorschotelt over de inzet van afwijkende voertuigbezettingen door de brandweer. In dit geval een tweepersoons bestelbusje (Snel Interventie Voertuig (SIV)). Daar worden de Vrijwilligers heel erg verdrietig van.

Ze zijn de bureaucratie en de aanhoudende kletspraat over het brandweervak helemaal beu. Een deel van de Vrijwilligers overweegt serieus te stoppen. De experimenten met minder mensen op een brandweerwagen zijn volgens de Vrijwilligers gevaarlijk en moeten stoppen. Daarom informeren wij raadsleden graag over de feiten. Immers; daar zijn we van, leunend op de ervaringen en standpunten van onze leden. Zij vinden het belangrijk dat volksvertegenwoordigers zich bij de ‘beeldvorming’ niet baseren op apekool maar op feiten.

Rol vakbonden
In de periode van januari 2014 tot medio juli 2015 is in Doetinchem een ‘Snel Interventie Voertuig’, kortweg SIV, ingezet. In tegenstelling tot de uitspraken van burgemeester Joosten is er voor de inzet van dit voertuig op de werkvloer nauwelijks tot geen sprake van draagvlak. Integendeel, medewerkers werden zelfs  – onder dreiging met rechtspositionele maatregelen – gedwongen deel te nemen aan de proef. Bovendien is de inzet van het voertuig in Doetinchem niet door vakbonden geblokkeerd, noch zijn er ‘afspraken’ over gemaakt. Ook staan er geen banen op het spel. Er is immers geen sprake van een beroepsbezetting in Doetinchem. De bonden kunnen evenmin zeggen of de proef al dan niet verder gaat, ze zijn er niet eens bij betrokken. De misleidende voorstelling van zaken door burgemeester Joosten vinden wij daarom ongepast.

‘Succesvol’ versus de bevindingen van de Ondernemingsraad
“De proef is succesvol, de aanrijtijden zijn flink bekort” aldus de burgemeester. Deze lezing staat in schril contrast met de uitleg van de Ondernemingsraad (OR) van de VNOG in zijn adviezen aangaande de inzet van het tweepersoons busje in Brummen en Doetinchem. Daaruit blijkt overduidelijk en goed onderbouwd dat vanuit de eigen organisatie is geadviseerd de inzet van een SIV te stoppen omdat de nadelen (o.a. de hoge kosten) niet opwegen tegen het maatschappelijk belang. De proef in Brummen was al voortijdig gestopt vanwege het geringe aantal (7) uitrukken en het feit dat ‘in sommige gevallen de TS6 sneller dan de SIV2 gevuld was”. Dat op zich is al kenmerkend.

“De SIV2 kan maar 15 incidenten aan, terwijl het opleidingsproces intensief is. Dit resulteert in hoge kosten, die niet in verhouding tot de beperking van de schade staan”. Bovendien kost het bijplaatsen van een SIV €50.000,- meer dan een reeds voorhanden zijnde tankautospuit bezet met 4 personen, aldus de OR die eveneens stelt dat het evaluatierapport niet voldoet aan de eisen van betrouwbaarheid en validiteit. Samengevat beschrijft de OR een onthutsend beeld van het besluitvormingsproces en zijn de door de OR ingebrachte argumenten om af te zien van de inzet van tweepersoons bestelbusje, overtuigend en helder.

Aanrijtijden
De wettelijke normtijden gelden voor een volledige brandweerbasiseenheid (tankautospuit met 6 personen) en niet voor een zelfstandig optredend tweepersoons bestelbusje (SIV). Die werd in Doetinchem vooral ingezet voor niet spoedeisende klusjes. Het tweepersoons busje werd echter ook als zelfstandige eenheid ingezet bij (hand)brandmeldingen afkomstig van (woon)gebouwen met niet zelfredzame bewoners of cliënten/patiënten. Dit in de veronderstelling dat in 95% van de gevallen er sprake is van een loze melding, het escalatierisico en een vertraagde opkomst van de noodzakelijke slagkracht daarbij voor lief nemend.

Dat noemen wij ‘Russische Roulette’ in brandweerstijl. Bij ons telt maar één uitgangspunt: de veiligheid van zowel burgers als ook brandweerpersoneel. Daarbij stellen wij de vraag of en zo ja, met hoeveel ‘miskleunen’ de gemeente Doetinchem in haar risicobeoordeling rekening houdt? Ter verduidelijking; de dodelijke brand van 12 maart 2011 in de GGZ instelling Rivierduinen te Oegstgeest begon ook met een OMS melding. Om nog maar te zwijgen over de actuele (nijpende) situatie rond de brandveiligheid in (woon)gebouwen met zelfstandig wonende ouderen. Denkt de burgemeester met twee personen en een bestelbusje op tijd de rechtens vereiste brandweerzorg – waarvan de wetgever uitgaat – te kunnen bieden?

Zorgplicht
Op de brandweer blijft immers de zorgplicht rusten bij alarmering. Dat betekent dat men nog altijd de verplichting heeft om binnen bepaalde tijd (opkomsttijden) bij een maatgevend incident een basiseenheid (Tankautospuit met 6 personen) ter plaatse te hebben. Het vooruitsturen van een SIV ontslaat de brandweer niet van deze plicht.

Opmerkelijk in dit verband is de – in het overleg van het Algemeen Bestuur geuite – zorg van burgemeester Joosten om “op de kortst mogelijke termijn in goed overleg met de OR te kijken hoe de veiligheid in Doetinchem zo snel mogelijk weer op orde kan worden gebracht. Veiligheid gaat voor alles. Het is moeilijk verteerbaar dat de betreffende auto wordt stilgelegd met als gevolg oplopende opkomst- en aanrijtijden”. Dit betekent impliciet dat adequate brandweerzorg voor burgers en bedrijven in het verzorgingsgebied van de brandweer in Doetinchem afhankelijk lijkt te zijn van de inzet van een tweepersoons bestelbusje.

Deze constatering kent grote overeenkomsten met die uit het verleden en vormen bij elkaar voldoende redenen om eens goed te kijken naar de oorzaak van de problemen. De brandweer in Doetinchem beschikt immers over een spiksplinternieuwe kazerne van zo’n € 9 miljoen, een keur aan voertuigen, zo’n 80 (deels gekazerneerde) vrijwilligers en gedurende kantooruren over zo’n 25 dagdienst medewerkers. Dan kan er naar onze mening nauwelijks sprake zijn van paraatheidsproblemen.

Samengevat
De burgemeester heeft volgens veel vrijwilligers en de VBV de gemeenteraad onjuist geïnformeerd. Bovendien staat bij de brandweer niemand te wachten op de inzet van een tweepersoons bestelbusje. Vrijwilligers al helemaal niet. Zij weten als geen ander dat je de omvang van een inzet pas achteraf kunt bepalen. Als alle veiligheidsvoorzieningen hebben gefaald dient de brandweer niet alleen snel maar ook adequaat te kunnen optreden. De colleges van B&W en raadsleden doen er goed aan de geluiden uit de kazernes serieus te nemen.