MarcelbrandweermanDe VBV laat van zich horen

Moet een vakvereniging zoals de VBV ook aan de bel trekken op het moment dat zich een incident voordoet waar slachtoffers bij vallen?
In deze bijdrage wil ik u uitleggen waarom wij als bestuur die vraag met ja beantwoorden.
De VBV is bezorgd over de ontwikkelingen bij de brandweer en die zorgen benoemen wij steeds als volgt.
Tot en met 2013 was de brandweer gemeentelijk georganiseerd. De Vrijwilligers waren zeer betrokken bij hun eigen organisatie en de repressieve dienst was de kerntaak van die organisatie.
Nu is de brandweer regionaal georganiseerd. Beleid wordt steeds vaker ver weg van bovengenoemde Vrijwilligers gemaakt, ingezet en doorgevoerd zonder dat zij betrokken zijn. Hierdoor ontstaat afstand en neemt de betrokkenheid van de Vrijwilligers af.

De bezuinigingen van de laatste jaren zijn een logisch gevolg van de economische crisis die ook ons land raakte. Vrijwilligers begrijpen dat. Wat Brandweer Vrijwilligers niet begrijpen is dat het lijkt dat bezuinigingen vooral op lokale kazernes neerdalen en de stafafdelingen voorbij gaan. (Volle kantoren – lege kazernes).

De bezuinigingen op voertuigen hebben ook personele gevolgen. Een blusvoertuig minder betekent al snel dat de kazerne terug gaat van 25 – 30 personen naar 18. Dit terwijl het overdag vaak al moeilijk is om voldoende brandweermensen paraat te hebben. Hiervoor lijkt geen aandacht te zijn. De oplossing wordt gevonden in uitrukken met minder mensen.

De afgelopen jaren zijn tal van experimenten ingezet op gebied van voertuigbezetting. We gaan inmiddels op sommige plaatsen in het land met twee man op stap in plaats van zes. Zo kan sneller worden uitgerukt en voldoet de brandweer gemakkelijker aan de wettelijke opkomstnorm van acht minuten. Als er sprake is van een prullenbakbrand dan wordt er op tijd geblust. Grote probleem is dat je met twee man eigenlijk niets kunt uitrichten bij een serieuze brand.

Bij de brandweer is sprake van collectief geheugenverlies. De leidraad schrijft voor wat nodig is, binnen welke tijd, bij een brand waarbij personen betrokken zijn. Hiervoor zijn twee tankautospuiten, een redvoertuig en een officier van dienst nodig (middelbrand).
Onlangs werd dit in Duitsland, onderbouwd door onderzoek, door de commandanten herbevestigd. In Nederland wordt nu alleen nog gesproken over een tankautospuit met zes man bij een woningbrand. Zo lijkt het er op dat we de brandweer in Nederland organiseren voor prullenbakbranden.
De VBV vindt dat de brandweer er is als laatste vangnet als alle veiligheidsvoorzieningen hebben gefaald en een snel en robuust optreden noodzakelijk is.

Over deze ontwikkelingen bij de brandweer geeft de VBV steeds gevraagd en ongevraagd haar mening. Want wij vinden dat de kwaliteit van de dienstverlening in het geding is.
Tenslotte betogen wij dat dit gevolgen heeft voor de veiligheid van brandweermensen en burgers.
De VBV kiest er als de belangenbehartiger van alle (Vrijwillige) brandweermensen voor om die veiligheidsrisico’s juist ook te benoemen als het mis is gegaan en er slachtoffers vallen tijdens – of door het bestrijden van brand.
Vooral als de veiligheidsregio in kwestie direct, of na kort eigen onderzoek, verklaart dat het werken volgens de “oude vertrouwde werkwijze” geen ander resultaat zou hebben opgeleverd.
Juist dan stelt de VBV kritische vragen. Niet om ons gelijk te halen maar om de veiligheid van burgers en brandweerpersoneel centraal te stellen. Dit zullen wij blijven doen, nu en in de toekomst. Daar kunt u ons aan houden.

Marcel Dokter