Aan: Inspectie Justitie en Veiligheid
De heer mr. J. G. Bos
Postbus 20301
2500 EH Den Haag
Datum : 1 mei 2018
Onderwerp : Uitruk op Maat
Kopie aan : de minister van Justitie en Veiligheid
de Vaste commissie Justitie en Veiligheid
Geachte heer Bos,
Vrijdag 13 april jongstleden heeft korte tijd een brand gewoed in een woning aan de Pastoor Jansenstraat in Weesp. Nadat de brand geblust was, werd er een overleden man in het huis gevonden (bron: NH Nieuws). De inzet door de brandweer werd in eerste aanleg niet uitgevoerd door een basisbrandweereenheid, een tankautospuit met 6 personen, maar door een Snel Interventie Voertuig (SIV) met 2 personen.
De back-up in de vorm van een tankautospuit (TS) kwam niet uit Weesp of Muiden maar met de nodige vertraging uit Diemen en Driemond. De veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek geeft aan dat er sprake was van een storing op de meldkamer.
Dit roept bij ons vragen op. Niet in de laatste plaats in relatie tot uw feitelijke bevindingen n.a.v. het onderzoek naar meldkamers in 2015 en de conclusies die u trekt uit de ‘QuickScan’ in deze regio.
In uw reactie (brief van 1 december 2016) op onze brief van 31 oktober 2016 geeft u immers aan dat uw Inspectie altijd scherp let op situaties waarbij de veiligheid van burgers of brandweerpersoneel onmiddellijk in het geding is, maar dat uit het onderzoek in de regio Gooi en Vechtstreek van zowel uw Inspectie als van de Inspectie SZW niet is gebleken van onnodig gevaar voor burgers en brandweerpersoneel.
Vraag: zijn de door u in 2015 geconstateerde problemen/storingen op de meldkamer adequaat verholpen?
Gelet op de hoeveelheid voortijdig gestaakte pilots en de talrijke signalen van de werkvloer, valt een kritieke situatie zoals in Weesp niet meer te typeren als ‘incident’, maar menen wij dat er wel degelijk sprake is van een navolgbaar patroon met onnodige risico’s/onveilige situaties voor burgers en brandweerpersoneel en negatieve gevolgen voor de doeltreffendheid van de incidentbestrijding. Vooral als we daarbij ook de omstandigheden (inzet zonder tankautospuit/onvolledige bezetting) rond een aantal branden in de regio’s Flevoland, Gooi en Vechtstreek en Rotterdam Rijnmond in ogenschouw nemen:
7 januari 2015, Almere: Uitslaande woningbrand met 1 dodelijk slachtoffer, 4 gewonden (onvolledige bezetting, primaire inzet TS4). Bij de brand lopen vier brandweerlieden eerste- en tweedegraads brandwonden op. |
16 november 2015, Hilversum: Brand in zorgcomplex met 1 dodelijk slachtoffer, 3 gewonden (onvolledige bezetting, primaire inzet TS4) In afwijking van Dekkingsplan geen 2X TS6 gealarmeerd. Geen evaluatie uitgevoerd door de VR of andere partij. Incidentrapport. |
23 november 2015, Hilversum: Uitslaande woningbrand met 1 dodelijk slachtoffer (onvolledige bezetting, primaire inzet TS4) Bezetting TS4 richt zich op de voorkant, geen/onvoldoende capaciteit voor verkenning/inzet achterzijde. Volgens verklaring van een politiefunctionaris bevond slachtoffer zich in de keuken aan de achterzijde van de woning. |
26 februari 2016, Huizen: Uitslaande woningbrand (onvolledige bezetting, geen tankautospuit, primaire inzet SIV2) Het duo begeeft zich zonder back-up in het brandend object en zat na 4 minuten zonder water en zonder signaal dat hiervoor waarschuwt door losstaand voertuigluik. Pas na ≥ 8 minuten volgt ondersteuning. Incidentrapport. |
13 maart 2016, Weesp: Brand in een bedrijfspand. (onvolledige bezetting, geen tankautospuit, primaire inzet SIV2). Het duo begeeft zich zonder back-up in het brandend bedrijfspand. Het duurde ≥ 15 minuten voordat ondersteuning arriveerde (TS betrokken bij ongeval). Incidentrapport. |
20 mei 2016, Hellevoetsluis: Uitslaande woningbrand met 2 dodelijke slachtoffers (onvolledige bezetting, geen tankautospuit, primaire inzet SIV2). De SIV2 kan in de eerste minuten niets uitrichten, pas 16 minuten na de alarmering komt de back-up met de eerste TS ter plaatse. |
13 april 2018, Weesp: Uitslaande woningbrand met 1 dodelijk slachtoffer (onvolledige bezetting, geen tankautospuit, primaire inzet SIV2). Het duo begeeft zich zonder back-up in het brandend object. |
Dit gebeurt niet omdat het niet anders kan, maar omdat het – in afwijking van artikel 3.1.2 Bvr – door de veiligheidsregio’s zo is georganiseerd, gebruikmakend van de uitgangspunten uit het landelijk kader ‘Uitruk op maat’ (hierna UoM). Dit terwijl bij branden in het verleden gebleken is dat door het escalatierisico een binnenaanval of verkenning erg riskant kan zijn voor de betrokken brandweerlieden. Uw Inspectie heeft daarbij verschillende relevante voorbeelden en rapporten aangevoerd, zoals bijv. Veiligheidsbewustzijn bij brandweerpersoneel. Verder heeft u in uw ‘tussenrapportage variabele voertuigbezetting’ aangegeven dat voor de gevolgen van de toepassing van UoM diepgaand onderzoek nodig is, waarbij een groot aantal toepassingen gedurende langere tijd (jaren) dienen te worden gevolgd om tot onderbouwde uitspraken te komen waar het gaat om de gevolgen voor de veiligheid (van burgers en brandweerpersoneel).
Vraag: hoe beoordeelt de Inspectie JenV bovenstaande casuïstiek in relatie tot de in artikel 3.1.5. Bvr genoemde voorwaarden en het ontbreken van een betrouwbaar beoordelingskader?
Dit brengt ons bij uw standpunt over het landelijk kader UoM. In uw reactie op onze brief van 28 oktober 2016 vergelijkt u de uitgangspunten uit dit landelijk kader met een ‘professionele standaard’.
Vraag: op basis van welk(e) onderzoek/overwegingen komt u tot deze kwalificatie?
Vraag: vindt u de inzet van een SIV2 in een brandend object, zonder back-up, professioneel?
Bijna drie jaar geleden schreef de minister van VenJ in een brief (29517, nr.101) aan de Tweede Kamer dat hij zich zal inzetten om te komen tot een breed gedragen opvatting over UoM.
In de rapportage over het onderzoek ‘beleving brandweerpersoneel’ wordt met hoofdstuk 14 inzicht gegeven in de ervaringen met UoM.
Vraag: hoe beoordeelt u de opvattingen van de werkvloer over UoM?
Vraag: hoe beoordeelt u de opvattingen van de werkvloer over de inzet van een lagere bezetting (>TS6) bij een maatgevend incident, zoals bijv. een woningbrand (vraag 148)?
Van september 2016 tot en met mei 2017 heeft uw Inspectie onderzoek gedaan op het gebied van de inrichting van de repressieve brandweerzorg in elke veiligheidsregio. De samenstelling van brandweereenheden inbegrepen.
Vraag: Wanneer kunnen wij de uitkomsten van dit onderzoek en de personeelsenquête tegemoet zien?
Graag ontvangen wij per omgaande een antwoord op de vragen in deze brief. Met dank voor uw medewerking.
Met vriendelijke groet,
Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers.
Marcel Dokter
voorzitter