Deze visie op brandweerzorg omschrijft wat de VBV beschouwt als goede brandweerzorg, wat de gemeenschap van de brandweer mag verwachten en wat de Brandweer Vrijwilligers van de brandweerorganisatie mogen verwachten. (U kunt deze visie ook hier downloaden)

Tot de brandweerzorg behoort:

a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken
van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;
b. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand (waaronder
technische hulpverlening, ongevallen met gevaarlijke stoffen en waterongevallen).

Brandscenario’s zijn progressief, daarom is deze visie gebaseerd op de inzet bij brand. De in deze visie omschreven
principes zijn echter evenzo toepasbaar op de andere kerntaken.

1) Voor het beperken en bestrijden van brand en ongevallen wordt door de veiligheidsregio’s (VR) brandweerzorg
georganiseerd. Deze wordt, behalve in enkele grote steden, geleverd door Brandweer Vrijwilligers: betrokken
burgers die bereid zijn noodhulp te verlenen. De opkomst en inzet van deze Brandweer Vrijwilligers is,
behoudens tijdelijke uitzonderingen, gebaseerd op vrije instroom.

2) De organisatie van brandweerzorg is gebaseerd op maatgevende scenario’s. Daarbij heeft het ‘Brandveilig
Leven’ gefaald, en kan de burger de ontstane crisis zelf niet meer hanteren. Het maatgevend scenario voor
brand is minimaal een brand in een woon- of zorgomgeving waarbij de gezondheid of het leven van een of meer
burgers bedreigd wordt.

3) De repressieve kwaliteit (basis brandweerzorg) dient als volgt te worden gedefinieerd: “Het vermogen om in
voldoende mate met voldoende middelen (personeel /materieel) voldoende snel bij een incident (brand /
hulpverlening) te arriveren”.

4) De Veiligheidsregio houdt daarvoor een fijnmazig netwerk van kazernes in stand. Het streven is dat voor
maatgevende scenario’s binnen 8 minuten na alarmering voldoende slagkracht ter plaatse is om onmiddellijk
handelend en levensreddend te kunnen optreden. Deze slagkracht bestaat uit teams voor brandbestrijding,
redding, watervoorziening, werken op hoogte, ventilatie/rookbeheersing, veiligheid, en enkele leidinggevende
functionarissen. Op grond van internationaal onderzoek en historische data is hiervoor een bezetting van
minimaal 15 personen nodig.

5) De Brandweer Vrijwilligers worden door de VR gefaciliteerd met opleidingen, training, materieel en gebouwen.
De VR handhaaft professionele standaards voor opkomst, inzet, inzetleiding en communicatie, opleiden en
oefenen. Deze standaards moeten passen bij het karakter van de omgeving en kunnen streekgebonden zijn.

6) Brandweer Vrijwilligers accepteren een inspanningsverplichting. Zij zijn bereid een redelijk risico te nemen om
het leven en de gezondheid van andere burgers te bewaren, zij zijn bereid om enig risico te nemen om grote
schade aan milieu en materiele-, alsmede maatschappelijke schade te voorkomen. Zij nemen geen risico’s als
het belang van de inzet niet opweegt tegen het risico.

7) De Veiligheidsregio zorgt voor voldoende betrokkenheid van de burgers bij het brandweerwerk zodat een goede
instroom van Vrijwilligers gewaarborgd is, en binnen iedere brandweerpost voldoende ervaringsdichtheid kan
worden opgebouwd.

8) De Veiligheidsregio zorgt dat Brandweer Vrijwilligers gecompenseerd worden voor de ingezette tijd. Indien een
Vrijwilliger schade lijdt door of als gevolg van inzet voor de brandweer wordt de Brandweer Vrijwilliger ruimhartig
gecompenseerd.

9) De Veiligheidsregio voorziet daar waar te verwachten scenario’s zwaarder zijn of afwijken van het maatgevend
scenario in de tijdige opkomst van aanvullende slagkracht, eventueel door inzet van een bedrijfsbrandweer.

10) De Veiligheidsregio informeert en faciliteert burgers om te komen tot tijdige ontdekking van brand en alarmering,
en voor zover mogelijk zelfredzaamheid tot de aankomst van de brandweer.

11) De brandweer communiceert transparant over de mogelijkheden om te redden, brand te bestrijden en schade te
beperken, op basis van de gegeven omstandigheden, en adviseert desgevraagd over mogelijkheden tot
verbetering.

12) De brandweer is onderdeel van de crisisbeheersingsorganisatie van de Veiligheidsregio.

De VBV beoordeelt zowel landelijke als lokale ontwikkelingen aan de hand van deze visie.

Aanleiding tot het ontwikkelen van de visie
De VBV heeft deze visie ontwikkeld om de leden en lokale platforms kaders te bieden om beleid of
organisatieontwikkelingen in breder perspectief te beoordelen, en om de stakeholders (burgers, ondernemers,
politiek en bestuurders) mee te nemen in de door de VBV gewenste ontwikkeling van de brandweerzorg. De VBV
gelooft dat door de inzet van betrokken burgers (Brandweer Vrijwilligers), en onder professionele randvoorwaarden,
adequate betaalbare brandweerzorg en crisisbestrijding kan worden geleverd.

Beschouwing huidige brandweerzorg
Voor een groot aantal gemeenten geldt dat de begroting van de Veiligheidsregio stijgt terwijl de slagkracht en
paraatheid van de lokale brandweer afneemt. Daarmee komt de kwaliteit van de brandweerzorg op of onder de
absolute ondergrens van het in de wet omschreven kwaliteitsniveau. Bestuurders en Veiligheidsregio’s slagen er in
ontoereikende mate in om de brandweer aantrekkelijk te maken voor vrijwilligers. Daarmee wordt langzaam maar
zeker het fundament onder adequate én betaalbare brandweerzorg ondermijnt. Dit is maatschappelijk ongewenst.
Door afname van de slagkracht van de brandweer en hogere opkomsttijden, zullen de schades toenemen en de
kansen op redding van mensen aanzienlijk dalen.

Het kwaliteitsniveau van de brandweer
Tot de brandweerzorg behoort het voorkomen, beperken en bestrijden van brand en al hetgeen daarmee verband
houdt. Dat is al sinds 1952 ongewijzigd opgenomen in de wet. De taken zijn daarmee duidelijk. De uitvoering ervan
dient echter ook effectief, adequaat en daarom van een kwalitatief goed niveau te zijn. De eerste klap is een daalder
waard. Daarvoor is de omvang van eerste uitruksterkte sterk bepalend.

Immers, wanneer de burger de hulp van de brandweer inroept, verwacht hij dat deze zo snel mogelijk komt, met
voldoende mensen en middelen om adequaat hulp te kunnen bieden. Daarom waren deze essentiële uitgangspunten
ook opgenomen in de ‘Handleiding Brandweerzorg’ van 1992, die voorzag in een eenduidig systeem voor het bepalen
van het kwaliteitsniveau van de brandweerzorg in Nederland. Per gebouwsoort en gebruik was aangeven welke
omvang (slagkracht) nodig is om direct “de klus” aan te kunnen: verkennen, redden en blussen.

Met de invoering van het Besluit veiligheidsregio’s (Bvr) in 2010 zijn deze uitgangspunten – en daarmee de
opkomstnormen voor een tweede en derde tankautospuit – vervallen en vervangen door een kwantitatieve norm
(minuten opkomsttijd) waarbij slechts de inzet van één tankautospuit is opgenomen.

Door de regionale bestuurders en de rijksoverheid wordt stevig gestuurd op dit “meetbare doel”. Door het
management van veiligheidsregio’s wordt gegoocheld met voertuigsoorten en -bezettingen om de kwantitatieve
doelen te halen met onvoldoende oog voor de kwaliteit van brandweerzorg. Financiële taakstellingen, slechte
verhoudingen tussen het bestuur van de veiligheidsregio en het management van de brandweer, tanende vakkennis
bij het management en het gebrek aan democratische controle op de besluitvorming in de regio door gemeente- en
ondernemingsraden, maken dit ‘minimaal kwaliteitsniveau’ leidend.

Daarnaast schept de bureaucratisering en de aanhoudende drang naar ‘professionalisering’ geen aantrekkelijk
klimaat voor het maken van ‘verbinding’ met de burgers en een blijvende betrokkenheid van Brandweer Vrijwilligers,
wat een essentiële randvoorwaarde voor betaalbare brandweerzorg is. Brandweerzorg bestaat vooral bij de gratie
van voldoende en gemotiveerde Brandweer Vrijwilligers.

Gebrekkige of minimale slagkracht raakt daarnaast direct de beschikbaarheid van hulpverleners voor acute crisis- en
rampenbestrijdingstaken, aangezien de brandweer de enige parate overheidsdienst is die dag en nacht binnen luttele
minuten grote hoeveelheden menskracht kan inzetten.

Van brandweerzorg naar zorg voor de brandweer
Het op veel plaatsen lukraak experimenteren op basis van management theorieën zonder robuuste
brandweerkundige onderbouwing, heeft tot dusver geen structurele verbetering van de brandweerzorg, of de kosten
daarvan opgeleverd. Het gevolg is alleen geweest dat onder de Brandweer Vrijwilligers frustratie en verloop is
ontstaan.

De VBV is voorstander van innovatie, maar wenst dat nieuwe technische ontwikkelingen die leiden tot betere en
betaalbare brandweerzorg met een goede brandweerkundige onderbouwing en voldoende draagvlak onder het
uitvoerend personeel in gang worden gezet.

Gedeelde Visie
Onze visie op ‘adequate brandweerzorg’ wordt door erkend wetenschappelijk onderzoek en professionele standaards
uit binnen- en buitenland bevestigd, zoals de leidraad repressieve basisbrandweerzorg, de NFPA standaards en de
standaards van de Duitse AGBF.