Tweede Kamer der Staten-Generaal
Ter attentie van de Vaste Kamercommissie Veiligheid en Justitie
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
Datum : 31 oktober 2016
Onderwerp : Algemeen Overleg Nationale veiligheid, crisisbeheersing en brandweerzorg
Geachte leden van de vaste Kamercommissie Veiligheid & Justitie, beste Kamerleden,
Graag willen wij in deze reactie inhaken op enkele onderwerpen in de brief van de Minister van Veiligheid en Justitie (29517, nr.117) met betrekking tot de agenda voor het komend AO Nationale veiligheid, crisisbeheersing en brandweerzorg van 10 november aanstaande. Verwijzend naar het opmerkelijke en tevens zorgwekkende verschil tussen de bevindingen van de Inspectie Veiligheid en Justitie (hierna: Inspectie VenJ) van december 2015 en die van de Commissie Demmers van maart 2016 met betrekking tot de situatie in de veiligheidsregio Zeeland (hierna: VRZ), vragen we eveneens uw aandacht voor de kwaliteit van het toezicht op de veiligheidsregio’s zoals beoogd in paragraaf 14 van de Wet veiligheidsregio’s.
Gelukkig is er ook reden tot optimisme en kijken we tevreden terug op het vorige AO. Verschillende onderwerpen die de Vrijwilligers raken zijn daar immers met onze én uw inbreng geadresseerd, besproken en/of inmiddels ten uitvoer – of in beweging gebracht. Wij denken daarbij aan het ‘Steunpunt Brandweer’ en de aanzet voor een landelijk onderzoek naar brandweerpersoneel en brandweerdata. Het is goed om te vermelden dat de VBV daarbij in de stuur- en begeleidingsgroep betrokken is en daarmee de positie van de Vrijwilligers geborgd. Dat geldt overigens ook voor onze betrokkenheid bij de tweede tranche herziening Besluit veiligheidsregio’s en Besluit personeel veiligheidsregio’s. Spijtig is alleen dat wij onze inbreng telkens uit eigen middelen moeten bekostigen terwijl Brandweer Nederland rijkelijk kan putten uit subsidies.
Een reden te meer om trots te zijn op onze onafhankelijke positie en de betrouwbaarheid van onze vakinhoudelijke inbreng, vormgegeven met de veelzijdige kennis en kunde uit onze achterban.
Onderzoek Inspectie VenJ
Die trots verbleekt terstond bij het kennisnemen van de verbijsterende conclusies van de Commissie Demmers, die – na verschillende meldingen van klokkenluiders – begin dit jaar ‘verkennend onderzoek’ deed naar de werkverhoudingen in de VRZ. De constatering dat exorbitant hoge bedragen zijn besteed aan de inhuur van externen (kennelijk toucheerde een van hen ruim € 700.000,- in twee jaar) is, met het oog op de bezuinigingen op de brandweerzorg, schokkend te noemen. Andere conclusies zoals bijvoorbeeld; “het secundaire proces (bedrijfsvoering) lijkt het primaire proces te zijn geworden.” “De hele organisatie lijkt vooral geld-gestuurd in plaats van inhoud-gestuurd, Brandweer is positioneel gemarginaliseerd. De paraatheid van de brandweer is sterk beperkt.” staan in schril contrast met die van de Inspectie VenJ, die slechts 3 maanden eerder een geheel ander beeld van de situatie had. Dat roept grote vraagtekens op over de kwaliteit en onafhankelijkheid van het onderzoek door de Inspectie VenJ.
Diezelfde vraagtekens hebben wij al eerder geplaatst en doen dat nadrukkelijk nog eens bij het plan van aanpak voor het aangekondigde landelijk onderzoek naar de kwaliteit van de repressieve brandweerzorg.
Verrassend en tot grote verbazing van het brandweerpersoneel, dat nu meer dan een jaar moet wachten op de onderzoeksresultaten, ziet de Inspectie VenJ ineens geen aanleiding om de resultaten van het onderzoek in de regio Gooi en Vechtstreek naar buiten te brengen. Dat vinden wij onbestaanbaar. Juist omdat de regio Gooi en Vechtstreek handelt in strijd met de (wettelijke) regels en met haar afwijkende uitruksysteem burgers en brandweerpersoneel aantoonbaar in gevaar brengt.
Vrijwilligersbeleid Brandweer & afnemende paraatheid
Het vinden, binden én blijven boeien van Vrijwilligers vraagt aandacht. Na de oplevering van onze ‘Visie op Vrijwilligheid’ in 2013 is de implementatie ervan in veel regio’s gestrand in schone voornemens. Daarom zijn we blij dat de minister – via het Veiligheidsberaad – nogmaals aandacht vraagt voor het ‘Vrijwilligersbeleid Brandweer’, met name als het gaat om werkgevers te stimuleren om werknemers de gelegenheid te bieden als Brandweer Vrijwilliger actief te zijn. De minister kan echter – als stelselverantwoordelijke – hierin ook zelf een prominentere rol vervullen door bijvoorbeeld middelen beschikbaar te stellen voor een landelijke wervingscampagne. Wij hebben daar concrete en heldere ideeën over en zien deze graag gerealiseerd.
Dat een nieuwe impuls hard nodig is mag blijken uit een verminderde beschikbaarheid van vrijwilligers op diverse plekken in het land. Dit leidt in toenemende mate tot paraatheidsproblemen waardoor de primair benodigde slagkracht bij maatgevende incidenten niet meer is geborgd. De standaard oplossing wordt meestal gezocht in minder mensen op een brandweerauto. Hoe veilig, effectief en efficiënt dat is blijft zelfs na jaren van experimenteren en tientallen ‘pilots’ met afwijkende voertuigbezettingen nog steeds in nevelen gehuld. Dat vijf jaar na de aanbevelingen in de tussenrapportage van de Inspectie VenJ over ‘Uitruk op Maat’ in de opvolging ervan nog gestart moet worden met het verzamelen van gegevens, en dat niet in elke regio op een identieke wijze gebeurt, vervult ons met zorg. Er zijn immers niet alleen prullenbakbranden.
Het contrast wordt nog groter als we nog eens goed kijken naar de benodigde slagkracht bij maatgevende branden die is opgenomen in internationaal erkende standaards zoals de NFPA 1710 en de kwaliteitscriteria bij onze oosterburen. Onze publicatie ‘Bestrijdbaarheid wettelijke branden’ wijkt daar niet zoveel van af.
Financiën veiligheidsregio’s
Brandweer Vrijwilligers begrijpen niet dat bezuinigingen vooral op lokale kazernes lijken neer te dalen en aan de stafafdelingen meestal voorbij lijken te gaan. Wij vinden het ronduit beschamend dat er grote sommen geld worden besteed aan de inhuur van externen, aan talloze onbeduidende projecten en de bedrijfsvoering. Dat lijkt ten koste te gaan van de uitvoering van de primaire taak, de hulp aan de burgers (volle kantoren – lege kazernes).
De stijgende trend in het aantal (miljoenen) branden, het aantal slachtoffers, de verminderde beschikbaarheid van Vrijwilligers en het gebrekkige toezicht op de handel en wandel in sommige veiligheidsregio’s, brengt ons bij de prangende vraag hoe de minister de ‘steun in de rug’ van de Algemene Rekenkamer heeft vertaald. Het Rijk heeft immers nog steeds de verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor een parate organisatie die in geval van branden, rampen en crises in staat is adequaat op te treden.
Tot slot
Wij zijn gaarne bereid om over het bovenstaande een toelichting te geven en wensen u een constructief overleg met de minister tijdens het komende Algemeen Overleg.
Met vriendelijke groeten en in afwachting van uw reactie.
Namens de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers.
Marcel Dokter
voorzitter
Tel. 06-51272859
E-mail: marcel.dokter@brandweervrijwilligers.nl