Redactie

Olie op het vuur

kerosineDe Washington State Patrol doet onderzoek naar een ernstig ongeluk dat 25 oktober 2015 plaatsvond op haar brand training centrum in North Bend. Tijdens een oefening pompte de brandweer met kerosine vervuild water op een brandend oefenobject van een vliegtuig crash. De video toont een enorme vuurbal toen de brandstof de vlammen raakte. Onderzoekers denken dat een olie/water afscheider niet goed heeft gewerkt waardoor water voor hergebruik niet goed was gereinigd. Twee brandweerlieden liepen lichte brandwonden op.

Firefighters Pump Jet Fuel in Fire Instead of Water

Tegen beter weten in

tegen-beter-weten-in[2]Wederom zorgt de inzet van een Snel Interventie Voertuig (SIV) bij een brand in de regio Gooi en Vechtstreek voor discussie. Het busje met 2 personen was zaterdag als eerste ter plaatse bij een woningbrand in Huizen en startte direct met de bestrijding van de inmiddels uitslaande brand, die voor een deel werd vastgelegd op een YouTube video. (Foto: Foto Miché)

Nu zijn er op de betreffende video verschillende zaken te zien, zaken die we graag breed willen delen. Temeer omdat de meningen over deze inzet nogal uiteenlopen. Zo zijn er collega’s die deze inzet volstrekt onverantwoord vinden. Aan de andere kant zijn er enkele collega’s die de inzet zien als een mooi stuk vakmanschap en dat dit ‘succes’ gevierd moet worden.

Het filmpje laat in elk geval zien dat als je er snel bij bent, en de brand nog relatief klein is een slag kunt maken. Hoe sneller hoe beter en dat kan alleen met een fijnmazige organisatie die echt het verschil kan maken als de nood hoog is en alle andere veiligheidsvoorzieningen hebben gefaald. De brandweer als ultimum remedium voor de fysieke veiligheid. Dat kan alleen maar als die repressieve organisatie behalve fijnmazig ook robuust is.

Het filmpje voedt ook de breed verspreide gedachte dat de meeste brandjes met 2 man kunnen worden bestreden. Feitelijk doen we dat ook bijna altijd. Al was het maar omdat je met een straal hoge – of lage druk, ademlucht en volledige bepakking met z’n tweeën je al amper kunt bewegen in een gemiddelde rijtjeswoning.

Alleen: in een tijd dat je niet het dak op mag zonder aangelijnd te zijn, je altijd een speciale zaagbroek aan moet hebben als je een kettingzaagklusje heb, er altijd een duiker klaar moet zitten aan de waterkant als er een duiker onder water is, is het vreemd dat je er toe over zou gaan de bemanning van een  SIV2 zelfstandig een woningbrand (maatgevend incident) te laten bestrijden en naar binnen laat gaan zonder enige vorm van back-up. Dat is strijdig met alle, tegenwoordig van toepassing zijnde – en mondiaal geaccepteerde veiligheidsprincipes binnen het brandweerveld.

Dat nemen wij de uitvoerende brandweerlieden niet  kwalijk, integendeel. In het ‘Handboek VARTAS’ staan de regels, richtlijnen en procedures rondom variabele voertuigbezetting beschreven. Ze bieden veel ruimte voor eigen interpretaties. Bovendien is niet duidelijk wie er verantwoordelijk is voor de les- en leerstof en exameneisen voor de opleiding en vakbekwaamheidseisen en welk (onafhankelijk) orgaan deze eisen toetst.

Wij richten ons nadrukkelijk op de bedenkers en ‘architecten’ van dit beleid. Immers die maken deze gevaarlijke arbeidsomstandigheden mogelijk, ondanks de vele ingrijpende incidentanalyses en talloze aanbevelingen van de Onderzoeksraad en de verschillende Inspecties. Deze hebben – op basis van hun bevindingen – veelvuldig en indringend geappelleerd aan de problemen die zich voordoen bij het veiligheidsbewustzijn bij de brandweer.

Tevergeefs zo blijkt uit het betreffende filmpje. In dat gehele kader zijn de resultaten van een uitgebreid onderzoek naar het Veiligheidsbewustzijn van Brandweerpersoneel in 2004, tot op de dag van vandaag steekhoudend en valide (zie deel 3 van dit rapport). Daarbij is de vraag gerechtvaardigd waarom bepaalde mensen zich toen heel druk maakten om het onvoldoende aanwezig zijn van veiligheidsbewustzijn bij brandweermensen. Terwijl zij nu – nog maar tien jaar later – juist de grenzen van die veiligheid opzoeken nu zij zelf verantwoordelijk zijn voor de ‘vernieuwing’ van het systeem van uitrukken.

Maar in de aanhoudende drang naar ‘vernieuwing’ lijken veel beleidsmakers te leven op 25 verschillende planeten in een parallel universum, alwaar al jaren, ieder voor zich filosofeert over ‘pilots’ en ‘experimenten’. Een eenduidige regie is er (ook na de ontutsende conclusies van de Inspectie in 2011) niet. Dat geldt ook voor objectieve, verifieerbare en meetbare resultaten die het succes van de SIV kunnen staven met feiten.

De succesverhalen die wij krijgen blijken in de praktijk vaak apekool. Zoals de door de minister bejubelde ‘Zeeuwse TS’.  In werkelijkheid hebben beide exemplaren in de afgelopen 2 jaar nog geen brand geblust en stonden ze (overwegend defect) in de schuur. Een ander voorbeeld is de door de woordvoerder van de regio Gooi en Vechtstreek bewierookte  inzet van een SIV bij een zeer grote brand in Hilversum, 4 november 2015.

Tot voor kort heeft de veiligheid van het eigen personeel slechts summier tot adequate maatregelen  geleid.  In juni 2015 oordeelde de Inspectie SZW in een vernietigend rapport dat de risico’s voor de werknemers bij de brandweer nog onvoldoende in kaart zijn gebracht. Daarnaast piekert de Inspectie VenJ zich momenteel suf over de vraag of de brandweer voldoet aan de kwaliteitsnormen en de wet- en regelgeving. Die normen, en daarmee ook de brandweerzorg raken op veel plekken in verval.

De discussie die we zouden moeten voeren is of we als brandweer ingericht moeten zijn voor de “statistieken” en veel voorkomende brandjes (in dat geval is dit een prima inzet), of dat de brandweer het ultieme vangnet is voor die incidenten waar het echt uit de hand loopt (Almere) en mensen in acuut gevaar verkeren maar die niet zo vaak voorkomen.

Als je voor die laatste variant gaat is er wel iets te zeggen over deze inzet. Aan de andere kant: als de mannen binnen verongelukken door bijvoorbeeld een onverwachte herontsteking (terwijl de bemanning van de TS nog onderweg of aan het uitstappen is) is Leiden in last. De regel “two in – two out” is ontstaan na talloze ongevallen tijdens repressief optreden. Misschien moeten we dus eerst werken aan een goed(en liefst gemeenschappelijk) besef van de rol van de brandweer.

De bestuurders moeten dus duidelijkheid scheppen waar de brandweerorganisatie voor wordt ingericht: voor de “statistieken” of als robuust vangnet voor “echte” incidenten.  Als er als gevolg van een goed overdachte bestuurlijke afweging een brandweerorganisatie ontstaat die niet meer is in gericht voor de “klappers” moet dat wel helder worden gecommuniceerd. Elke (vrijwillig) hulpverlener kan zich dan de vraag stellen of hij/zij onderdeel wil zijn van dit type organisatie en een keuze maken zijn/haar tijd te besteden aan een andere organisatie of activiteit die beter appelleert aan zijn/haar waardenstelsel.

Nu is het verval van onze waarden impliciet, er ontstaat een glijdende schaal waarbij mensen op hun gevoel afhaken, of juist krampachtig meebewegen met de beleidsmakers omdat ze er zo graag bij willen blijven horen en zich daarom in bochten wringen om zich middels kazernering, tweepersoons blusbusjes etc. te “bewijzen”.

Daar vragen we aandacht voor en ageren wij tegen het verval van kwaliteits- en veiligheidsnormen. En dat blijven we doen, met vakinhoudelijke argumenten. Je hoeft het niet met deze argumenten eens te zijn, maar nog niemand heeft gezegd of aangetoond dat ze niet kloppen.

Onafhankelijk onderzoek!?

onderzoekVerschillende bestuurders hebben zich inmiddels uitgesproken over de terugloop van het aantal Brandweer Vrijwilligers.  De portefeuillehouder Brandweer in het Veiligheidsberaad reageerde – ook namens Brandweer Nederland – op het onderzoek van EenVandaag door te stellen dat het Veiligheidsberaad en Brandweer Nederland de cijfers niet herkennen en niet representatief achten omdat slechts circa 5% van de brandweerpopulatie is ondervraagd en bovendien alleen vakbondsleden. Dat is opmerkelijk omdat Brandweer Nederland door de onderzoekers van EenVandaag tevergeefs is verzocht om medewerking.
De Minister van Veiligheid en Justitie heeft nu door middel van een keurige brief (met bijlage) de Tweede Kamer geïnformeerd over de terugloop van het aantal Brandweer Vrijwilligers en het Veiligheidsberaad verzocht om onafhankelijk onderzoek te (laten) doen. Je moet het maar durven. Een gelijksoortige toezegging is immers ook na de uitzending van EenVandaag in 2014 gedaan door de minister. Dat onderzoek is echter nooit uitgevoerd. Dus roepen het Veiligheidsberaad en Brandweer Nederland maar wat. Hetgeen door de minister – als systeemverantwoordelijke – gewillig en kritiekloos wordt herhaald.

In- en uitstroom 
Zoals bijvoorbeeld de absurde bewering van de portefeuillehouder Brandweer in het Veiligheidsberaad over de instroom van ruim 3000 (!!) vrijwilligers in de afgelopen twee jaar. Dit getal komt immers geenszins overeen met het antwoord van de minister op een vraag uit de Kamer  over de in- en uitstroomgegevens van Brandweer Vrijwilligers per veiligheidsregio over de afgelopen 2 jaar. Opvallend in de opsomming is dat in de veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland over een periode van 2 jaar maar liefst 1391 vrijwilligers zijn ingestroomd. Dat zijn er gemiddeld zo’n 24 per kazerne. Daar kunnen ze alleen maar van dromen. Zonder enige verificatie en met de kanttekening dat het ‘lastig te interpreteren’ is, wordt de Kamer dus een volstrekt onjuist overzicht voorgeschoteld, hetgeen vervolgens met ‘betere’ cijfers van het CBS wordt ‘gecompenseerd’.

CBS cijfers
Maar ook de CBS cijfers worden door de voorzitter van Brandweer Nederland in de uitzending van EenVandaag van 19 januari jl. onjuist voorgesteld. Terwijl de presentator een correct beeld schetste en meldde dat  2000 vrijwilligers zijn ‘weggelopen’ in de afgelopen 5 jaar, had de voorzitter van Brandweer Nederland daar – vreemd genoeg -‘een ander beeld’ bij. “Wij gebruiken de getallen van het CBS. Die laten zien dat er vanaf 2010 tot nu een terugloop is van bijna 1000 vrijwilligers”. “Dat zijn de feiten” aldus Wevers die ook zegt de terugloop serieus te nemen en daarover met zijn 24 collega’s gaat praten, “We moeten de vrijwilligers gewoon goed binden aan onze organisatie”.

Dat dachten we in september 2013 ook al bij de aanbieding van onze ‘Visie op Vrijwilligheid’ aan Jan Lonink die in 2013 als vertegenwoordiger van de brandweer in het Veiligheidsberaad de Visie in ontvangst nam. Lonink riep daarbij alle partijen op daadwerkelijk iets te doen met de ‘breed gedragen visie’ maar haalde deze in de eigen regio Zeeland pas in oktober 2015 als ‘mosterd na de maaltijd’ tevoorschijn nadat de VBV daar in de Zeeuwse gemeenteraden grote druk op had gezet.

Enfin, we weten weer waar we aan toe zijn, gaat het recht praten wat krom is gewoon door en moet een nieuw onderzoek aantonen wat wij al lang weten. Wij zullen binnenkort maar weer eens de vaste Kamercommissie informeren over onze standpunten en oplossingsrichtingen.

Stralingsincidenten veiligheidsregio’s

“Stralingsincidenten veiligheidsregio’s” is een kennisdocument met achtergrondinformatie over mogelijke incidenten met radioactieve stoffen, het mogelijk vrijkomen van ioniserende straling en/of radioactieve besmetting en het optreden door hulpdiensten bij dit type incidenten, ook wel stralingsincidenten genoemd. De VBV heeft mede een inhoudelijke bijdrage geleverd en het document mede gevalideerd. Het document is samengesteld voor het personeel van operationele hulpdiensten en veiligheidsregio’s en bestaat uit drie delen.

  1. Stralingsincidenten veiligheidsregio’s: Achtergrondinformatie.
    Dit document is geschreven voor de Adviseur Gevaarlijke Stoffen (AGS) van de brandweer, de Gezondheidskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen (GAGS) van de GHOR, de Teamleider Explosieven Verkenning (TEV) van de politie, stralingsdeskundigen, en andere geïnteresseerden van de diverse publieke hulpdiensten en private dienstverleners. Dit document bevat zowel basisinformatie als meer specialistische informatie. De hoofdtekst in dit document (tekst is zwart-gedrukt in het lettertype Arial) bevat basisinformatie die relevant kan zijn voor operationeel leidinggevenden.
  2. Stralingsincidenten veiligheidsregio’s: Basisinformatie voor operationeel leidinggevenden.
    De basisinformatie uit het document Stralingsincidenten veiligheidsregio’s: Achtergrondinformatie is uitgebracht als apart deel. Deze informatie is geschreven voor operationeel leidinggevenden zoals bevelvoerders en officieren van dienst (OvD) van de verschillende kolommen. De basisinformatie is letterlijk dezelfde tekst als de hoofdtekst uit Stralingsincidenten veiligheidsregio’s: Achtergrondinformatie.
  3. Stralingsincidenten veiligheidsregio’s: Operationele handreiking.
    Dit document is samengesteld voor beide doelgroepen en bestaat uit een aantal aandachtkaarten en formulieren. Ook hier is onderscheid gemaakt in een algemeen deel en een deel met aandachtkaarten voor stralingsdeskundigen. De informatie op deze kaarten kan zowel van toepassing zijn tijdens stralingsincidenten als bij de operationele voorbereiding (zowel planvorming als vakbekwaamheid) daarop.De inhoud is overgenomen uit Stralingsincidenten veiligheidsregio’s: Achtergrondinformatie.

Het document Stralingsincidenten veiligheidsregio’s vervangt het Radiologisch Handboek Hulpverleningsdiensten (RHH; 2007/2011). Documenten zijn hier te downloaden.

Dick Arendsen

We zijn niet tegen!

Regelmatig wordt ons verweten dat we altijd overal tegen zijn. Ook wordt ons regelmatig “framing” verweten, dat we op “oorlogspad” zijn en dat we ons niet aan de afspraken houden. Om dit te weerleggen een aantal zaken op een rij.

Waar wij voor staan is het behartigen van de belangen van ca. 19.600 Brandweer Vrijwilligers, van het brandweervak, het vakmanschap en de beroepseer. In welke zin dan ook.
We zijn niet tegen Brandweer Nederland. Wel zijn we er op tegen dat 25 regio’s 25 afzonderlijke koninkrijken vormen waar Brandweer Nederland kennelijk geen enkele sturing op kan of wil geven.

We zijn niet tegen het management van de brandweer in het algemeen. We zijn wel tegen managers die vinden dat leidinggevenden geen affiniteit  met de brandweer hoeven te hebben maar alleen een goede manager moeten zijn.

Wij zijn niet tegen het onderzoeken van variabele voertuigbezetting. Waar we tegen zijn is dat regio’s afzonderlijk gevaarlijke experimenten uitvoeren met allerlei variaties van voertuigbezettingen en allemaal een eigen wiel aan het uitvinden zijn, en daarmee de brandweermensen en burgers onnodig in gevaar brengen. We pleiten voor een landelijk, eenduidig wetenschappelijk onderzoek waar alle partijen bij zijn betrokken.

We zijn niet tegen een tankautospuit met een bezetting van 4 personen. Waar we wel tegen zijn is dat een TAS 4 als zelfstandige eenheid gaat functioneren zonder bevelvoerder. Ook vinden wij dat bij een zogenaamd ‘maatgevend incident’ gewoon een volledig bezette TAS6 uit moet rukken, of in ieder geval een ruim compenserende variant daar op zoals bijvoorbeeld 2x een TAS 4 die gelijktijdig uitrukt, en zeker niet eerst een 2-mans voertuig en daarna een TAS4. Ook zien wij de zin niet in van een aangepast voertuig voor 4 personen die niet voorzien is van standaard bepakking zoals dit is omschreven in het besluit op de veiligheidsregio’s. Verder vinden wij dat variabele voertuigbezetting nooit vanuit een bezuinigingsoogpunt mag worden overwogen.

We zijn tegen het inzetten van voertuigen met een 2-mans bezetting omdat dit geen enkele toevoeging is voor de veiligheid van de burgers. Ook geeft het geen enkele verbetering van de opkomsttijden, in die zin is het inzetten van een busje met 2 personen het creëren van schijnveiligheid en in principe “volksverlakkerij”.

We zijn niet tegen bezuinigingen bij de brandweer mits die niet ten koste gaan van de veiligheid van de burgers en onze brandweermensen.

Wij zijn niet tegen het PPMO. Waar we wel tegen zijn is de ongelijkheid tussen beroeps en vrijwilligers die hiermee gecreëerd wordt. En ook ongelijkheid tussen mannen en vrouwen. Waar we ook tegen zijn is dat hierdoor buitengemiddelde mensen zoals lange of korte mensen af vallen. Kort gezegd: We zijn er op tegen dat mensen afgekeurd worden op andere gronden dan hun fysieke toestand of conditie. Verder vinden wij dat de medische aspecten zoals het maken van een hartcardiogram en bloed- en urineonderzoeken terug moeten komen in de keuring. We zijn niet voor het gebruik van de Stairmaster omdat de manier waarop die nu wordt gebruikt gevaarlijk is, arbo technisch niet te verantwoorden en uitdrukkelijk tegen de gebruiksadviezen van de fabrikant van het toestel is.

We hebben ons in het verleden behoorlijk verzet tegen de regionalisering. De contouren van ons gelijk daarin tekenen zich pijnlijk af in onafhankelijke onderzoeken. Steeds meer wordt duidelijk dat het management mijlenver van de werkvloer afstaat.  Desondanks hebben wij ons uiterste best gedaan om mee te denken om aan dit onzalige idee een zo goed mogelijke invulling te geven. Zie hiervoor het document ‘Visie op vrijwilligheid’, een co-productie tussen de VBV en de NVBR (nu Brandweer Nederland).

Om de belangen van de vrijwilligers zo goed mogelijk te behartigen zoeken wij veelvuldig de publiciteit. Dat de manier waarop we dat doen niet altijd in goede aarde valt is duidelijk. Maar wij merken dat het niet altijd voldoende is dat Jantje in de klas alleen maar netjes zijn vingertje opsteekt. Dat het soms gewoon nodig is dat Jantje af en toe met zijn knuistjes op zijn tafeltje trommelt en keihard “juf, juf, juf” roept.

Ben je dat met ons eens? Help ons dan. Word lid van onze, maar ook jouw, vereniging. Voor €25,- per jaar. Waarom lidmaatschap van de VBV zo goedkoop is? Dat komt omdat iedereen bij de VBV alles op vrijwillige basis en onbezoldigd doet. We bezoeken kazernes, spreken met commandanten en managers, en adviseren rechtstreeks politici en de minister van V&J. Wil je hier meer over weten, volg ons dan op Facebook en Twitter en bezoek regelmatig onze website. …

Van fabels naar feiten

(© cartoon Frank Muntjewerf)
(© cartoon Frank Muntjewerf)

Met verbazing en onbegrip hebben wij kennisgenomen van het bericht “Vakbond blokkeert inzet succesvolle kleine brandweerauto” in de Gelderlander van vrijdag 5 februari 2016. Naast dit artikel hebben wij de audiobestanden beluisterd van de betreffende ‘beeldvormende’ raadsvergadering in Doetinchem en de bevestiging gevonden van de uitspraken van burgemeester Joosten.

Nadat eerder de burgemeester van Apeldoorn, de heer John Berends, de resultaten van een onderzoek onder Brandweer Vrijwilligers doorhet programma EenVandaag  bagatelliseerde, is het nu de burgemeester van Doetinchem, de heer Niels Joosten, die de kloof tussen management en werkvloer bevestigt en de burgers en hun vertegenwoordigers in de gemeenteraad apekool voorschotelt over de inzet van afwijkende voertuigbezettingen door de brandweer. In dit geval een tweepersoons bestelbusje (Snel Interventie Voertuig (SIV)). Daar worden de Vrijwilligers heel erg verdrietig van.

Ze zijn de bureaucratie en de aanhoudende kletspraat over het brandweervak helemaal beu. Een deel van de Vrijwilligers overweegt serieus te stoppen. De experimenten met minder mensen op een brandweerwagen zijn volgens de Vrijwilligers gevaarlijk en moeten stoppen. Daarom informeren wij raadsleden graag over de feiten. Immers; daar zijn we van, leunend op de ervaringen en standpunten van onze leden. Zij vinden het belangrijk dat volksvertegenwoordigers zich bij de ‘beeldvorming’ niet baseren op apekool maar op feiten.

Rol vakbonden
In de periode van januari 2014 tot medio juli 2015 is in Doetinchem een ‘Snel Interventie Voertuig’, kortweg SIV, ingezet. In tegenstelling tot de uitspraken van burgemeester Joosten is er voor de inzet van dit voertuig op de werkvloer nauwelijks tot geen sprake van draagvlak. Integendeel, medewerkers werden zelfs  – onder dreiging met rechtspositionele maatregelen – gedwongen deel te nemen aan de proef. Bovendien is de inzet van het voertuig in Doetinchem niet door vakbonden geblokkeerd, noch zijn er ‘afspraken’ over gemaakt. Ook staan er geen banen op het spel. Er is immers geen sprake van een beroepsbezetting in Doetinchem. De bonden kunnen evenmin zeggen of de proef al dan niet verder gaat, ze zijn er niet eens bij betrokken. De misleidende voorstelling van zaken door burgemeester Joosten vinden wij daarom ongepast.

‘Succesvol’ versus de bevindingen van de Ondernemingsraad
“De proef is succesvol, de aanrijtijden zijn flink bekort” aldus de burgemeester. Deze lezing staat in schril contrast met de uitleg van de Ondernemingsraad (OR) van de VNOG in zijn adviezen aangaande de inzet van het tweepersoons busje in Brummen en Doetinchem. Daaruit blijkt overduidelijk en goed onderbouwd dat vanuit de eigen organisatie is geadviseerd de inzet van een SIV te stoppen omdat de nadelen (o.a. de hoge kosten) niet opwegen tegen het maatschappelijk belang. De proef in Brummen was al voortijdig gestopt vanwege het geringe aantal (7) uitrukken en het feit dat ‘in sommige gevallen de TS6 sneller dan de SIV2 gevuld was”. Dat op zich is al kenmerkend.

“De SIV2 kan maar 15 incidenten aan, terwijl het opleidingsproces intensief is. Dit resulteert in hoge kosten, die niet in verhouding tot de beperking van de schade staan”. Bovendien kost het bijplaatsen van een SIV €50.000,- meer dan een reeds voorhanden zijnde tankautospuit bezet met 4 personen, aldus de OR die eveneens stelt dat het evaluatierapport niet voldoet aan de eisen van betrouwbaarheid en validiteit. Samengevat beschrijft de OR een onthutsend beeld van het besluitvormingsproces en zijn de door de OR ingebrachte argumenten om af te zien van de inzet van tweepersoons bestelbusje, overtuigend en helder.

Aanrijtijden
De wettelijke normtijden gelden voor een volledige brandweerbasiseenheid (tankautospuit met 6 personen) en niet voor een zelfstandig optredend tweepersoons bestelbusje (SIV). Die werd in Doetinchem vooral ingezet voor niet spoedeisende klusjes. Het tweepersoons busje werd echter ook als zelfstandige eenheid ingezet bij (hand)brandmeldingen afkomstig van (woon)gebouwen met niet zelfredzame bewoners of cliënten/patiënten. Dit in de veronderstelling dat in 95% van de gevallen er sprake is van een loze melding, het escalatierisico en een vertraagde opkomst van de noodzakelijke slagkracht daarbij voor lief nemend.

Dat noemen wij ‘Russische Roulette’ in brandweerstijl. Bij ons telt maar één uitgangspunt: de veiligheid van zowel burgers als ook brandweerpersoneel. Daarbij stellen wij de vraag of en zo ja, met hoeveel ‘miskleunen’ de gemeente Doetinchem in haar risicobeoordeling rekening houdt? Ter verduidelijking; de dodelijke brand van 12 maart 2011 in de GGZ instelling Rivierduinen te Oegstgeest begon ook met een OMS melding. Om nog maar te zwijgen over de actuele (nijpende) situatie rond de brandveiligheid in (woon)gebouwen met zelfstandig wonende ouderen. Denkt de burgemeester met twee personen en een bestelbusje op tijd de rechtens vereiste brandweerzorg – waarvan de wetgever uitgaat – te kunnen bieden?

Zorgplicht
Op de brandweer blijft immers de zorgplicht rusten bij alarmering. Dat betekent dat men nog altijd de verplichting heeft om binnen bepaalde tijd (opkomsttijden) bij een maatgevend incident een basiseenheid (Tankautospuit met 6 personen) ter plaatse te hebben. Het vooruitsturen van een SIV ontslaat de brandweer niet van deze plicht.

Opmerkelijk in dit verband is de – in het overleg van het Algemeen Bestuur geuite – zorg van burgemeester Joosten om “op de kortst mogelijke termijn in goed overleg met de OR te kijken hoe de veiligheid in Doetinchem zo snel mogelijk weer op orde kan worden gebracht. Veiligheid gaat voor alles. Het is moeilijk verteerbaar dat de betreffende auto wordt stilgelegd met als gevolg oplopende opkomst- en aanrijtijden”. Dit betekent impliciet dat adequate brandweerzorg voor burgers en bedrijven in het verzorgingsgebied van de brandweer in Doetinchem afhankelijk lijkt te zijn van de inzet van een tweepersoons bestelbusje.

Deze constatering kent grote overeenkomsten met die uit het verleden en vormen bij elkaar voldoende redenen om eens goed te kijken naar de oorzaak van de problemen. De brandweer in Doetinchem beschikt immers over een spiksplinternieuwe kazerne van zo’n € 9 miljoen, een keur aan voertuigen, zo’n 80 (deels gekazerneerde) vrijwilligers en gedurende kantooruren over zo’n 25 dagdienst medewerkers. Dan kan er naar onze mening nauwelijks sprake zijn van paraatheidsproblemen.

Samengevat
De burgemeester heeft volgens veel vrijwilligers en de VBV de gemeenteraad onjuist geïnformeerd. Bovendien staat bij de brandweer niemand te wachten op de inzet van een tweepersoons bestelbusje. Vrijwilligers al helemaal niet. Zij weten als geen ander dat je de omvang van een inzet pas achteraf kunt bepalen. Als alle veiligheidsvoorzieningen hebben gefaald dient de brandweer niet alleen snel maar ook adequaat te kunnen optreden. De colleges van B&W en raadsleden doen er goed aan de geluiden uit de kazernes serieus te nemen.

Goede tijden, slechte tijden in ’t Gooi!

Na de eerste uitzending van EenVandaag op maandag 18 januari, reageerde portefeuillehouder Brandweer in het Veiligheidsberaad, John Berends,  – ook namens Brandweer Nederland – op het onderzoek van EenVandaag en RTV-NH onder Brandweer Vrijwilligers. “Het Veiligheidsberaad en Brandweer Nederland herkennen de cijfers niet”. Ook de regionaal commandant van de (we kiezen er bewust voor het woord veiligheid weg te laten)regio Gooi en Vechtstreek voelde de dringende behoefte om in de media de resultaten van dat onderzoek ter discussie te stellen en beweerde dat er sprake was van gemanipuleerde cijfers. Verder zegt Van der Zwan dat door het flexibele uitruksysteem de veiligheid is toegenomen zonder erbij te vertellen waaruit dat zou moeten blijken.

Burgemeester Pieter Broertjes, voorzitter van de regio Gooi en Vechtstreek verwierp de conclusies uit het onderzoek en greep de gelegenheid aan om de VBV en haar achterban te schofferen. Bovendien werd gesteld dat men in Hilversum niet zo´n hoge pet op had van de VBV en er maar 1 vrijwilliger lid was. De honderden vrijwilligers (waarvan 80 VBV leden) op de overige 12 posten in ’t Gooi werden voor het gemak maar even buiten beschouwing gelaten.

Dit alles gebeurde amper 2 weken na ons gesprek met dezelfde mensen over wederzijds vertrouwen en de keuze voor een gematigde toon. Indachtig onze waardigheid en het spreekwoord ‘wie de bal kaatst’ zullen we stevig maar integer reageren op de zeperd van beide heren. Hoewel; Oud-voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, Prof. mr. Pieter van Vollenhoven haakte snel in en noemde de angst- en doofpotcultuur, bij de brandweer een ’teleurstellende houding‘.  De Gooi en Eemlander was ons ook voor en plaatste gisteren een artikel waarin nog even werd teruggeblikt op de eerder opgetekende ellende en de vloer werd aangeveegd met de cijfers van Broertjes en Van der Zwan. Overigens; Tussen 1 januari 2010 en 1 januari 2015 zijn er volgens de cijfers van het CBS (aangeleverd door de regio zelf) 65 Brandweer Vrijwilligers meer uit- dan ingestroomd.

Nadat afgelopen zomer het personeel middels een dienstmededeling werd gesommeerd zich niet negatief uit te laten over de organisatie, blijkt dat ook binnen de organisatie het vertrouwen in de leiding tot een dieptepunt is gedaald en zijn recent 2 leden uit de Ondernemingsraad gestapt die zich niet meer konden verenigen met de gang van zaken. De korpsleiding wordt manipulatie, tunnelvisie en een gebrek aan objectiviteit verweten. Een heel herkenbaar beeld na ons onderzoek en dat van Fazili Consulting. Het personeel geeft aan nauwelijks invloed te hebben op het beleid. Zo werden onlangs de Vrijwilligers vriendelijk uitgenodigd om mee te praten over de “doorontwikkeling repressieve organisatie”. Alles was bespreekbaar, behalve het flexibele uitruksysteem ‘VARTAS’ met de plantenspuit.

De burgers in Gooi en Vechtstreek zitten ondertussen met de ‘gebakken peren’, vooral de meest kwetsbare groepen die bij brand afhankelijk zijn van de hulp van anderen of de brandweer. In de tweede uitzending van EenVandaag kwamen voorbeelden uit Gooi en Vechtstreek aan bod die grote vraagtekens plaatsen bij de wijze van optreden door de brandweer. Niet dat de brandweerlieden iets te verwijten valt, maar veel meer het omstreden systeem waarin ze worden geacht te werken.

Dit werd pijnlijk duidelijk op 16 november 2015 bij een brand in een gebouw met aanleunwoningen met veel zorgbehoevende, niet zelfredzame mensen in Hilversum. Zeer opmerkelijk is dat, op basis van de melding van de brand (rook uit de meterkast), afkomstig uit een gebouw met kwetsbare en niet zelfredzame bewoners, een beperkte slagkracht werd ingezet die zich de eerste 10 minuten heeft gericht op eerste etage van het gebouw, terwijl de vuurhaard zich op de 2e etage bevond. Pas een kwartier na de melding is opgeschaald naar de kwalificatie ‘middelbrand’ waarmee assistentie van een tweede tankautospuit werd ingeroepen. Enkele minuten later gevolgd door het sein ‘grote brand’ en ruim een half uur na de eerste melding, het nader bericht: ‘zeer grote brand’. Dit omdat vanwege de hevige rookontwikkeling en de verspreiding ervan, het gehele gebouw ontruimd moest worden.

Deze casus én het optreden van de plantenspuit bij de zeer grote brand bij het postsorteercentrum zetten het omstreden uitruksysteem goed in de schijnwerpers zodat de burger zich een goed beeld kan vormen hoe de heren Broertjes en Van der Zwan de brandweerzorg hebben ingericht.

Iedereen staat erbij en kijkt ernaar!

koesteren vrijwilligersTwee jaar geleden was de VBV niet verbaasd over de uitkomst van het onderzoek van EenVandaag.
Dat zijn wij nu weer niet. Wij verbazen ons wel over de reactie van de Minister, de burgemeesters en van de brandweercommandanten. Zij herkennen de specifieke signalen van onrust klaarblijkelijk niet.

De minister van VenJ beloofde dat er in 2014 een onderzoek zou komen en het moest beter. De werkvloer moest zich thuis voelen in de organisatie. De afstand tot de leiding moest kleiner. Van een afrekencultuur mocht geen sprake zijn. Daarna werd het stil, heel erg stil.

Nu twee jaar later is er nog niets veranderd, zo blijkt. Het beeld van een brandweerorganisatie die zich verliest in oneindige projecten en pilots. Onder de noemer van ‘vernieuwing’ draait in de kantoren de productie van beleidsplannen en visies op volle toeren. Niet op één plek maar op 25, ieder voor zich. Het resultaat? Niemand die het weet, niemand die het meet. Daarmee is ook niemand verantwoordelijk.

Zeven van de tien Brandweer Vrijwilligers uit het onderzoek vinden afwijkende voertuigbezettingen een slechte zaak. Ook weten we na 8 jaar experimenteren met talloze pilots nog steeds niet wat een ‘uitruk op maat’ is. De gevolgen van een ‘uitruk onder de maat’ daarentegen zijn alom bekend en voorspelbaar, net als het resultaat van het ‘gecontroleerd laten uitbranden’ van gebouwen. Iedereen staat erbij en kijkt ernaar. Niemand is echt verantwoordelijk.

De minister van VenJ wijst naar de burgemeesters in het Veiligheidsberaad. Het Veiligheidsberaad vraagt het aan Brandweer Nederland. In de veiligheidsregio’s volgt iedereen zijn eigen koers. De Tweede Kamer en de Gemeenteraden kunnen geen vat krijgen op het proces of worden gesust met stapels ‘verbetervoorstellen’ waarbij niet zelden een solide brandweerkundige onderbouwing volledig ontbreekt, net als adequaat beleid voor het vinden en binden van voldoende vrijwilligers. Iedereen verantwoordelijk en dus niemand.

Bijzonder maar niet verrassend is dat nagenoeg alle (verbeter)voorstellen ondubbelzinnig leiden tot een (forse) reductie op het beschikbare materieel en personeel en/of het sluiten van kazernes en daarmee de slagkracht van de brandweer. Dit staat haaks op ontwikkelingen en trends in de samenleving, immers de schadelast en het aantal (miljoenen)branden kent een stijgende lijn. Dat geldt ook voor het aantal (dodelijke) slachtoffers , vooral onder de meest kwetsbare groepen in onze samenleving. Ook daar lijkt niemand verantwoordelijk .

De lector brandweerkunde pleit voor het betrekken van de brandweermensen bij kennisontwikkeling . Het IFV als kennisinstituut roept om ingrijpen . Wie en waarmee we dat moeten gaan doen is nog een raadsel. Uit recent onderzoek blijkt dat de brandweer daarbij geconfronteerd kan worden met een enorme hulpvraag. Desondanks sturen we een bestelbus met 2 personen als zelfstandige eenheid naar brandmeldingen afkomstig van gebouwen met niet zelfredzame burgers , als de brandweeruitvoering van ‘Russische Roulette’. Dat past, dankzij Brandweer Nederland, het Veiligheidsberaad en de minister van VenJ, keurig binnen de landelijke kaders. Iedereen verantwoordelijk en dus niemand verantwoordelijk.

Maar de Brandweer Vrijwilligers schudden het hoofd en keren de organisatie vol onbegrip de rug toe.
Uit het onderzoek blijkt dat een kwart van de ondervraagden dat nu serieus overweegt. Helaas.
De kantoren steeds voller en de kazernes steeds leger. Steeds meer kantoormensen praten vanachter hun bureau over veiligheid, brandweerzorg en rampenbestrijding. Maar als we veiligheid of actie als het laatste redmiddel moeten bieden aan de burger in nood, dan komen we steeds later en/of met steeds minder en komen handen tekort. Geen Vrijwilliger die het nog begrijpt en kan uitleggen. Terwijl zij als eerste geconfronteerd worden met de gedupeerde burgers die een heel ander verwachtingspatroon hebben van de brandweer dan wat nu op verschillende plekken geboden kan worden.

De meeste Vrijwilligers verwachten dat er ook nu weer niets zal veranderen. Het recht praten wat krom is lijkt immers tot norm verheven en niemand is er verantwoordelijk voor. Zo verdwijnt bij velen langzaam maar zeker de motivatie en wordt de ultieme burgerparticipatie in een prachtig en betaalbaar fijnmazig hulpverleningsnetwerk om zeep geholpen.

Iedereen staat erbij en kijkt ernaar……….