Redactie

Trend in hoog aantal miljoenenbranden?

euros2014: Op een na hoogste aantal  miljoenenbranden zorgde voor schadelast van bijna een half miljard euro.

In geheel 2014 hebben zich in ons land 129 grote branden voorgedaan, waarbij de geraamde schade één miljoen euro of meer bedroeg, een evenaring van het aantal geregistreerde miljoenenbranden in 2003. Sinds de start van de registratie van deze branden in 1998 vonden alleen in 2013 in één jaar meer grote brandcalamiteiten plaats:148. De 129 miljoenenbranden in 2014 zorgden gezamenlijk voor een schadelast van naar schatting 495 miljoen euro, 141,5 miljoen (22,2% euro minder) dan de 636,5 miljoen euro in 2013. Behalve in 2013 viel de totale schadelast ook hoger uit in 2003 (636,8 miljoen euro) , 2000 (o.a. vuurwerkramp Enschede, 571,7 miljoen euro) en 2001 (508,9 miljoen euro), zo blijkt uit de meest recente registratie van de miljoenenbranden in Nederland, die tot stand is gekomen in samenwerking met de bij het NIVRE aangesloten expertisebureaus en met verzekeraars.

Lees meer in het persbericht van het Nederlands Instituut Van Register Experts (NIVRE)
Overzicht miljoenenbranden vierde kwartaal 2014 

Bron: NIVRE

SIV: het sprookje van Gooi en Vecht

siv-het-sprookje-van-gooi-en-vechtIn de Gooi en Eemlander van 5 november jl. lezen we: ‘Bemanning snel brandweerbusje redt sorteercentrum bij grote brand Havenkwartier’.  Het gaat daarbij om een zeer grote brand aan de Havenweg 79 in Hilversum. Volgens een brandweerwoordvoerder is door de snelle komst van het relatief nieuwe tweemans-busje voorkomen dat de brand oversloeg naar de grote sorteerhal van PostNL. ,,Door de inzet in de eerste paar minuten is doorslag voorkomen.”

Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaald hem wel………..
De woordvoerder van de brandweer Gooi en Vechtstreek (BGV) heeft kennelijk geen rekening gehouden met een beeldverslag van de feitelijke situatie. Tegenwoordig worden de hulpdiensten immers vaak al met camera’s en fototoestellen opgewacht zodra ze bij een calamiteit arriveren. Dat is soms lastig maar kan zeker ook bijdragen aan een ‘goed beeld’ van de situatie.

In dit geval is het ‘optreden’ van de bemanning van het bestelbusje keurig gedocumenteerd: door ooggetuigen én een YouTube filmpje, gelukkig maar. Het zet de vermeende prestatie van het brandweerbusje met twee man in een ander, maar wel juist daglicht: (Foto: Foto Miché,  Youtube video: Miché Media)

Geen Slagkracht
In de wetenschap dat dit ‘snelle brandweerbusje’ uitrukt met maar 2 personen en beschikt over 1 straal met watervoorraad van maar 350 liter, is de inzetduur en slagkracht zeer beperkt. Kort na aankomst is op de beelden (bij 0.05 min.) te zien dat het ‘snelle brandweerbusje’ op de binnenplaats is opgesteld en dat de (drukluchtschuim (DLS))straal wordt ingezet in de hoek van het gebouw (bij de grote rode overheaddeuren), gericht op de vlammen bij de dakrand. Enig effect op het vuur is niet waarneembaar.

De ramen op de begane grond en de 1e verdieping in deze hoek zijn nog intact, vlamverschijnselen  zijn er ook niet te zien. In het tijdsbestek tussen aankomst van het ‘snelle bestelbusje’ en de start van het filmpje is deze (DLS)straal niet ingezet voor een binneninzet. Wel is dezelfde (DLS)straal ingezet op de gevel en centrale vuurhaard van het brandobject, getuige de schuimresten op de ramen en op de grond. Het effect daarvan in termen van voorkomen van uitbreiding of door- en overslag voorkomen, is niet waarneembaar. De brand ontwikkeld zich in volle hevigheid. Waar het tweede bemanningslid van het busje zich bevindt is onduidelijk.

Vanaf 0.28 min. zien we dat de inzet van de straal is gestaakt. De brand bij/op de dakrand woedt gewoon door en neemt in intensiteit en omvang alleen maar toe. Daarmee kunnen we concluderen dat de inzet van dit tweemans-busje geen enkele toegevoegde waarde heeft geleverd in de bestrijding van deze brand, laat staan dat in de eerste paar minuten doorslag is voorkomen.

Geen enkele zinvolle bijdrage
Een ‘tweemans-busje’ is nadrukkelijk niet in staat een zinvolle bijdrage te leveren bij maatgevende incidenten. Ze staan meestal in de weg en werken impliciet gevaarlijke situaties in de hand, helemaal wanneer een dergelijk busje uitrukt zonder opgeleide bevelvoerder, zoals bij deze inzet het geval was. Een dergelijke, grote uitslaande brand vraagt om slagkracht en veel water. Dat weten alle bevelvoerders.

Volksverlakkerij
Dit alles maakt dat de brandweerwoordvoerder zich schuldig maakt aan pure volksverlakkerij. Enkele weken geleden vertelde een woordvoerder van de veiligheidsregio Zeeland bij Omroep Zeeland dat een lange aanrijtijd geen gevolg had voor de brand. Dit nadat het in Breskens een klein half uur had geduurd alvorens de brandweer kon ingrijpen bij een brand in een restaurant. Er lijkt daarmee sprake van een heuse trend. Het recht praten wat krom is moet maar eens afgelopen zijn, zo vinden wij en hebben de minister van VenJ inmiddels verzocht om in te grijpen.

Wordt vervolgd.

Vrijwilligers dubbel geschoffeerd

vrijwilligers-dubbel-geschoffeerdDe beschikbaarheid van vrijwilligers in de veiligheidsregio Zeeland begint zorgelijke vormen aan te nemen, hetgeen zondagmiddag 25 oktober jl. zijn weerslag heeft gevonden in de niet adequate bestrijding van een brand in een  horecagelegenheid aan het Spuiplein in Breskens. Ondanks het feit dat de lokale brandweerkazerne bijna ‘om de hoek’ ligt, duurde het meer dan 20 minuten voordat de brandweer ter plaatse was, aldus een nieuwsbericht van Omroep Zeeland.  Er was inmiddels al sprake van uitbreiding naar de horecazaak van de buurman.

De eerste arriverende vrijwilligers werden ter plekke door omstanders uitgejouwd. Alsof dat nog niet erg genoeg was wordt door de VRZ impliciet de oorzaak van de vertraging bij de vrijwilligers gelegd en bestaat het risico dat er geen chauffeurs zijn al jaren, aldus de directeur van de VRZ, Gerrie Ruijs. Dat naast het ontbreken van een chauffeur in Breskens, ook de post Oostburg onderbezet was, noemde ze de ‘Wet van Murphy’.

De VBV heeft daarover echter een geheel andere mening. De Inspectie Veiligheid en Justitie heeft al in 2012 vastgesteld dat de brandweerzorg in Zeeland niet voldoet aan de (wettelijke) maat. De opkomsttijden van de brandweer werden onvoldoende gehaald, dit met het oog op de veiligheid van zowel burger als het brandweerpersoneel. De minister van VenJ heeft in 2012 de voorzitter van de VRZ met klem verzocht de opkomsttijden van de brandweer in Zeeland te verbeteren.

De oplossing voor dit probleem heeft de VRZ gevonden in het oprekken van opkomsttijden, het sluiten/samenvoegen van 11 kazernes en het wisselen van 24 volwaardige tankautospuiten in voertuigen met een mindere bezetting en slagkracht. Iedere Brandweer Vrijwilliger snapt dat dat geen verbetering is. Bovendien worden de vrijwilligers vooral als ‘probleem’ neergezet omdat het in toenemende mate moeite kost om met name overdag voldoende vrijwilligers binnen een acceptabele uitruktijd op de kazerne te krijgen.

Dat de oplossing ligt in het project ‘Maatwerk in Brandweerzorg’, durven wij ernstig te betwijfelen. Sterker nog, in de stapels rapporten en bijlagen is geen enkele paragraaf opgenomen waarin oplossingsrichtingen voor het vinden, binden en boeien van voldoende vrijwilligers worden voorgesteld, geen spoor van een visie. Het wordt helemaal bedenkelijk in de wetenschap dat de voorzitter van de VRZ, dhr. Jan Lonink, in 2013 de landelijke ‘Visie op Vrijwilligheid’ in ontvangst nam en alle partijen opriep daadwerkelijk iets te doen met de ‘breed gedragen visie’. In Zeeland is er tot dusver niets mee gedaan. Aan slimme piepers zonder vrijwilligers heb je dan ook helemaal niets.

Ben ik goed verzekerd?

ben-ik-goed-verzekerdDat is een vraag die zich Brandweer Vrijwilligers doorgaans niet zo vaak stellen. Het wordt als vanzelfsprekend ervaren dat de veiligheidsregio’s naast hun wettelijke zorgplicht voor het personeel ook zorgvuldig omgaan met de belangen van vrijwilligers die zich dag in dag uit inzetten voor de veiligheid van hun medeburgers.

Over de zorgplicht aangaande arbeidsomstandigheden bij de brandweer heeft de Inspectie SZW deze zomer een onthutsend beeld geschetst. In mei bracht de Koninklijke Metaalunie de problematiek van arbeidsongeschiktheid van vrijwillige brandweerlieden bij minister Asscher onder de aandacht. Recent gevolgd door een onduidelijk beeld van het aantal beroepsziektemeldingen zoals dat werd gepresenteerd in het TV programma ‘De Monitor’.

In de brief van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geeft dhr. Asscher aan dat er geen sprake is van lacunes in regelgeving en/of de praktijk. Het feit dat minister Van der Steur in zijn verzamelbrief aan de Kamer aangeeft dat nota bene de brandweerwerkgevers zelf, verenigd in het Veiligheidsberaad, geen inzicht blijken te hebben in de omvang van de PTSS-problematiek bij de brandweer én geen overzicht hebben van hoe de arbeidsongeschiktheidsverzekeringen per regio zijn geregeld, doet bij de VBV de alarmbellen rinkelen. Wij zullen daar in de Brandweerkamer nadrukkelijk aandacht voor vragen.

Verzekeringen
Afspraken over ongevallenverzekeringen en schadevergoedingen zijn vastgelegd in de artikelen 19:25, 19:26, 19:27 en 19:28 van de rechtspositieregeling voor Brandweer Vrijwilligers (hoofdstuk 19 CAR-UWO). In het verleden werd het verzekeringspakket meestal lokaal en ‘op maat’ afgesloten en waren alle (neven)activiteiten van het korps ‘gedekt’. Dit gebeurde in nauw overleg tussen de lokale commandant en de gemeente. Sinds de volledige regionalisering ligt deze verantwoordelijkheid bij de veiligheidsregio’s en is de ‘afstand’ naar de Brandweer Vrijwilligers en hun activiteiten toegenomen.

Ons bereiken signalen dat de oorspronkelijke pakketten, polisvoorwaarden en de hoogte van de uitkeringen onder druk staan. Dit verhoogt het risico dat vrijwilligers (zowel in loondienst als de zelfstandig ondernemer) met financiële problemen kunnen worden geconfronteerd indien ze tijdelijk of blijvend arbeidsongeschikt raken als gevolg van een voorval tijdens hun inzet voor de brandweer, dan wel een activiteit vanuit hun – lokale – maatschappelijke betrokkenheid. Dit baart ons grote zorgen omdat ons ook concrete voorbeelden hebben bereikt die aantonen dat er in de praktijk wel degelijk lacunes zijn. De vraag is dus of deze lacunes zijn afgedekt, dat de veiligheidsregio deze risico’s zelf wil dragen, of daarvoor een fonds wil inrichten, zoals dat als aanbeveling is opgenomen in het rapport “Vrijwillig Dienen en Verdienen” dat in opdracht van het A+O fonds is geschreven.

Aanbesteding en pakketwijzigingen
Nadat vorig jaar het IFV een gezamenlijke openbare Europese aanbesteding voor 11 veiligheidsregio’s om onbekende redenen heeft gestaakt, zijn dezelfde regio’s nu opnieuw een aanbesteding gestart. De bijbehorende programma’s van eisen zijn vooralsnog niet bekend. Uit eerdere aanbesteding voor personele verzekeringen, die via registers zoals Tenderned kunnen worden geraadpleegd, blijkt dat er ook opmerkelijke verschillen tussen veiligheidsregio’s zijn en niet altijd duidelijk is welke dekking het pakket biedt. Daarnaast blijkt dat niet altijd wijzigingen worden gemeld door de werkgever.

De VBV ziet graag een uniform verzekeringspakket dat voorziet in heldere voorwaarden en een eenduidige uitkering. Wij roepen onze leden en de medezeggenschapsorganen (OR en GO) op om in de aanbestedende regio’s alert te zijn op het programma van eisen voor het verzekeringspakket en de polisvoorwaarden. Het betreft ten minste de volgende veiligheidsregio’s:

Veiligheidsregio’s (link naar Tenderned)
IJsselland Haaglanden/IFV
Gooi en Vechtstreek Flevoland
Utrecht Brabant-Noord
Kennemerland Noord-Holland-Noord
Limburg-Noord/IFV Hollands-Midden/IFV
Gelderland-Midden/IFV

Uiteraard is het ook mogelijk om in de eigen veiligheidsregio navraag te doen naar het verzekeringspakket en de daaraan verbonden polisvoorwaarden.  Elke Brandweer Vrijwilliger heeft immers het recht op een afschrift van deze polisvoorwaarden.

Afspraken met Brandweerkamer over testprotocol PPMO

PPMOIn het overleg over brandweerarbeidsvoorwaarden van 28 september 2015 hebben Brandweerkamer en vakcentrales in het LOBA afspraken gemaakt over het nieuwe beloningshoofdstuk 3 van de CAR en het PPMO testprotocol. Ook is gesproken over herziening van het FLO-overgangsrecht en verlenging van de garantieregeling die daarbij hoort. (download en lees hier de gemaakte afspraken)

PPMO en stairmaster
De Arbeidsinspectie heeft enige maanden geleden het gebruik van de stairmaster stilgelegd. De stairmaster werd gebruikt in het PPMO. Het LOBA heeft 28 september ingestemd met een wijziging van het testprotocol PPMO, zodat de traplooptest met stairmaster per direct, dus vanaf nu, weer afgenomen kan worden. Een belangrijke aanpassing in het kader van de veiligheid is, dat het niet meer verboden is om de leuning beet te pakken als men in onbalans raakt. Daarnaast is afgesproken dat niet meer met een loodgordel, maar een loodharnas gewerkt gaat worden. Op basis van nader onderzoek  zullen  nog specificaties aangegeven worden, waar het loodharnas aan moet voldoen. Daar wordt later separaat over gecommuniceerd.

Bovenstaande afspraak kwam tot stand op aandringen van de VBV. Dit naar aanleiding van de vele reacties op ons meldpunt.
Mocht er bij de uitvoering van het vernieuwde protocol discussie ontstaan over de uitvoering van de traplooptest (handen aan de leuning) of dat er sprake is van ongevallen of gevaarlijke situaties, vragen wij onze leden om dit kenbaar te maken op ons PPMO meldpunt dat hier bereikbaar is.

Voor het vervolg hebben wij bij de betrokken partijen aangedrongen op een spoedige evaluatie van het gehele PPMO.

CBS cijfers en meer…..

onderzoekMet de publicatie van de vernieuwde brandweerstatistieken heeft het CBS een weg ingeslagen om de traditionele CBS brandweerstatistiek, zoals wij die al decennialang kennen, te vernieuwen.

De gepubliceerde (voorlopige) CBS cijfers leiden in het land tot uiteenlopende reacties. Zoals de berichten; ‘Twee derde brandmeldingen van automatisch alarm’, ‘Brandweer in Rijnmond snelste van Nederland’ of ‘ Brandweer Drenthe is de langzaamste’. De verschillen zijn echter heel logisch en verklaarbaar. De cijfers zeggen naar het oordeel van de VBV ook weinig over het kwaliteitsniveau van brandweerzorg in de betreffende veiligheidsregio. Zo zijn bijvoorbeeld de beroepsbrandweerkorpsen in stedelijke gebieden evident sneller dan vrijwilligerskorpsen op het platteland.

Responsetijd = Opkomsttijd
Burgers ontlenen hun gevoel van (brand)veiligheid aan de wetenschap dat de brandweer snel aanwezig is als dat nodig is. De Nederlandse brandweer heeft in 2014 gemiddeld 7,4 minuten nodig gehad om bij een brand te komen, aldus het CBS . Hoewel in sommige regio’s nog wel verbeteringen kunnen worden behaald, zijn de cijfers wat ons betreft een compliment waard. Ze plaatsen bovendien de voortdurende discussie rondom de haalbaarheid en een eventuele aanpassing van de wettelijke normtijden in een geheel andere dimensie. De ‘8 minutennorm’ is immers ook de tijd die bij de totstandkoming van het Besluit veiligheidsregio’s door bestuurders en de brandweerprofessie als een acceptabele tijd werd beschouwd. We doen het dus in dat opzicht heel erg goed.

Verrassend
Uit een nadere beschouwing van de cijfers blijkt dat de meldkamer Noord-Nederland verschillende alarmeringstijden voor de aangesloten veiligheidsregio’s Groningen (0,9 min.), Drenthe (0,4 min.) en Friesland (0,5 min.) genereert. Dit geldt eveneens voor de tijden van de regio’s IJsselland (0,4 min.) en Noord- en Oost-Gelderland (0,7 min.), aangesloten op de Meldkamer Oost Nederland. Een mogelijke verklaring is het feit dat veiligheidsregio’s nog steeds verschillende beleidsregels hanteren, met name op het gebied van meldingen afkomstig van automatische brandmeldinstallaties, de zogenaamde ‘OMS meldingen ’.

Onnodig uitrukken = onnodige overlast en onnodige kosten
In 2014 werd 35 procent van de incidenten afgehandeld in de meldkamer, meldt het CBS. Hier uit blijkt dat de meldkamer een belangrijke rol kan spelen in het beperken van onnodige uitrukken en daarmee onnodige kosten en onnodige veiligheidsrisico’s in het verkeer. Het CBS verwijst daarbij ook naar het landelijk project STOOM. Dit project beoogt het terugdringen van het enorme aantal nodeloze uitrukken op OMS meldingen waarvan jaar in jaar uit  zo’n 95% loos blijkt te zijn.

Zo hebben bijvoorbeeld een aantal veiligheidsregio’s zoals o.a. Rotterdam-Rijnmond en Noord- en Oost- Gelderland het aantal nodeloze uitrukken aanzienlijk weten te beperken. Met strak beleid op het gebied van verificatie (op de meldkamer en locatie) en de inzet van nieuwe, innovatieve technische voorzieningen blijkt het zeer wel mogelijk om een groot deel van de OMS ellende te voorkomen.

Andere regio’s zoals o.a. Gooi en Vechtstreek en Limburg-Noord daarentegen laten een (flinke) stijging zien. Mogelijk dienen de vele onnodige meldingen daar een ‘hoger doel’? Bijvoorbeeld de inzet van een SIV (Snel Interventie Voertuig) voor het ‘verbeteren’ van de opkomsttijden en de inzetstatistieken? Daarbij is het sturen van een SIV (bestelbusje met 2 personen) naar een OMS melding, afkomstig van een object met niet of minder zelfredzame personen, spelen met vuur. Zonder het hoge aantal loze meldingen heeft een SIV nauwelijks bestaansrecht en komt het argument dat ‘80% van de meldingen met 2 personen kunnen worden afgehandeld’ onder stevige druk.

Tot zover onze duiding. ‘Wordt vervolgd’ zullen we maar zeggen……

SIV blijft ‘slepende kwestie’

Foto_SIV_Ruud_Snijders“De discussie over Uitruk op Maat mag, omdat het gaat om essentiële zaken als de veiligheid van het personeel en het niveau van brandweerzorg, geen ‘slepende kwestie’ worden.” Aldus minister Ard van der Steur in zijn verzamelbrief aan de Tweede Kamer.

Echter, met de apekool die telkens rondom de inzet van afwijkende voertuigbezettingen wordt verkocht, is dit thema al sinds jaren een ‘slepende kwestie’. Nadat wij eerder al een uitgebreid artikel hebben geschreven, presenteren we u graag een actueel kijkje ‘achter de schermen’:

1 juli 2015: Factsheet RemBrand & Uitruk op Maat Veiligheidsberaad:
Het Veiligheidsberaad beweert in deze ‘factsheet’ dat de bonden en de VBV met Brandweer Nederland en het Veiligheidsberaad hebben afgesproken dat zij gaan evalueren hoe het landelijk kader ‘Uitruk op Maat’ wordt ervaren. Feit is dat een dergelijke afspraak noch met de bonden, noch met de VBV is gemaakt. Het Veiligheidsberaad heeft daarmee blijk gegeven een onbetrouwbare ‘dialoogpartner’ te zijn. Een ‘afspraak’ met Brandweer Nederland kent in het slechtste geval 25 varianten en het ‘landelijk kader’ geeft daarvoor alle mogelijke ruimte: “Andere varianten zijn mogelijk maar worden niet landelijk ondersteund.”  Kortom; “voor elk wat wils”.

1 juli 2015 veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland:
In tegenstelling tot het advies van de Ondernemingsraad (OR) en het besluit van de directeur om de inzet van een Snel Interventie Voertuig (SIV) te beëindigen, meent de burgemeester van Doetinchem in de vergadering van het Algemeen Bestuur dat de veiligheid in zijn stad zo snel mogelijk weer op orde moet worden gebracht na het stilleggen van de betreffende auto, vanwege oplopende opkomst- en aanrijtijden.  Deze spelen bij de beoogde inzet echter geen enkele rol. Het is bovendien hoogst merkwaardig dat een burgemeester meent dat de brandweerzorg voor zijn stad (56.000 inw.) afhankelijk is van de inzet van een bestelbusje met 2 personen.

7 juli 2015 veiligheidsregio Gooi en Vechtstreek:
Door de24/7 inzet van twee man in een busje, loopt de brandweer Gooi en Vechtstreek deze zomer tegen een bezettingsprobleem aan. Met een dienstmededeling meldt de korpsleiding dat op momenten dat er gaten in het rooster vallen, de hoogwerker in Hilversum buiten dienst wordt gesteld. De maatregel leidt tot flink wat onbegrip en onrust bij de brandweer. Het operationele nut van de brandweerbusjes in vergelijking met een redvoertuig is immers evident. Mensen die commentaar leveren moeten rekenen op een reprimande van de korpsleiding. De lokale politiek stelt de opmerkelijke keuzes aan de orde, spreekt in de media van ‘mismanagement’ en verzoekt de Commissaris van de Koning om in te grijpen . In het Noord-Hollands dagblad komt op 27 juli met een uitgebreid artikel: ‘Brandweerbaas moet eens kiezen’. In het artikel stelt de verslaggever zich de vraag op de regionaal commandant niet te loyaal is aan zijn ‘bovenbazen’.

9 juli 2015 veiligheidsregio Zeeland:
De inzet van een ‘Zeeuwse TS’ leidt tot veel rumoer en weerstand op de posten. Het concept vertoont na 2 jaar proberen nog steeds grote problemen. Toch wordt met het besluit van het Algemeen Bestuur van 9 juli op 24 posten een ‘Zeeuwse TS’ ingevoerd. Bepakking en bezetting wijken af van de standaard TS en de wettelijke bepalingen. In een raadsvergadering in Noord-Beveland wordt door de regionaal commandant gemeld dat een standaard TS € 450.000,- kost en een ‘Zeeuwse TS’ ‘iets minder’. Een marktconforme prijs voor een standaard TS ligt echter tussen de €250.000,- en €300.000,-. De OR geeft in zijn advies aan dat van een tijdige en wezenlijke betrokkenheid op het voorgenomen besluit geen sprake is geweest. Echter, het Algemeen Bestuur beweert in hun persbericht over de besluitvorming dat dit wel het geval is geweest.

Samengevat: ‘Het hoeft niet per se juist te zijn, als het maar plausibel klinkt’ lijkt het credo in sommige veiligheidsregio’s en het Veiligheidsberaad. Voor de minister de hoogste tijd om zijn verantwoordelijkheid voor de brandweerstelsel op te pakken en de partijen bij de les te houden.
(Foto: Ruud Snijders)

Falend beleid funest voor paraatheid brandweer

Foto_SIV_Ruud_SnijdersDoor gaten in het dienstrooster zal op bepaalde momenten het redvoertuig van de brandweer in Hilversum buiten dienst worden gesteld, aldus de korpsleiding in een recent persbericht. Met het stilvallen van dit redvoertuig is de brandweer niet meer in staat om tijdig de rechtens vereiste hulp te bieden in gevallen waarbij burgers  bij een brand onvoldoende of geen vluchtwegen meer hebben (bijvoorbeeld portiekflats en hoogbouw) Bovendien kan een redvoertuig ook als vluchtweg voor eigen personeel dienen. Daarmee faalt het personeelsbeleid van de Brandweer Gooi en Vechtstreek (BGV) opnieuw en komt de paraatheid van de brandweerkorpsen in deze veiligheidsregio verder in het geding.

Volgens de Gooise leden van de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers (VBV) ligt de oorzaak hiervan bij de inzet van bestelbusjes met 2 personen, de zgn. ‘Snelle Interventie Voertuigen’(SIV).  De inzet van dit soort brandweervoertuigen staat  landelijk ter discussie omdat er op de werkvloer geen draagvlak voor is. Om deze reden is het ook een probleem om de dienstroosters 24/7 voor de 4 SIV’s in Gooi en Vechtstreek gevuld te krijgen en wordt in een toenemend aantal gevallen een beroep gedaan op de kostenintensieve 24-uursbezetting. Maar ook dat heeft inmiddels zijn grenzen bereikt.

Redvoertuig buiten dienst
Het probleem is echter al meer dan een jaar bekend. Ondanks de duidelijke signalen heeft de korpsleiding nagelaten om tijdig adequate maatregelen te treffen, zo blijkt nu. De extra 24-uursmedewerkers die onlangs in dienst zijn genomen kunnen het groeiend tekort blijkbaar ook niet aanvullen. Dit heeft tot gevolg dat regelmatig brandweervoertuigen buiten dienst moeten worden gezet. Dat nu het redvoertuig in Hilversum aan de beurt is beschouwen wij als het spreekwoordelijke puntje van de ijsberg. Dat andere redvoertuigen uit de regio gegarandeerd binnen de normtijden in Hilversum kunnen arriveren, durven wij ernstig te betwijfelen. Welk nut de inzet van hoogwerkers heeft hebben we gezien bij de brand in het wooncomplex ‘De Notenhout’ in Nijmegen op 20 februari van dit jaar.

Parallel aan een evaluatie van het vrijwilligersbeleid heeft de VBV in 2014 op alle kazernes in de regio Gooi en Vechtstreek een belevingsonderzoek uitgevoerd. De oplossingsrichtingen uit dit rapport en dat van het evaluatieonderzoek zijn door de directie en het Algemeen Bestuur ter zijde geschoven. Hierdoor is er in het afgelopen jaar niet zichtbaar gewerkt aan het herstel van vertrouwen. Bovendien heeft de VBV het Algemeen Bestuur van de veiligheidsregio en de korpsleiding voortdurend geïnformeerd over de bezwaren tegen de inzet van de SIV’s en de omvangrijke offers in personele en financiële middelen die daarmee gemoeid zijn terwijl nut en noodzaak van een SIV tot op heden niet zijn aangetoond. De kosten stijgen en de brandweerzorg is in het geding.

Ondeskundig en geldverspillend beleid
De vrijwilligers zien dat allemaal met lede ogen aan en zijn niet meer gemotiveerd om dit ondeskundige en geld verspillende beleid actief te ondersteunen. De oproep van de commandant om (extra) diensten te draaien is aan deze, voorheen goed gemotiveerde, mensen niet meer besteed.  Volgens de Gooise VBV leden is er maar één oplossing; de SIV’s volledig buiten dienst stellen.

Nieuw brandweerplan: sprookje of bange droom?

zeelandDe veiligheidsregio Zeeland verbeterd dekkingspercentage van 39% naar 93,2%!

In de Nota van toelichting op het Besluit Veiligheidsregio’s lezen we: “De regels inzake brandweerzorg beogen de algemene veiligheid van personen bij branden en gevaren te dienen. Het gaat hierbij om het redden van levens en het voorkomen dat de brand naar belendende panden overslaat.” 

De veiligheidsregio Zeeland voldoet niet aan deze regels. Daarop volgt in september 2012 een brief op poten van de minister van VenJ. Daarin schrijft hij dat de normtijden uit het Besluit veiligheidsregio’s onvoldoende worden gehaald. Dat is ´zorgelijk´ omdat de opkomst van de brandweer daarmee onvoldoende is geborgd. Omdat de veiligheidsregio Zeeland een van de regio’s is die in minder dan 50% van de gevallen de normtijden haalt, verzoekt hij de regio met klem om de opkomsttijden te verbeteren en de daartoe noodzakelijke stappen te nemen.

Inmiddels heeft de veiligheidsregio Zeeland de volgende wondermiddelen ingezet:

  • 8 kazernes worden gesloten
  • de tijdnormen voor de opkomst van de brandweer worden generiek met 25% opgerekt
  • 25 standaard tankautospuiten worden vervangen door een Zeeuwse TS4.

Terwijl iedereen denkt dat daarmee de slagkracht verslechtert, is het Algemeen Bestuur in staat om het volgende resultaat uit de hoed te toveren: Het dekkingspercentage gaat van 39% naar 93,2%. Iedereen blij!

Het Algemeen Bestuur introduceerde daarvoor gewoon plannen met nieuwe, zelfbedachte regels die onder de streep ook nog geld opleveren; kassa!
Aanstaande donderdag gaat het Algeem Bestuur een besluit nemen over de eigen plannen, Dat is ook handig.
De volksvertegenwoordigers zijn ondertussen al verdwaald in het sprookjesbos van de veiligheidsregio.

In tegenstelling tot veel bestuurders gelooft de VBV niet in het sprookje van Zeeland. Het lijkt meer op een bange droom.

Daarom hebben wij een brief gestuurd naar alle colleges en gemeenteraden in Zeeland.
Lees deze brief hier: https://www.brandweervrijwilligers.nl/vbv-brief-maatwerk-zeeland/

Zorgwekkende conclusies Inspectie SZW

inspectie-szwDe VBV heeft met grote zorg kennisgenomen van de conclusies in de factsheet van de Inspectie SZW. Deze factsheet (download deze hier) schetst een onthutsend beeld van het arbobeleid, of beter gezegd; het gebrek daaraan in de bezochte veiligheidsregio’s. Het bevestigt ons beeld van een zorgelijke vorm van passiviteit bij belangrijke risico’s zoals deze zich tot voor kort hebben gemanifesteerd bij de brandweer. Wij refereren hierbij o.a. ook aan de incidenten met de snelkoppelingen op ademluchtapparatuur, de uitvoering van het PPMO, de “spannende momenten” bij de megabrand op de Hoge Veluwe, de ‘zeer gevaarlijke situaties’ bij de toepassing van schuimsystemen, en de veiligheid bij de inzet van afwijkende voertuigbezettingen die door de VBV onder de aandacht zijn gebracht maar tot dusver weinig gehoor vonden bij de verantwoordelijke partijen. Het gevoel van urgentie ontbreekt.

Ga hier naar het bericht van de Inspectie SZW.

Historie 
Begin 2005 constateerde de Inspectie OOV (nu Inspectie VenJ) na een uitvoerig onderzoek naar het veiligheidsbewustzijn van brandweerpersoneel, dat ondanks de vele aansporingen in onder meer de incidentrapporten van de Inspectie OOV, de brandweer nog steeds niet of nauwelijks leert van ongevallen. De minister gaf toen in zijn reactie aan dat het oplossen van de door de Inspectie OOV geconstateerde problematiek een langdurig traject zou zijn. Dat de Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie) 10 jaar later voor de derde keer op rij soortgelijke conclusies trekt is treffend maar bovenal zorgwekkend. Het feit dat overheidsorganen zich niet aan de wet- en regelgeving houden, vinden wij ontoelaatbaar. Vooral als het gaat om de veiligheid van onze hulpverleners. De rechten en plichten op het terrein van veilig werken zijn immers genoegzaam bekend.

Op de goede of de verkeerde weg?
Hoewel er zeker ook stappen zijn gezet op het gebied van veilig werken, doordat opleidingen, trainingen, oefeningen, procedures en middelen verder zijn doorontwikkeld, blijken regio’s totaal verschillende opvattingen te hebben over veiligheid en is er van uniformiteit nauwelijks sprake. Brandweer Nederland is niet één brandweerorganisatie met algemeen geldende standpunten en zienswijzen maar een samenstel van 25 zelfstandig werkende organisaties die vooral reactief functioneren. De vakinhoud lijkt ondergeschikt te zijn geraakt aan politiek bestuurlijke doelstellingen en ingrijpende bezuinigingen.

De VBV wordt regelmatig deelgenoot van en betrokken bij problemen, ook op het gebied van veiligheid en arbeidsomstandigheden, die onze achterban ondervindt bij de uitvoering van hun taken in het kader van de brandweerzorg. Veelal blijkt dat veiligheidsregio’s deze problemen onvoldoende onderkennen, onvoldoende aanpakken of zelfs geheel wegwuiven. De afstand die de regio’s hebben gecreëerd tussen management en werkvloer zorgt ervoor dat deze problemen veelal blijven hangen in de ‘tussenlaag’. Sprekende voorbeelden daarvan zijn het verschil van inzicht over het gebruik van snelkoppelingen bij ademluchtapparatuur en het uitvoeren van een RI&E, zoals o.a. het onder dreiging met juridische stappen afdwingen ervan.

Wij doen daarom een klemmend beroep op de verantwoordelijke partijen om de wet- en regelgeving na te leven en doeltreffende maatregelen te nemen. Daarbij omarmen wij het voorstel van de Inspectie SZW dat er een landelijk platform komt voor het analyseren van incidenten, bijstellen van werkwijzen, RI&E en arbocatalogus. Een landelijk platform dat alleen kan functioneren met een juiste vertegenwoordiging van de werkvloer en een werkbaar mandaat. De VBV ziet hier zeker een rol voor zich weggelegd. Voor de kwaliteit van  onze advisering doen wij naast onze eigen kennis vaak een beroep op de deskundigheid binnen de NVVK-OBO (Nederlandse Vereniging voor Veiligheidskunde) waarmee de VBV in 2008 een samenwerkingsconvenant heeft gesloten.

RI&E en betrokkenheid medewerkers
Bij Brandweer Nederland staat het vergroten van het veiligheidsbewustzijn van burgers hoog op de agenda. Voor het veiliger maken van het werk van de brandweerman en –vrouw heeft men de vakgroep Arbeidsveiligheid in het leven geroepen. Wij loven de ambities van deze vakgroep op het gebied van het delen en analyseren van informatie over gevaarlijke situaties, ongevallen en beroepsziekten. Gelijktijdig constateren wij een zorgelijke vorm van passiviteit die zich o.a. uit bij de moeizame totstandkoming van RI&E’s en andere prioritaire onderwerpen zoals ‘Uitruk op maat’, de gevaarsaspecten bij toepassing van schuimsystemen, de eerder genoemde snelkoppelingen en het PPMO.

Met onze constateringen en de harde conclusies van de Inspectie SZW is de vraag gerechtvaardigd of de lijnverantwoordelijken en het werkveld, en daarmee ook de Ondernemingsraden (OR) voldoende betrokken zijn bij de vormgeving van het arbeidsomstandighedenbeleid en het naleven van de voorschriften in hun regio. Onze ervaring leert dat met name Vrijwilligers op de uitrukposten niet of nauwelijks aan het woord komen in dit proces. Bestuur en management trachten de gecreëerde afstand tot de werkvloer te repareren door zich veelal te richten op de Ondernemingsraden. De verwijzing naar enkele Vrijwilligers in een OR biedt echter geen enkele garantie dat in veiligheidsregio’s met soms meer dan 60 vrijwilligerskazernes, de stem van deze mensen ook gehoord wordt, om van het uitoefenen van invloed nog maar te zwijgen. De VBV ziet wel kansen om deze leemte op te vullen. De bouwstenen uit de ‘Visie op Vrijwilligheid’ bieden daarvoor een ideale basis. In een eenduidige uitvoering ervan ligt de sleutel tot succes.

Samenvatting
De conclusies in de factsheet van de Inspectie SZW vragen om maatregelen. Het feit dat veiligheidsregio’s zich niet aan de wet- en regelgeving houden, vinden wij ontoelaatbaar. Daarvoor is naar onze mening de minister van Veiligheid en Justitie als systeemverantwoordelijke voor de brandweerzorg, aan zet. Hoewel er in het afgelopen decennium veelvuldig is gesproken, geschreven en projecten zijn gestart betreffende het verbeteren van de arbeidsveiligheid, zijn de beoogde doelstellingen klaarblijkelijk niet gehaald en zien we zelfs tegengestelde bewegingen zoals bij de uitvoering van het PPMO en ‘Uitruk op maat’, waarover wij de Inspectie SZW vorig jaar per brief hebben geïnformeerd. Het beheersen van de risico’s bij de brandweer vraagt om maatwerk waarbij een brede betrokkenheid en draagvlak van de werkvloer van essentieel belang is voor een goed resultaat. Wij omarmen het voorstel voor een platform voor het analyseren van incidenten, bijstellen van werkwijzen, RI&E en arbocatalogus.

Woordvoering:
Marcel Dokter, voorzitter VBV
06-51272859