Volgens de algemeen directeur van de veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) verdwijnen de Brandweer Vrijwilligers.
Als je nauwelijks iets doet om ze te vinden, te binden en te boeien dan lukt dat zeker. Wellicht is de wens de vader van die gedachte?
Het is overigens buitengewoon treurig dat de algemeen directeur de fatale brand in Hellevoetsluis gebruikt om de Brandweer Vrijwilligers op deze manier in de schijnwerpers te zetten. Hij stelt in het betreffende krantenartikel bovendien dat het bluswerk ‘door slordigheden en misverstanden’ te laat begon. Het is opmerkelijk dat de directeur zich kennelijk niet afvraagt hoe het komt dat steeds minder vrijwilligers nog gemotiveerd zijn om op te komen voor een alarm, laat staan wie de meerkosten van het ‘parttime’ korps gaat betalen.
Het lijkt daarmee op een goedkope manier om de aandacht af te leiden van de echte problemen in deze veiligheidsregio zoals de hoge opkomsttijden en de primaire slagkracht van de brandweer. De algemeen directeur trok al eerder onze aandacht met zijn vooringenomen conclusies over de omstandigheden bij de fatale brand. Volgens hem was de vertraging niet van invloed op het verloop van de brand en de overlevingskansen van de bewoners van de betreffende woning. Nog voordat er enig onderzoek had plaatsgevonden.
De dramatische omstandigheden bij deze brand vragen om een gedegen, onafhankelijk onderzoek. In plaats daarvan deed de VRR zelf onderzoek naar de oorzaak en het verloop van de brand en een evaluatie van het brandweeroptreden tijdens de brand. De VRR oordeelde vervolgens dat met het gereedkomen van het ‘evaluatierapport’ het onderzoek en evaluatie naar die fatale brand aan de Gruttostraat in Hellevoetsluis kon worden afgesloten.
Op basis van de vele opmerkingen van onze leden in de VRR hebben wij het evaluatierapport grondig bestudeerd. Wij komen in onze analyse (download en lees deze hier) tot de conclusie dat géén van de 3 onderzoeksvragen volledig is beantwoord. Het onderzoek naar de brand in de Gruttostraat kan daarom wat ons betreft zeker nog niet worden afgesloten. De Inspectie Veiligheid en Justitie heeft het evaluatierapport van de VRR ook bestudeerd en was van mening dat aanvullend onderzoek door de Inspectie niet zou leiden tot andere inzichten.
Wij delen deze mening niet en kunnen een herhaling van de dramatische omstandigheden binnen de VRR ook zeker niet uitsluiten. Daarom hebben wij de minister van Veiligheid en Justitie schriftelijk verzocht nader onderzoek in te stellen.
Wordt vervolgd.