Een bijzondere week.

Een telefoontje dinsdag van een journalist van ‘De Gelderlander’ was het begin van een bijzondere week. Het ging om een interview over de bestuursconferentie onder leiding van de burgemeester van Nijmegen, de heer Bruls, die ook voorzitter is van het Veiligheidsberaad. Deze club van burgemeesters van de grote steden gaat ook over de rechtspositie van de brandweermensen. Die rechtspositie is al enige tijd onderwerp van gesprek. De journalist was op zoek naar de opvatting van de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers en onze inzichten heb ik uiteraard met hem gedeeld.

Woensdagmorgen werd ik bijna wakker gebeld door 3FM want het door de journalist van ‘De Gelderlander’ geschreven artikel stond in het AD en trok de aandacht van de volledige landelijke pers. Het mogelijk naderend einde van de Vrijwillige Brandweer in Nederland was prominent in het nieuws.

Dit was het begin van een dag vol interviews waarin het gelijkheidsbeginsel van het Europees Recht, dat haaks staat op de verschillende wijzen van belonen van brandweermensen voor hetzelfde werk, het gespreksonderwerp was.

Een ander interview van Omroep Gelderland waarin wij werden bevraagd over de aanstaande bezuinigingen in de Veiligheidsregio Noord en Oost Gelderland, waardoor een slordige vijftig brandweerauto’s verdwijnen met bijhorende formatie van Vrijwilligers, trok nauwelijks aandacht. Terwijl dit soort maatregelen ook in diverse delen van ons land heel actueel zijn. Want zo raken de kazernes steeds verder leeg tegen de achtergrond van volle kantoren van de veiligheidsregio’s. Met het oog op grootschalig optreden en rampenbestrijding is dat volgens de VBV een zeer onverstandige keuze.

De discussie over de rechtspositie is niet nieuw. Al meer dan een jaar zijn wij hierover op diverse plaatsen in het land in gesprek. Eerst was er de constatering op het ministerie van Binnenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid dat er een mogelijk probleem was. Daarna deed de landsadvocaat Pels Rijcken onderzoek gevolgd door een second opinion onderzoek van hoogleraar Verburg. De conclusie was steeds dat hoe het momenteel is geregeld niet langer houdbaar is. Het moet dus anders en het moet snel.

Het probleem is volgens de VBV door de branche zelf veroorzaakt.

Vroeger was er een duidelijk verschil, in de grote steden van ons land was er 24-uurs beroepspersoneel dat de kazerne bevolkte en bij alarm uitrukte naar brand of ongeval. In de rest van het land was er Vrijwillige Brandweer. Zij waren oproepbaar bij alarm en gingen dan naar de kazerne. De beroeps verdienden een salaris, de Vrijwilligers ontvingen als compensatie voor onkosten en loonderving een vergoeding. Zij waren ook in dienst van verschillende organisaties, de gemeenten waar zij actief waren.

Door de regionalisering zijn beide groepen in dienst gekomen van dezelfde organisatie, namelijk de veiligheidsregio. Die veiligheidsregio’s zijn vervolgens de Vrijwilligers in gaan zetten voor werkzaamheden zoals kazernediensten. Niet als werknemer maar als Vrijwilliger. Vaak samen met beroepspersoneel voor dezelfde taken en werkzaamheden. Zo ontstond de situatie dat mensen met dezelfde opleiding, training en keuring voor hetzelfde werk verschillend werden beloond.

Nu dit duidelijk is geworden is de simpele conclusie:

“Schaf Vrijwilligheid af en geef iedereen bij de brandweer een arbeidsovereenkomst”.

De Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers is het niet eens met dit voorstel. Wij zijn voor een heldere scheiding tussen beroeps en Vrijwillig. Trek het uit elkaar en maak het weer verschillend. Zorg voor een duidelijk verschil tussen werk (kazerneringsdiensten, instructie, werken op oefencentra, keuringsbaanleider enz.) en Vrijwilligheid bij de brandweer (vrije instroom zonder piket of rooster).

Wij hebben gevraagd om betrokken te worden bij het uitwerken van mogelijke oplossingen voor de toekomst. Helaas is de VBV hiervoor tot nog toe niet uitgenodigd, ondanks toezeggingen van de Minister van Justitie en Veiligheid aan de Tweede Kamer dat dit wel ging gebeuren. Voorlopig zijn alleen burgemeesters, het Ministerie van Justitie en Veiligheid, de top van het Instituut Fysieke Veiligheid en een aantal directeuren van veiligheidsregio’s plannen aan het maken. Het toch al zwaar op de proef gestelde vertrouwen van de werkvloer in het management zal er hierdoor niet beter op worden. Er wordt weer gesproken over ons zonder ons.

Toch zullen wij ons blijven inzetten voor een toekomst waar de Vrijwillige Brandweer een centrale rol blijft spelen in de fysieke veiligheid op al die plaatsen in het land waar dat nu ook zo is. Fijnmazig, dichtbij de burger als teken van kracht van de lokale samenleving. Daar kunt u op rekenen! Zolang de Vrijwillige Brandweer nog bestaat zal de VBV dat doen.

Marcel Dokter

Voorzitter.