koesteren vrijwilligersTwee jaar geleden was de VBV niet verbaasd over de uitkomst van het onderzoek van EenVandaag.
Dat zijn wij nu weer niet. Wij verbazen ons wel over de reactie van de Minister, de burgemeesters en van de brandweercommandanten. Zij herkennen de specifieke signalen van onrust klaarblijkelijk niet.

De minister van VenJ beloofde dat er in 2014 een onderzoek zou komen en het moest beter. De werkvloer moest zich thuis voelen in de organisatie. De afstand tot de leiding moest kleiner. Van een afrekencultuur mocht geen sprake zijn. Daarna werd het stil, heel erg stil.

Nu twee jaar later is er nog niets veranderd, zo blijkt. Het beeld van een brandweerorganisatie die zich verliest in oneindige projecten en pilots. Onder de noemer van ‘vernieuwing’ draait in de kantoren de productie van beleidsplannen en visies op volle toeren. Niet op één plek maar op 25, ieder voor zich. Het resultaat? Niemand die het weet, niemand die het meet. Daarmee is ook niemand verantwoordelijk.

Zeven van de tien Brandweer Vrijwilligers uit het onderzoek vinden afwijkende voertuigbezettingen een slechte zaak. Ook weten we na 8 jaar experimenteren met talloze pilots nog steeds niet wat een ‘uitruk op maat’ is. De gevolgen van een ‘uitruk onder de maat’ daarentegen zijn alom bekend en voorspelbaar, net als het resultaat van het ‘gecontroleerd laten uitbranden’ van gebouwen. Iedereen staat erbij en kijkt ernaar. Niemand is echt verantwoordelijk.

De minister van VenJ wijst naar de burgemeesters in het Veiligheidsberaad. Het Veiligheidsberaad vraagt het aan Brandweer Nederland. In de veiligheidsregio’s volgt iedereen zijn eigen koers. De Tweede Kamer en de Gemeenteraden kunnen geen vat krijgen op het proces of worden gesust met stapels ‘verbetervoorstellen’ waarbij niet zelden een solide brandweerkundige onderbouwing volledig ontbreekt, net als adequaat beleid voor het vinden en binden van voldoende vrijwilligers. Iedereen verantwoordelijk en dus niemand.

Bijzonder maar niet verrassend is dat nagenoeg alle (verbeter)voorstellen ondubbelzinnig leiden tot een (forse) reductie op het beschikbare materieel en personeel en/of het sluiten van kazernes en daarmee de slagkracht van de brandweer. Dit staat haaks op ontwikkelingen en trends in de samenleving, immers de schadelast en het aantal (miljoenen)branden kent een stijgende lijn. Dat geldt ook voor het aantal (dodelijke) slachtoffers , vooral onder de meest kwetsbare groepen in onze samenleving. Ook daar lijkt niemand verantwoordelijk .

De lector brandweerkunde pleit voor het betrekken van de brandweermensen bij kennisontwikkeling . Het IFV als kennisinstituut roept om ingrijpen . Wie en waarmee we dat moeten gaan doen is nog een raadsel. Uit recent onderzoek blijkt dat de brandweer daarbij geconfronteerd kan worden met een enorme hulpvraag. Desondanks sturen we een bestelbus met 2 personen als zelfstandige eenheid naar brandmeldingen afkomstig van gebouwen met niet zelfredzame burgers , als de brandweeruitvoering van ‘Russische Roulette’. Dat past, dankzij Brandweer Nederland, het Veiligheidsberaad en de minister van VenJ, keurig binnen de landelijke kaders. Iedereen verantwoordelijk en dus niemand verantwoordelijk.

Maar de Brandweer Vrijwilligers schudden het hoofd en keren de organisatie vol onbegrip de rug toe.
Uit het onderzoek blijkt dat een kwart van de ondervraagden dat nu serieus overweegt. Helaas.
De kantoren steeds voller en de kazernes steeds leger. Steeds meer kantoormensen praten vanachter hun bureau over veiligheid, brandweerzorg en rampenbestrijding. Maar als we veiligheid of actie als het laatste redmiddel moeten bieden aan de burger in nood, dan komen we steeds later en/of met steeds minder en komen handen tekort. Geen Vrijwilliger die het nog begrijpt en kan uitleggen. Terwijl zij als eerste geconfronteerd worden met de gedupeerde burgers die een heel ander verwachtingspatroon hebben van de brandweer dan wat nu op verschillende plekken geboden kan worden.

De meeste Vrijwilligers verwachten dat er ook nu weer niets zal veranderen. Het recht praten wat krom is lijkt immers tot norm verheven en niemand is er verantwoordelijk voor. Zo verdwijnt bij velen langzaam maar zeker de motivatie en wordt de ultieme burgerparticipatie in een prachtig en betaalbaar fijnmazig hulpverleningsnetwerk om zeep geholpen.

Iedereen staat erbij en kijkt ernaar……….