De brandweer in ons land levert een formidabele prestatie door gemiddeld binnen 7,7 minuten ter plaatse te zijn bij een brandmelding (bron: CBS). Burgers ontlenen immers hun gevoel van (brand)veiligheid aan de wetenschap dat de brandweer snel aanwezig is als dat nodig is. De opkomsttijd van de brandweer is daarmee een belangrijke indicator voor het niveau van de brandweerzorg in een gebied.

Minder betrokken burgers = oplopende opkomsttijden
De kurk waarop de brandweerzorg (én niet te vergeten; de rampenbestrijding) in ons land drijft wordt overwegend gevormd door zo’n 19000 betrokken burgers die als brandweervrijwilligers bereid zijn noodhulp te verlenen. Deze mensen voeren deze taak uit naast hun reguliere werkzaamheden en komen in actie zodra het alarm afgaat. De vakbekwaamheid (opleidingen en oefenen) houden ze bij in hun vrije tijd. Maar het aantal Vrijwilligers daalt, van 22000 een jaar of zeven geleden naar nu 19000. ‘Als je met minder mensen naar de kazerne gaat als het alarm gaat, duurt het ook wat langer voordat de brandweer uitrukt’, aldus de voorzitter van de VBV op BNR nieuwsradio.

De daling van het aantal Vrijwilligers is volgens de VBV onder andere het gevolg van taakstellende bezuinigingen, vooral op materieel. Zoals bijvoorbeeld de plannen met kleinere bezettingen op voertuigen en kazernes in Zeeland. Ook zijn er in het land inmiddels enkele honderden voertuigen uit de repressieve sterkte gehaald, waaronder zo’n 130 tankautospuiten. De bijbehorende bezetting wordt meestal ‘overbodig’. Door dit uitdunnen van het bestand aan voertuigen en Vrijwilligers wordt niet alleen de slagkracht gereduceerd maar stijgt ook de druk op de resterende groep om de beschikbaarheid te garanderen. Dit gaat wringen met het persoonlijk leven van Vrijwilligers. Ons pleidooi is dan ook; meer Vrijwilligers in plaats van minder. De regio Zeeland is verstandig en is voornemens haar plannen te herzien. In de regio’s Friesland en Gelderland-Zuid daarentegen werd het uit de repressieve sterkte halen van respectievelijk 11 en 10 tankautospuiten, onlangs naar burgers en gemeenteraden als ‘verbetering’ gepresenteerd.

Een netto voordeel voor de samenleving is er meestal niet. Want de besparingen worden ruimschoots gecompenseerd door extra kosten voor systemen, automatisering, beleidsmedewerkers en protocollen. Ofwel: het bieden van veiligheid aan de burger neemt af terwijl de bureaucratie toeneemt. De minister van Justitie en Veiligheid is slechts systeemverantwoordelijk en zegt daardoor niets te kunnen veranderen. Hoewel; 14 maart jl. kreeg de minister Kamervragen over het artikel “Blussen? Dat doen we straks met een robot” in het AD.  We zijn erg benieuwd naar de antwoorden van de minister.

Professionalisering?
Feitelijk voeren directies en besturen van de veiligheidsregio’s – bewust of onbewust – dus al jaren de druk op de resterende vrijwilligers op. Verder worden onder het motto ”veiligheid en gezondheid” opleidingen, procedures en protocollen opgesteld die de redelijkheid en het gezond verstand te boven gaan of buitenspel zetten. De vrijwilligers zijn daarbij de bekende kikkers in de pan met water waaronder het vuur steeds hoger wordt opgestookt.

Resumé: de aanhoudende bezuinigingen, drang naar professionalisering en bureaucratisering zorgen ervoor dat de hulpverlening door betrokken burgers steeds moeilijker en op den duur onmogelijk wordt gemaakt. Mogelijk dat de invoering van de Wet Normering Rechtspositie Ambtenaren, kortweg WNRA, per 1 januari 2020 helemaal het einde van het ‘instituut’ Vrijwillige Brandweer gaat inluiden en de kosten voor de brandweerzorg mogelijk met 30% tot 50% zullen stijgen. Lees hier onze beschouwing van deze ontwikkeling.