zeelandWie licht gelooft, wordt licht bedrogen. Het ‘Zeeuwse Maatwerk’ nader bekeken.

Je deed niet genoeg aan brandweerzorg, je doet nu nog minder, maar zegt dat het veel beter wordt.

Door in de plannen ‘Maatwerk in Brandweerzorg’ de normopkomsttijden eerst generiek op te rekken met 25%, vervolgens kazernes wegsaneert en kleinere blusvoertuigen met minder capaciteit en slagkracht aanschaft en dat alles leidt tot een belangrijke verbetering van de repressieve brandweerzorg in Zeeland.
Dat is in een notendop de curieuze uitleg over de kwaliteit van de brandweerzorg in Zeeland. Als nota bene de Inspectie Veiligheid en Justitie (IVenJ) dat ook nog eens herhaald en beaamt, noemen wij dat volksverlakkerij.

Waarom? De enige verklaring die wij kunnen bedenken voor deze bizarre stellingname van de Inspectie is om hiermee de minister van VenJ de gelegenheid te geven om de Tweede Kamer tevreden te kunnen stellen. Enerzijds om te kunnen rapporteren dat de veiligheidsregio Zeeland (VRZ) – na ruim 3 jaar – eindelijk schoorvoetend gehoor geeft aan zijn oproep om de opkomsttijden van de brandweer in deze regio te verbeteren. Anderzijds om een aannemelijk antwoord te kunnen geven op lastige Kamervragen van de oppositie in de Tweede Kamer. De Zeeuwse burgers en hun vertegenwoordigers in de gemeenteraden hebben het nakijken voor wat betreft hun (brand)veiligheid.

Kortom; we hebben sterk de indruk dat niet de veiligheid van de burger in Zeeland centraal staat maar meer de positie van de minister. Deze hebben wij op 4 november jl. een aangetekende brief gestuurd waarin wij hem als systeemverantwoordelijke hebben opgeroepen om in te grijpen. De onwelgevallige informatie in deze brief kun je simpelweg negeren of naar smaak laten inkleuren.

In dat opzicht is het niet vreemd dat de IVenJ nu tot de conclusie komt dat ‘Maatwerk in Brandweerzorg’ een belangrijke verbetering van de repressieve brandweerzorg in Zeeland kan bewerkstelligen. Het woord ‘kan’ geeft echter aan dat het ‘Maatwerk’ plan nu niet meer is dan toekomstmuziek, waarbij de uitvoerders van de VRZ onder toezicht van de Inspectie komen te staan. Ondertussen lijkt het alsof de regionale media (PZC en Omroep Zeeland) de strekking van het woord ‘kan’ in de tekst van de brief van de Inspectie aan de VR Zeeland volledig is ontgaan.

Wij lezen immers in de uitkomsten van de QuickScan van de IVenJ onder meer dat de Inspectie:

a) (nog) niet kan beoordelen of de bestuurlijke uitgangspunten en -besluiten in Zeeland ook voldoen aan wet- en regelgeving.

b) kennelijk de harde (wettelijke) bovengrens van 18 minuten loslaat zonder dat bekend is welke ‘aanvullende maatregelen’ daar tegenover staan, laat staan wie deze ‘aanvullende maatregelen’ gaat betalen.

c) niet beschikt over specialistische kennis om te kunnen beoordelen of de RI&E voldoet aan de eisen en derhalve niet kan bepalen of ‘geen afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid en gezondheid van het brandweerpersoneel´. Ook kan niet worden vastgesteld of wordt voldaan aan de voorwaarde voor een gelijkwaardig niveau van veiligheid voor de burgers in Zeeland.

d) van oordeel is dat de VRZ beschikt over een ‘dynamisch’ dekkingsplan, omdat de resultaten van ‘Maatwerk’ nog ‘geïntegreerd moeten worden.

Samenvattend en op basis van bovengenoemde bevindingen zien wij onze zorgen nadrukkelijk bevestigd en dat er absoluut geen sprake kan zijn van “een belangrijke verbetering van de repressieve brandweerzorg in Zeeland”, integendeel. Opvallend is ook dat de IVenJ wegblijft bij een mening over het generiek oprekken van de wettelijke normtijden, terwijl de minister heeft aangegeven dat dit niet is toegestaan. Dit hebben wij nadrukkelijk gemeld aan de verantwoordelijke partijen.

Kennelijk is het rommelen met wettelijke bepalingen binnen de overheid verheven tot een doel op zich. Pas wanneer het volledig uit de hand is gelopen wordt er actie ondernomen. Waarschijnlijk kan dan mr. dr. Marten Oosting weer aan de slag, die heeft immers ervaring met grondig onderzoek en afwijkende bezettingen.

Wij zullen de Inspectie VenJ om een reactie vragen en de leden van de vaste commissie voor veiligheid en justitie in Tweede Kamer informeren over deze bizarre gang van zaken. De VBV in haar rol als de Hansje Brinker van de polder.

Wordt vervolgd.