De gemeente Kapelle bijt de spits af!

Op de website van de PZC verscheen op 17 juli ’22 een bericht met de titel: ‘Onrust bij brandweer over mogelijke samenvoeging korpsen Wemeldinge en Kapelle’. In dat bericht staat dat de twee brandweerkorpsen allerlei verhalen hebben gehoord over het samenvoegen van de twee kazernes met een nieuwe gemeentewerkplaats, waardoor er dus één kazerne zou moeten verdwijnen. Het gaat hier echter niet alleen om geruchten. Het gaat óók niet om de onrust onder de brandweermensen, maar vooral om de consequenties van dit plan voor de inwoners van de gemeente Kapelle en die van Wemeldinge in het bijzonder. Het plan tot samenvoegen vormt naar ons oordeel een onnodige bedreiging voor het professioneel en slagvaardig optreden van de brandweer en daarmee de veiligheid van zowel burgers als brandweerpersoneel.

Tijdens het vragenuurtje (agendapunt 5) in de vergadering van de Kapelse gemeenteraad van 12 juli ’22 werd duidelijk dat het geruchtencircuit over de samenvoeging en de beoogde locatie al een tijdje op gang is. De vraag dringt zich op waarom, ondanks de toezegging in december 2021 en de gevoeligheden, de gemeenteraad en de brandweervrijwilligers niet eerder zijn geïnformeerd over dit plan? De vrijwilligers zijn immers de ervaringsdeskundigen bij uitstek en zonder deze vrijwilligers is er helemaal geen brandweerzorg in de gemeente Kapelle. Bovendien zijn andere gemeenten, zoals bijvoorbeeld Vlissingen, heel transparant in onderzoeken naar de operationele brandweerzorg in de eigen gemeente. Een duidelijk antwoord op deze vraag en de schriftelijke vragen van Gemeentebelang en het CDA kwam er evenwel niet. Ook niet op de vraag wie dit plan heeft bedacht. Wel gaf de portefeuillehouder aan dat de veiligheidsregio Zeeland (VRZ) volop bezig is met plannen voor een herstructurering en minder kazernes.

Dat is bijzonder. Want dat staat in schril contrast met de doelstellingen van de VRZ in het Beleidsplan 2022-2025. Op p. 13 van dit op 24 februari 2022 door het Algemeen Bestuur vastgestelde en door de Zeeuwse gemeenteraden geaccordeerde beleidsplan staat immers dat de VRZ de huidige kwaliteit van de brandweerzorg in Zeeland minimaal wil behouden. Met het oog op de rol van de gemeenteraad bij het vaststellen van de doelen die de gemeente betreffende de brandveiligheid en de werkwijze en kwaliteit van de brandweerzorg nastreeft (artikel 3a van de Wet veiligheidsregio’s), is het bovendien opmerkelijk dat de veiligheidsregio Zeeland (VRZ) niet alle 13 gemeentebesturen binnen de VRZ met dit vraagstuk heeft benaderd. Want de VRZ zal haar beleid op het gebied van de operationele brandweerzorg niet uitsluitend afstemmen op de wensen van de gemeente Kapelle. Daarin hebben de gemeenteraden van de overige 12 gemeenten immers ook een belangrijke rol.

Andersom is het opmerkelijk dat het college van Kapelle de VRZ heeft gevraagd om een beoordeling van de samenvoeging, zonder daarbij de gemeenteraad en de vrijwilligers te informeren dan wel te betrekken. Het is links of rechtsom een nogal vreemde gang van zaken. Vooral omdat het samenvoegen en sluiten van posten in 2015 de Zeeuwse gemoederen nogal heeft beziggehouden en dit ook nu kan rekenen op de nodige kritiek uit de lokale samenleving. Bovendien kun je brandweerkazernes – in tegenstelling tot een gemeentewerkplaats – niet lukraak verplaatsen en is Zeeland op grond van haar uitgestrektheid, de grote risico’s en de moeilijke infrastructuur, aangewezen op een fijnmazig netwerk van kazernes.

Beoordeling
Voor een objectieve, vakinhoudelijke beoordeling van het plan om de twee posten in de gemeente Kapelle samen te voegen is het van belang om een reeks relevante uitgangspunten en ontwikkelingen te betrekken bij dit vraagstuk, dat gaat over de kwaliteit van de brandweerzorg, een voor de inwoners van Zeeland, instellingen, ondernemers, toeristen en de omliggende regio’s, essentiële publieke voorziening.

Om te beginnen met een terugblik op de inhoud van een stevige brief van de minister aan de VRZ uit 2012 n.a.v. een onderzoek naar de opkomsttijden door de Inspectie Justitie en Veiligheid (Inspectie JenV). Omdat de brandweer in de VRZ slechts in 47% van de incidenten voldeed aan de in de wet gestelde normtijden, en daarmee de opkomst van de brandweer onvoldoende was geborgd, verzocht de minister in deze brief de VRZ met klem om de opkomsttijden te verbeteren en de daartoe noodzakelijke stappen te nemen. Opvolgend onderzoek van de Inspectie in 2013 leerde dat de VRZ (zie p.106) met het project ‘Maatwerk in Brandweerzorg’ (MiB) wilde komen tot een dekkingsplan dat voldoet aan de wettelijke eisen uit de Wet veiligheidsregio’s. De VRZ gaf zelf aan met dit project de brandweerzorg op een robuuste, toekomstbestendige wijze te organiseren, met aandacht voor de specifieke risico’s, ligging van en omstandigheden in Zeeland.

In de gemeente Kapelle werd de beoogde inrichting van de brandweerzorg besproken tíjdens de raadsvergadering van 21 april 2015. Op pagina 3 van de onderliggende ‘bespreeknotitie’ werd door de VRZ geadviseerd om de posten Kapelle en Wemeldinge te handhaven. Uit deze notitie blijkt ook dat de risicoscore voor de kern Wemeldinge met een score van 2.1 hoger ligt dan voor de kern Kapelle (2.0). In 2018 zou het risicobeeld opnieuw worden beoordeeld. Ondertussen ontving de Inspectie Justitie en Veiligheid verschillende signalen dat de uitgangspunten of uitwerkingen van MiB niet zouden voldoen aan de wet- en regelgeving op het gebied van de basisbrandweerzorg. Daarop verrichtte de Inspectie JenV een zogenaamde ‘QuickScan’. Tot ieders verbazing concludeerde de Inspectie JenV in december 2015 dat ondanks ‘sommige onzekerheden’ bij de uitwerking, ‘Maatwerk in Brandweerzorg’ een belangrijke verbetering in de repressieve brandweerzorg in Zeeland bewerkstelligd kon worden.

De inkt van het Inspectierapport was amper droog of de volgende beproeving diende zich aan: een reeks van meldingen over vermoedelijke misstanden binnen de VRZ leidde begin 2016 tot maatschappelijke onrust en uiteindelijk tot het vertrek van de directeur. Op basis van een uitgebreid organisatieonderzoek, werd begin 2017 door de onderzoekers geconstateerd dat de organisatie op vele fronten gebrekkig functioneerde en dat de cultuur binnen de VRZ zeer te wensen overliet. Bestuur, directie en medewerkers van Veiligheidsregio Zeeland (VRZ) werken langs elkaar heen. Het ontbreekt aan vertrouwen en afstemming. Het is ‘ieder voor zich’. Zo luidde de inleiding van een artikel in de PZC. In reactie op de uitkomsten werd door het dagelijks bestuur van de VRZ betoogd dat wordt gewerkt aan een cultuuromslag en de betrokkenheid van de medewerkers zou worden vergroot. Dat was ook van invloed op de oorspronkelijke plannen voor MiB. In positieve zin.

Sinds 2017 heeft de VRZ hard gewerkt om deze vertrouwenscrisis te boven te komen. Ondertussen deed de Inspectie Justitie en Veiligheid opnieuw onderzoek naar de mate waarin de VRZ voldoet aan de wet- en regelgeving inzake de inrichting van de brandweerzorg. Toen de Inspectie JenV in mei 2018  haar regiobeeld van Zeeland publiceerde, bleek dat de VRZ  – voor wat betreft de opkomsttijden – nog steeds niet voldoet aan de wettelijke eisen voor dekkingsplannen. De VRZ kan slechts aan 2 van de 8 toetspunten uit het toetsingskader voldoen. Daarmee komen de conclusies van de Inspectie uit 2015 en de reactie van de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers wel in een ander daglicht te staan.

Niets veranderd
Sinds de brief van de minister uit 2012 is er feitelijk weinig tot niets veranderd in de organisatie van de operationele brandweerzorg in de VRZ. Ook niet in het (brand)risicobeeld van de gemeente Kapelle. Want op 9 oktober 2018 besloot het gemeentebestuur van Kapelle, op grond van de tussenevaluatie van MiB en gelet op de ongewijzigde brandrisico’s, tot het behouden van de huidige situatie en extra aandacht voor het werven van brandweervrijwilligers.

Ondanks het feit dat de VRZ nog steeds niet voldoet aan de wettelijke eisen, geeft de VRZ in de tussenevaluatie van MiB ook aan dat in 2016 in 67% van de gevallen de opkomst binnen de vastgestelde normtijden van MiB gerealiseerd is en voor 2018 de ambitie is vastgesteld deze performance van 67% te blijven handhaven. Dat klinkt immers beter als de 47% van de gevallen binnen de normtijden uit het Besluit veiligheidsregio’s. Zo kun je dus met één bestuursbesluit de opkomsttijden van de brandweer aanzienlijk ‘verbeteren’. Althans, op papier.

Daarmee is echter niet gezegd dat de VRZ geen inspanningen verricht om aansluiting te vinden bij de wettelijke vereisten. Althans, dat valt te vernemen uit een brief van de VRZ van 28 mei 2021 aan alle gemeentebesturen in Zeeland. Aangegeven wordt dat de VRZ deelneemt aan de landelijke pilot ‘Gebiedsgerichte Opkomsttijden’. Deze pilot, en het nieuwe dekkingsplan wat hieruit moet voortvloeien, vormt een belangrijke pijler voor de toekomstige invulling van de brandweerzorg in de VRZ. Ook geeft de VRZ in de brief aan dat brandveiligheidsmaatregelen onderdeel uit gaan maken van de beoordeling van de kwaliteit van brandweerzorg. De VRZ noemt hierbij voorbeelden als; extra aandacht voor brandveilig leven, extra preventieve maatregelen, actief inzetten op risicocommunicatie en adviseren in bestemmingsplan-, ontwerp- en vergunningsverleningsfasen.

Dat is bijzonder. Of beter gezegd; oude wijn in nieuwe zakken. Omdat deze activiteiten al sinds jaar en dag behoren tot de wettelijk taken van de brandweer. Bovendien is ‘meer risicobeheersing’ ook al jarenlang het motto en onderdeel van het bedrijfsmodel van Brandweer Nederland. Daarnaast geeft de VRZ aan dat brandveiligheid in alle gevallen een samenspel van risicobeheersing en incidentbestrijding is. Ook Maatwerk in Brandweerzorg is blijkens paragraaf 2.4 in het MiB rapport gebaseerd op dit samenspel. Echter, uit de jaarstukken van de VRZ blijkt dat het aantal uitrukken met één basisbrandweereenheid in de VRZ niet is gedaald, maar sinds 2015 met 15% is gestegen. Hieruit blijkt dat ‘meer risicobeheersing’ niet als vanzelfsprekend leidt tot minder incidenten.

Hoewel de VRZ als één van de zes pilot regio’s in het najaar van 2021 al een concept dekkingsplan heeft opgeleverd, en de Inspectie JenV zich ook over deze planvorming heeft gebogen en daarover heeft gerapporteerd, zijn zowel het concept dekkingsplan als de conclusies en bevindingen van de Inspectie JenV, in Zeeland niet kenbaar gemaakt en blijven deze geheel buiten beeld. Misschien vanwege de kritische bevindingen van de Inspectie JenV? Of het door de VRZ ingenomen standpunt dat maatregelen aan de voorkant niet kunnen worden uitgeruild tegen repressieve inzet aan de achterkant? Het antwoord op deze vragen kan alleen de VRZ geven. Feit is dat de gemeenteraden op deze wijze weinig of geen invloed kunnen uitoefenen op het te voeren beleid van de veiligheidsregio.

Opgeteld heeft de Inspectie JenV ten minste vijf keer de inhoud en motivering van het dekkingsplan, en daarmee het ‘niveau van brandweerzorg’ in de VRZ beoordeeld en daarbij ook getoetst of het bestuur dit besluit op een zorgvuldige en ordentelijke wijze heeft genomen. Dat blijkt helaas onvoldoende het geval en kunnen we op basis van de hiervoor aangehaalde feiten concluderen dat de VRZ nog steeds niet kan voldoen aan de wet- en regelgeving op het gebied van de inrichting van de repressieve brandweerzorg. Daarom lijken de plannen voor samenvoegen van de twee Kapelse kazernes ongefundeerd en zullen deze plannen de risico’s op slachtoffers bij branden en ongevallen onnodig vergroten.

Onderzoek & landelijke ontwikkelingen

In lijn met de toezegging zijn de vrijwilligers van Wemeldinge en Kapelle tijdens een informatiebijeenkomst op 18 juli ‘22 geïnformeerd over de plannen en zijn ze gevraagd om aan te geven wat bij hun leeft en speelt. Aan deze oproep hebben de vrijwilligers gehoor gegeven middels een lijst met vragen en opmerkingen. De inhoud van de opmerkingen spreekt voor zich en laat weinig ruimte voor nuance: het plan is bij de vrijwilligers ingeslagen als een bom. De mensen zijn teleurgesteld in de gang van zaken en stellen zich de vraag: waar doen we het nog allemaal voor? De VRZ en de gemeente Kapelle gaan nu een ‘verkenningsfase’ in, waarbij nader onderzoek plaatsvindt. Dat gezamenlijk onderzoek is gericht op de mogelijkheden voor een nieuwe brandweerkazerne en gemeentewerkplaats aan de Wemeldingse Zandweg aan de rand van Kapelle. De huidige kazernes in Kapelle en Wemeldinge zullen dan worden gesloten.

In een nieuwsbrief van het college van B&W van Kapelle valt te lezen dat het management van de Veiligheidsregio/brandweer Zeeland heeft aangegeven hierin mogelijkheden te zien. Dat is opmerkelijk. Want met dit voorstel zullen de opkomsttijden in Wemeldinge en omgeving aanzienlijk oplopen en zal de brandveiligheid evenredig afnemen. In het bijzonder voor de niet-zelfredzame burgers. Dat maakt dat de uitgangspunten die bij dit onderzoek zullen worden gehanteerd van groot belang zijn voor het nog op te stellen dekkingsplan van de VRZ, dat immers voor alle gemeenten van toepassing zal zijn en waarover de gemeenteraden ook nog moeten worden geconsulteerd.

Dat nieuwe dekkingsplan moet zijn gebaseerd op een nieuwe landelijk methodiek. De minister van JenV geeft in haar brief van 8 juli ’22 aan dat ze positief staat tegenover deze nieuwe systematiek voor gebiedsgerichte opkomsttijden. Dat is mooi, maar de kwaliteitsnormen (de uitgangspunten voor dekkingsplannen) moeten nog worden vastgesteld door de wetgever. Bovendien is de uitwerking van de nieuwe systematiek in het concept dekkingsplan van de VRZ in februari ’22 door de Inspectie JenV kritisch beoordeeld en heeft de toepassing van de methodiek in de veiligheidsregio Noord-Holland Noord tot grote maatschappelijke en bestuurlijke onrust geleidt. Bovendien wordt momenteel op landelijk niveau gewerkt aan een vernieuwd, toekomstbestendig brandweerstelsel. Dat vernieuwde stelsel van crisisbeheersing en brandweerzorg zal volgens de minister in het najaar verder worden vormgegeven middels een contourennota crisisbeheersing en brandweerzorg.

Daarom zijn we erg benieuwd hoe de keuzes van de VRZ zullen worden vormgegeven.

Wordt vervolgd!