Aan:
Tweede Kamer der Staten-Generaal
T.a.v. Vaste commissie voor Justitie en Veiligheid
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Baarn, 27 januari 2023

Onderwerp: commissiedebat brandweer en crisisbeheersing

Geachte leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, geachte Kamerleden,

Woensdag 1 februari 2023 debatteert u met de minister van Justitie en Veiligheid over de brandweer en crisisbeheersing. De Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers (hierna: VBV) brengt voor dit Commissiedebat graag haar standpunten m.b.t. de volgende onderwerpen onder uw aandacht.

  1. Algemeen
  2. Ontwikkelingen meldkamerdomein en missiekritische communicatie hulpdiensten
  3. Verzamelbrief brandweer en crisisbeheersing
    a) Gebiedsgerichte opkomsttijden
    b) Landelijk kader Uitruk op Maat
    c) Richtlijn veilig optreden bij vuurwerk
    d) Doorontwikkeling Incidentbestrijding Gevaarlijke Stoffen (IBGS)
    e) Brandweerkerndata
  4. Arbeidsveiligheid bij de brandweer
  5. Crisisbeheersing en brandweerzorg – betrokkenheid werkvloer

1. Algemeen

Het vorige commissiedebat Brandweer en crisisbeheersing was op 24 maart 2022. Sindsdien hebben er diverse ontwikkelingen plaatsgevonden binnen ons vakgebied, maar zeker ook daarbuiten. Terwijl wij met regelmaat de Minister en uw Kamer hebben geïnformeerd over de stand van zaken rond de brandweerzorg in ons land, willen we hier niet voorbijgaan aan de omstandigheden waaronder onze collega’s in Oekraïne hun werk moeten doen. Daarom mag hier niet onvermeld blijven dat vanuit verschillende brandweerkorpsen een respectabele hoeveelheid voertuigen en materieel is gedoneerd en naar Oekraïne is gebracht. Het vak verbindt ons onder alle omstandigheden.

Ook staan we hier stil bij 1 februari, de datum waarop precies 70 jaar geleden op meer dan 150 plaatsen in Zeeland, Zuid-Holland en Noord-Brabant de dijken braken en Nederland werd getroffen door een van de grootste natuurrampen uit zijn geschiedenis. Dat de dreiging van (natuur)rampen in Nederland er altijd was en ook zal blijven is geen verrassing. Heel recent waarschuwden experts dat natuurbranden in Nederland steeds vaker onbeheersbaar zullen worden en pas doven als er geen brandstof meer is. Dan is het erg vreemd dat veiligheidsregio’s bij grote natuurbranden een beroep op de buren moet doen. Omdat ze zelf een groot deel van de slagkracht van de brandweer hebben wegbezuinigd, zelfs op de Veluwe. Nog vreemder is het dat individuele gemeenten, die hun slagkracht wel op peil willen houden, niet daartoe in staat worden gesteld (democratische legitimatie) en een bezwarenprocedure moeten starten. Zo blijkt dat 25 veiligheidsregio’s samen nog geen garantie zijn voor een veilig land. Bovendien klinkt de verwijzing naar preventieve maatregelen sympathiek en daadkrachtig, maar het weer en extreme natuurverschijnselen kunnen de veiligheidsregio’s niet beïnvloeden.

In Nederland gaat de brandweerzorg op de schop. Dat heeft het kabinet aangekondigd in zijn standpunt en de ‘Contourennota Versterking Crisisbeheersing en Brandweerzorg’. De 19.000 brandweervrijwilligers vormen een belangrijk onderdeel van de Nederlandse brandweer. Omdat de veranderingen in de brandweerzorg complex van aard zijn, een lange adem en veel inzet van onze vereniging vergt, vragen we in deze brief in het bijzonder uw aandacht voor de stem van de vrijwilligers in het komende traject. Die stem vindt dikwijls zijn weg via onze vereniging naar de politiek-bestuurlijke arena. Daarom willen we hier op deze plaats ook uw Kamer bedanken voor het vertrouwen en uw inzet om ervoor te zorgen dat de stem van de brandweervrijwilligers niet alleen op papier tot uitdrukking komt, maar ook daadwerkelijk wordt gehoord.

De brede steun voor de motie van de leden Van Nispen en Mutluer, waarin de Kamer de regering verzoekt met voorstellen te komen zodat de werkvloer meer zeggenschap krijgt bij het maken en uitvoeren van voorstellen rondom brandweerzorg en dit tevens te waarborgen binnen veiligheidsregio’s waarderen wij in zeer hoge mate. Die waardering spreken wij ook uit in de richting van de Minister. Vooral voor de wijze waarop invulling is gegeven aan de wens van de Tweede Kamer en door het Veiligheidsberaad te verzoeken serieus werk te maken van het verbeteren van de beleving op de werkvloer.

Met betrekking tot de beleving van brandweervrijwilligers ontkomen we er niet aan om hier de situatie in de veiligheidsregio Noord-Holland Noord nog eens te benoemen. In deze regio hebben wij het advies van de Minister opgevolgd door namens 31 van de 52 posten het Algemeen Bestuur te verzoeken de bestaande situatie en kazernes in stand te houden en te blijven werken volgens de in Nederland geldende normen en kaders voor de inrichting van de basisbrandweerzorg. Dat blijkt erg lastig. Een reactie op onze brief bleef ruim een half jaar uit. Wel werden dialoogsessies georganiseerd en een klankbordgroep ingericht. Maar de regio gaat gewoon door op de ingeslagen weg en worden ‘innovatieve inzetconcepten’ door functionarissen van de VRNHN middels een onjuiste weergave van de feiten gepresenteerd en bepleit in gemeenteraden. Op grond van deze ontwikkelingen vrezen wij een reeks nieuwe concepten in andere regio’s. Daarom hebben wij de werkwijze van deze regio onder de aandacht van de Inspectie JenV gebracht.

2. Ontwikkelingen meldkamerdomein en missiekritische communicatie hulpdiensten
Vanuit het ministerie van justitie en veiligheid wordt gewerkt aan de voorbereiding van het programma NOOVA dat op termijn C2000 en daarmee ook onze randapparatuur gaat vervangen. Om de behoefte, de eisen en wensen van de brandweer landelijk in beeld te krijgen heeft de VBV, op uitnodiging van de Kwartiermaker NOOVA voor de veiligheidsregio’s, deelgenomen aan een onderzoek om onze eisen en wensen met betrekking tot communicatie middelen zoals o.a. pagers, portofoons, mobilofoons landelijk te kunnen vertalen in zogenoemde ‘user stories’, die als input gebruikt worden om de gebruikerseisen aan het NOOVA netwerk en randapparatuur op te stellen. Om de problemen die ontstonden bij de uitrol van C2000 en het gebruik van de bijbehorende communicatiemiddelen te voorkomen, is de vroegtijdige betrokkenheid van de werkvloer in het nog te volgen traject voor de vervanging van C2000, van grote waarde, zo niet essentieel. Wij spreken hier de verwachting uit dat deze betrokkenheid van blijvend karakter is.

3. Verzamelbrief brandweer en crisisbeheersing

Bij brief van 30 september 2022 hebben wij gereageerd op de verzamelbrief van de Minister. Een afschrift van deze brief hebben we ook naar uw commissie verzonden. Van de Minister hebben we onlangs een schriftelijke reactie ontvangen. De inhoud stemt ons hoopvol. Omdat ook wij uitzien naar een constructieve samenwerking om gezamenlijk de ambities voor een toekomstbestendige Brandweer in Nederland waar te kunnen maken. Ook al vallen we niet graag in herhaling, maar enkele onderwerpen waarvoor we aandacht hebben gevraagd zijn – met het oog op de kwaliteit van de brandweerzorg – nog steeds actueel. Daarom benoemen we ze hier teneinde een definitieve oplossing dichterbij te brengen.

a) Gebiedsgerichte Opkomsttijden

Kijkend naar de praktijk zijn onze zorgen over een correcte en eenduidige toepassing van de herziene Handreiking Landelijk uniforme systematiek voor dekkingsplannen (hierna: handreiking GGO) nog niet verdwenen. In het bijzonder waar het gaat om de indeling in risiconiveaus, het behalen van de referentiewaarde en de inzet van ‘innovatieve inzetconcepten’ zoals de SI-2 en de brandweerassistenten in de veiligheidsregio Noord-Holland Noord. In dat kader en in relatie tot onze brief van 11 november 2019 zijn we erg benieuwd naar de totstandkoming van de landelijke doelstellingen ten aanzien van de brandweerzorg en het landelijk brandweerdekkingsplan. Vooral waar welke verantwoordelijkheden liggen. Maar ook hoe de scenario’s waarbij de grootschalige en langer durende inzet van de brandweer vereist is, en die dienen te worden gevat in een landelijk brandrisicoprofiel en een landelijk brandweer dekkingsplan, zich verhouden tot de totstandkoming van de 25 regionale brandrisicoprofielen en dekkingsplannen. Juist hierbij dringen wij aan op versterking van de regierol van de Minister.

De Minister heeft de veiligheidsregio’s verzocht om vooruitlopend op de aanpassing van de wet- en regelgeving hun dekkingsplannen vóór 31 december 2023 op grond van de handreiking GGO vast te stellen en de werking in de praktijk te monitoren. De Inspectie JenV acht het van belang dat met name slagkracht vooraf ingericht is, zodat er sprake kan zijn van tijdige opvolging bij een maatgevend incident. Dit voorkomt dat de brandweer tijdens het bestrijden van het incident achter de feiten aanloopt. Evenals de VBV vroeg de Inspectie JenV om aandacht voor het opnemen in de handreiking van een norm voor slagkracht.

b) Landelijk kader Uitruk op Maat

Terwijl afvaardigingen van de vakorganisaties en de Raad van Commandanten en Directeuren Veiligheidsregio (RCDV) gezamenlijk proberen afspraken te maken over het bijstellen van het landelijk kader uitruk op maat bij brand en de naleving ervan, blijken veiligheidsregio’s geen behoefte te hebben om gehoor te geven aan de afspraken en bepleiten nog steeds de inzet van tweepersoons bestelbusjes of andere afwijkende (flex)bezettingen. Bovendien zien we geen enkele ontwikkeling om te komen tot uniforme opleiding en oefening op gebied van ‘uitruk op maat’. Dat is gezien de evaluatie en historie van ‘Uitruk op Maat’ op zijn minst opmerkelijk. Want na de talloze experimenten en pilots in het land werd in 2012 al gepleit voor uniforme opleiding en oefening. Ook wij hebben dat al in 2014 bij het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV (voorheen IFV)) bepleit en in 2020 nogmaals in onze reactie op de evaluatie. Tot nu toe echter zonder tastbaar resultaat.

Opmerkelijk en onverwacht tegelijk was dan ook het nieuws dat het Veiligheidsberaad op 10 oktober 2022 het Bijgesteld Landelijk kader ‘uitruk op maat bij brand’ heeft vastgesteld. Geheel eenzijdig en voor de derde keer op rij. Een patroon dat volledig voorbij gaat aan de in uw Kamer met algemene stemmen aanvaarde motie Helder. Nog opmerkelijker is het feit dat het Veiligheidsberaad in een brief de Minister heeft verzocht om het bijgesteld Landelijk kader uitruk op maat bij brand te erkennen als het kader dat de veiligheidsregio’s hanteren als uitwerking van het in artikel 3.1.5 van het Besluit veiligheidsregio’s genoemde afwijken van de basisbrandweereenheid (TS6). Dit verzoek van het Veiligheidsberaad is nogal prematuur. Niet in de laatste plaats vanwege de onvolledige uitwerking. Zo ontbreken nog steeds uniforme, op ‘uitruk op maat’ afgestemde opleidingseisen en criteria voor de slagkracht en de waarborging van de veiligheid van het eigen personeel. Dit staat in schril contrast met de garanties van het Veiligheidsberaad uit 2010 aangaande het gelijkwaardig niveau van brandweerzorg en de veiligheid en gezondheid van het brandweerpersoneel.

c) Richtlijn veilig optreden bij vuurwerk

In ons position paper t.b.v. het rondetafelgesprek over vuurwerk met de vaste commissie voor Infrastructuur en Waterstaat op 11 mei 2022 hebben wij gereflecteerd op de onderwerpen agressie tegen hulpverleners en de verstoring van de openbare orde tijdens de jaarwisseling. Eerder hebben we met u onze standpunten gedeeld over de gevaarsaspecten bij de opslag van vuurwerk en de blusinstructies ten behoeve van een veilig optreden de hulpdiensten bij calamiteiten met vuurwerk. Uit wetenschappelijke hoek ontvingen wij signalen die duiden op onvolkomenheden in de actuele blusinstructie. Deze onvolkomenheden kunnen in de praktijk leiden tot ingrijpende veiligheidsrisico’s. Incidenten met (illegaal) vuurwerk zijn immers geen “business as usual”. De ervaringen en casuïstiek in binnen- en buitenland geven daar ook geen enkele aanleiding toe. Daarom moeten blusinstructies en inzetprocedures boven elke twijfel verheven zijn en rusten op een breed draagvlak. Dat vertrouwen is er momenteel niet. Daarom verzoeken we uw Kamer de Minister te vragen om onze gezamenlijke wens tot het uitvoeren van aanvullend onderzoek d.m.v. praktijktesten te steunen en te faciliteren.

d) Doorontwikkeling Incidentbestrijding Gevaarlijke Stoffen (IBGS)

Het Veiligheidsberaad heeft begin 2019 de Minister verzocht om de veiligheidsregio’s de ruimte te geven om de doorontwikkeling van het specialisme incidentbestrijding gevaarlijke stoffen (IBGS) verder vorm te geven, vooruitlopend op de aanpassing van de regelgeving hieromtrent. In de brief van 21 maart 2022 heeft de Minister uw Kamer geïnformeerd over de stand van zaken. De VBV heeft vervolgens haar zienswijze gegeven op de door het Veiligheidsberaad verstrekte evaluatie. Omdat wij burgers en brandweermensen niet langer willen blootstellen aan onnodige gevaren, hebben wij de Minister van JenV gevraagd haar woorden m.b.t. IBGS in de brief van 21 maart kracht bij te zetten door de 25 veiligheidsregio’s te gelasten concreet inzicht te geven in de beschikbare capaciteiten voor het uitvoeren van de kerntaak IBGS. Een duidelijk beeld van hoe de capaciteiten ten behoeve van een tijdige en adequate bestrijding van incidenten met gevaarlijke stoffen over het land zijn verdeeld, hebben we tot nu toe niet gezien en tasten we volledig in het duister.

e) Brandweerkerndata

De inzet van de Minister is erop gericht om door middel van landelijke, objectieve, geautomatiseerde dataverzameling en –publicatie de kerncijfers van de brandweer op een transparante wijze inzichtelijk te maken. Dat is voor een deel al gelukt door via openbare dashboards onder meer incidenten, reactietijden en algemene basisgegevens van de brandweer weer te geven. Of met de informatiebehoefte van de door de Minister genoemde partijen, kan worden voldaan aan de maatschappelijke behoefte aan betrouwbare en valide informatie over het functioneren van de brandweer, is met het oog op de eerder, in opdracht van het WODC/ministerie van Veiligheid en Justitie uitgevoerde ‘Inventarisatie informatiebehoefte brandweerstatistiek’, maar zeer de vraag.

De uitnodiging van de Minister om betrokken te blijven bij het ‘haalbaarheidsonderzoek verbreding kerncijfers brandweer’ om onze wensen en punten van aandacht ook tijdig te kunnen verwerken, waarderen wij ten zeerste, maar is gelet op het ontbreken van een uitnodiging daartoe, wel heel erg lastig te verwezenlijken. Zo rest ons niets anders dan langs deze weg de geconstateerde tekortkomingen te blijven benadrukken en te blijven pleiten voor het betrekken van het CBS bij de samenstelling van betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die inspeelt op de behoefte van de samenleving.

4. Arbeidsveiligheid bij de brandweer
Het is algemeen bekend dat brandweerpersoneel tijdens het repressief optreden blootstaat aan grotere risico’s dan de gemiddelde werknemer. Ook is geconstateerd dat de brandweer niet altijd even zorgvuldig omgaat met de toepassing van het arbobeleid binnen de eigen organisatie. Dat bleek ook nadat onze betrokkenheid bij de ontwikkeling van een ‘Arbocatalogus Brandweer’ in 2017 eindigde, maar desondanks in 2018 een “Arbocatalogus Brandweer” werd gepresenteerd. In samenwerking met de vakbonden in onze sector heeft de VBV een tweetal brieven verzonden met een verzoek om opheldering over de gang van zaken. Daar is door de verantwoordelijke partijen niet of nauwelijks op gereageerd. De Arbeidsinspectie reageerde wel, echter met teleurstellende conclusies over de kwaliteit. Voor de brandweer blijken in de arbocatalogus slechts twee onderwerpen uitgewerkt, te weten asbest en duiken. Volgens de Arbeidsinspectie is er voor de rest geen sprake van een arbocatalogus.
Daarmee is het in 2009 gestarte proces om te komen tot een door de Arbeidsinspectie goedgekeurde Arbocatalogus Brandweer nog steeds niet afgerond.

Daarnaast zijn we het zicht op de resultaten en activiteiten rond belangrijke thema’s zoals bijvoorbeeld het registreren en leren van (bijna)ongevallen, arbeidshygiëne, weerbaarheid en beroepsziekten volledig kwijtgeraakt. Het speciaal hiervoor ingerichte Kenniscentrum Arbeidsveiligheid (KCAV) van het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) bleek tot onze verrassing met ingang van 1 januari 2022 te zijn opgeheven.

Wat er in de nieuwe organisatie van het NIPV met de strategische doelstellingen en de jaarlijkse Rijksbijdrage (in 2021 nog € 900.000) voor de activiteiten van het KCAV en de plannen van Brandweer Nederland op het gebied van arbeidsveiligheid is gebeurd en nog gaat gebeuren is tot nu toe in nevelen gehuld. Omdat wij ondanks herhaald aandringen nog steeds geen antwoord hebben ontvangen op onze vragen aan het KCAV/NIPV, en ook de voorzitter van het Algemeen Bestuur van het NIPV niet heeft gereageerd op een brief van de gezamenlijke vakorganisaties, lijkt het ons opportuun dat de Minister ook hier maar eens om uitleg gaat vragen.

5. Crisisbeheersing en brandweerzorg – betrokkenheid werkvloer
In onze brief van 30 september 2022 aan de Minister zijn we kort ingegaan op de beoogde veranderingen bij de brandweer. De voorstellen in de contourennota spreken zeer tot onze verbeelding, maar gelijktijdig realiseren wij ons dat dit een traject van lange adem is. Maar wat ons betreft kunnen we niet vroeg genoeg beginnen met de doorontwikkeling van ons stelsel. Als we gezamenlijk de ambities van de Minister willen waarmaken en voortvarend van papier naar praktijk willen brengen, vergt dat naar onze mening niet alleen een wezenlijk andere bejegening van de VBV, maar ook een andere benadering van de organisaties waarbij de kwaliteit van de taakuitvoering evident tekortschiet. Al was het alleen maar om ze allemaal bij de les te houden en te voorkomen dat het Openbaar Ministerie in het slechtste geval een boete moet opleggen.

Tot slot
Wij zijn gaarne bereid om over het bovenstaande een nadere toelichting te geven en wensen u alvast een constructief overleg met de Minister tijdens het komende Commissiedebat. Leden van ons bestuur zullen hierbij aanwezig zijn.

Met vriendelijke groet en in afwachting van uw reactie.

Namens de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers

Marcel Dokter
voorzitter

06-51 27 28 59