Aan: Tweede Kamer der Staten-Generaal
Ter attentie van de Vaste Kamercommissie Justitie en Veiligheid
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Datum               : 16 februari 2020
Onderwerp       : Schriftelijk overleg ‘Brandweer’


Geachte leden van de vaste commissie Justitie en Veiligheid, beste Kamerleden,

De Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers (VBV) heeft kennis genomen van de convocatie voor een schriftelijk overleg over de Brandweer. Zoals gebruikelijk gaan wij bij zaken die ons vak raken wat meer de diepte in en vindt u in deze brief een aantal commentaren met betrekking tot de te behandelen onderwerpen.

Los daarvan heeft de recente aandacht in de media voor de koninklijke onderscheiding voor brandweervrijwilligers ons aangenaam verrast. Het zou voor de 19000 brandweervrijwilligers een mooi gebaar zijn als het standpunt van VVD en CU een unaniem politiek standpunt zou worden.

Onderzoeken Vuurwerk
Onder dankzegging aan uw commissie voor de uitnodiging, hebben wij op 4 februari jongstleden, tijdens het rondetafelgesprek ‘consumentenvuurwerk’, onze standpunten over het gebruik van (consumenten)vuurwerk kenbaar mogen maken. De gevaarzetting van vuurwerk beperkt zich voor de brandweer echter niet alleen tot de jaarwisseling. Voor onze mensen is een veilige bestrijding van branden bij opslag en transport van (illegaal)vuurwerk ook een belangrijk aandachtspunt; er mag geen enkele twijfel bestaan over de risico’s en instructies voor hulpdiensten bij vuurwerkbranden.

Daarom is het goed om in de beleidsreactie van de minister van Justitie en Veiligheid te lezen dat de minister het hierover met ons eens is en vindt dat er duidelijkheid moet komen over in welke gevallen bij (transport van) vuurwerk subklasse 1.3 er kans bestaat op massa-explosiviteit, en daarmee duidelijkheid te verschaffen over de door de brandweer in acht te nemen veiligheidsmaatregelen.

Wat de VBV betreft beperkt de inbreng van onze expertise zich dan ook niet tot het uitgevoerde onderzoek, maar zien we – in lijn met de toezegging van de minister – een uitnodiging voor het afgesproken vervolgonderzoek en de beoogde aanpassing van de handreiking met belangstelling tegemoet.

Vervolgtraject denktank rechtspositie brandweervrijwilligers
De minister van Justitie en Veiligheid heeft uw Kamer bij brief van 13 december 2019 (29517-184) geïnformeerd over de eerste uitkomsten van de ‘denktank’ rechtspositie brandweervrijwilligers en het vervolgtraject.
In de denktank is een denkrichting gevormd en zonder daar hier een oordeel over te vellen had de VBV het waardevol gevonden direct in de beginfase betrokken te zijn geweest bij de gedachtenvorming. De VBV blijft immers van mening dat het wijs is niet alleen over, maar vooral met vrijwilligers te praten.

Wij willen als erkend overlegpartner bij beleidsontwikkelingen, die relevant zijn voor de positie van de brandweervrijwilliger dan ook graag alsnog een zinvolle bijdrage leveren. Wij vinden daarom een rol als volwaardig lid van de denktank het meest voor de hand liggend. Dat is naar het oordeel van de VBV ook passend in de erkenning die zowel de Minister als uw Kamer ons toedicht en, niet geheel onbelangrijk, de 19000 Brandweer Vrijwilligers in ons land van de VBV verwachten.

Naar het oordeel van de VBV is die zinvolle bijdrage hard nodig. In de eerste plaats is dat nodig om tot een breed, ook door de doelgroep, gedragen oplossingsrichting te komen voor een probleem dat wij allen er- en herkennen. Daarnaast is – mede terugverwijzend op het belevingsonderzoek – naar de overtuiging van de VBV het horen van regionale functionarissen onvoldoende om het signaal aan de vrijwilligers in Nederland te geven dat hun stem gehoord wordt en zal worden.

Onvoldoende verzekerd
“Je bent voor al je werkzaamheden voor de brandweer goed verzekerd.” Zo valt te lezen in de vacaturetekst van een veiligheidsregio die op zoek is naar “nieuwe enthousiaste vrijwilligers”. Dat enthousiasme wordt weldra minder als blijkt welke risico’s Brandweer Vrijwilligers lopen als er tijdens hun inzet voor de samenleving onverhoopt iets misgaat. Het relaas van Franc Witbreuk spreekt hierbij boekdelen.

Tot onze spijt vormt de casus van Franc Witbreuk geen uitzondering. De VBV heeft verschillende leden die in een soortgelijke situatie zijn beland. Sommigen voeren – net als Franc Witbreuk – al jarenlang een juridische strijd om rechtvaardigheid en compensatie.

Naar de mening van de VBV moet de basis voor Brandweer Vrijwilligers goed georganiseerd zijn; je geen zorgen hoeven maken over de gevolgen van risico’s die je loopt bij de uitvoering van je passie; het verlenen van hulp aan mensen en dieren in nood, soms onder extreme, levensgevaarlijke omstandigheden. Partners en kinderen van brandweermensen leven met een permanent risico. Daar wordt te gemakkelijk overheen gestapt, aldus de VBV.
Het begint immers bij ieders inspanningen om ongevallen zoveel als mogelijk te voorkomen.

Daarnaast ligt de lat voor aansprakelijkheid voor dienstongevallen voor brandweerpersoneel veel te hoog. Ook is er naar het oordeel van de VBV sprake van een onrechtvaardig verschil tussen beroepsmedewerkers en Vrijwilligers. Daar waar beroepsmedewerkers hoofdstuk 7 van de CAR-UWO als ‘vangnet’ hebben, zijn Vrijwilligers volledig overgeleverd aan de grilligheid van werkgevers en de polisvoorwaarden van verzekeringsmaatschappijen. Met veel menselijk leed en hoge kosten tot gevolg. Dat moet anders.

Onbegrijpelijk vinden wij bovendien de achteloosheid waarmee brandweerpersoneel telkens blootgesteld wordt aan onnodige risico’s. In de zaak van Franc Witbreuk beoordeelde de rechter de voorbereiding voor de oefening als ‘onvoldoende zorgvuldig’. Dit wijst op een ontoereikend besef van de aanpak van veiligheidsrisico’s, wat wij ook zien in andere gevallen en tevens wordt gestaafd door de bevindingen van de Inspectie SZW.

De VBV heeft met haar expertise – mede op grond van de aanbevelingen van de Inspectie SZW en in samenwerking met de bonden – getracht een zinvolle bijdrage te leveren in de adviescommissie Arbeidsveiligheid van Brandweer Nederland en de totstandkoming van de arbocatalogus voor de brandweer, maar daar zijn onze voornemens gestrand. Vervolgens heeft Brandweer Nederland geheel eenzijdig de arbocatalogus gepubliceerd. De VBV en de vakbonden hebben in gezamenlijkheid gevraagd om een reactie op deze handelswijze.
Het Veiligheidsberaad, de Inspectie SZW, de minister en uw commissie hebben hiervan een afschrift ontvangen.

Tot slot
Wij hebben ons in deze brief beperkt tot de geagendeerde onderwerpen en zijn gaarne bereid om over het bovenstaande een nadere toelichting te geven.

Met vriendelijke groeten en in afwachting van uw reactie.

Namens de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers

Marcel Dokter
voorzitter

06-51 27 28 59