Evaluatie natuurbrand verdient kritische evaluatie….

evaluatie-natuurbrand-verdient-kritische-evaluatie[1]Op Eerste Paasdag (20 april 2014) vond op de Veluwe één van de grootste natuurbranden uit de Nederlandse geschiedenis plaats. Hierbij viel zo’n 350 hectare natuurgebied ten prooi aan de vlammen. (foto: ministerie van Defensie)
De VBV heeft diep respect en waardering voor de intensieve inzet die de honderden hulpverleners onder moeilijke en soms zeer gevaarlijke omstandigheden, hebben gepleegd. Sommigen waren erg blij dat ze ’s avonds heelhuids en ongeschonden met hun materieel & middelen konden terugkeren naar hun kazernes.

Evaluatie
Donderdag 9 oktober 2014 komt de veiligheidsregio Gelderland Midden met het evaluatierapport en het begeleidende persbericht “Door goede samenwerking bestrijding bijzondere brand geslaagd” en sluit daarmee aan bij eerdere berichten van Brandweer Nederland en minister Opstelten. Deze verklaarden kort na de brand al dat de samenwerking “ontzettend goed is verlopen” en het vuur “buitengewoon effectief en met een buitengewoon overzicht en rust is bestreden”.

Bezijden de waarheid” en “Waarom evalueren we eigenlijk nog?” zo beluisterden wij de eerste reacties van leden die direct betrokken waren bij de bestrijding van deze zeer grote brand. Uit hun berichten maken we op dat de coördinatie, de samenwerking en daarmee een effectieve brandbestrijding, allerminst goed, overzichtelijk en rustig is verlopen. “Het was een complete chaos en er was sprake van paniek”, zo luidt het relaas van een betrokken functionaris en dwingt ons tot een nadere beschouwing en het stellen van een aantal essentiële vragen:

Waarom heeft de veiligheidsregio Gelderland-Midden – gezien de omvang van de brand – zelf onderzoek verricht en niet de Inspectie VenJ?

Expertregio’s
Met de uitvoering van de ‘Visie op maatgevend scenario natuurbrand‘ zijn de afgelopen jaren in ons land vele miljoenen geïnvesteerd in het optimaliseren van de aanpak van het ‘maatgevend scenario natuurbrand’ en het ‘Natuurbrandverspreidingsmodel’ (domein heide). De expertregio’s Gelderland-Midden en Noord- en Oost- Gelderland zijn met hun kennis en ervaring gepromoveerd tot ‘landelijke regisseur’ voor hoe de brandweer in Nederland omgaat met incidentbestrijding bij het maatgevend scenario natuurbrand. Zo ook op Eerste Paasdag 2014.

Bij de bestrijding van de enorme natuurbrand raakten zo’n 20 blusvoertuigen vast in de drassige bodem. Enkele blusvoertuigen raakten daarbij zodanig beschadigd dat deze zichzelf niet meer konden beschermen en niet meer op eigen kracht het gebied konden verlaten, met het reële gevaar ingesloten te raken. Deze blusvoertuigen moesten vervolgens ijlings worden ‘ontzet’ door elders op de flank ingezette blusvoertuigen. Eén blusploeg heeft hals over kop hun blusvoertuig moeten verlaten en is te voet gevlucht voor de vlammen. De redding was een ander blusvoertuig in de nabije omgeving. Dat leverde ’spannende momenten’ op, zo lezen we in het rapport. Enkele van deze momenten typeren wij echter als dreigend en (levens)gevaarlijk.

Hoe is het mogelijk dat tientallen blusvoertuigen een drassig gebied inrijden waarvan bekend was dat dit onbegaanbaar is en dit ook als zodanig op het beschikbare kaartmateriaal “rood” was gearceerd?

Wanneer en met welk resultaat hebben beide ‘expertregio’s’ voor het laatst gezamenlijk geoefend voor het scenario ‘natuurbrand op de Hoge Veluwe’?

Is de snelle uitbreiding van het vuurfront voorspeld met het ‘Natuurbrandverspreidingsmodel’ (domein heide)?

Verschillende systemen
Volgens onze leden was er nauwelijks sprake van een eenduidige aansturing van eenheden in het veld. Beschikbare systemen communiceerden niet met elkaar, werkten niet of gaven een verkeerde weergave van de situatie. Noodgedwongen werd soms weer gebruik gemaakt van het handmatig invoeren van coördinaten in navigatieapparatuur of werd wegens het ontbreken van coördinatie op eigen initiatief en naar eigen inzicht gehandeld.

Hoe is het mogelijk dat bijna 4 jaar na de leermomenten van de brand op de Strabrechtse Heide door de veiligheids- én buurregio’s Gelderland-Midden en Noord- en Oost- Gelderland nog twee verschillende informatiesystemen worden gebruikt voor de aansturing van eenheden in het veld?

Verbindingen
In de reacties worden de onderlinge porto- en mobilofoonverbindingen als ‘zeer gebrekkig’ betiteld. Het gevolg daarvan was dat eenheden géén contact kregen met het commando en op eigen initiatief en ongecoördineerd het veld zijn ingegaan. Daarnaast geven enkele leden aan dat er op het niveau van de operationele leiding sprake was van onverklaarbare wisselingen in de commandovoering tussen de 2 buurregio’s, die een nadelige invloed had op de incidentbestrijding en daarmee het brandverloop.

Hoe is het mogelijk dat er in de buurregio’s géén sprake is van geharmoniseerde verbindingsschema’s en derhalve géén duidelijke structuur is in het gebruik van de juiste incidentgroepen bij een gezamenlijk optreden?

Hoe is het mogelijk dat er door verschillen in de operationele opschalingsstructuur van buurregio’s problemen ontstaan in de aansturing van eenheden in het veld?

Inzet Blushelikopters
De eerste dropping door de blushelikopter werd pas om 18.05 uur uitgevoerd. Dat is maar liefst 7 uur na de aanvraag en 9 (!) uur na de eerste melding terwijl de brand zich ‘razendsnel’ verspreide. Dat is naar professionele maatstaven wel heel erg lang, temeer daar eerder in een afgesloten convenant een reactietijd van maximaal 2 uur is toegezegd (zie Catalogus Civiel-Militaire Samenwerking, pagina 94), indien er sprake van grote dreiging is voor branden in de Nederlandse natuurgebieden.

Waarom werd pas rond 11.00 uur verzocht om bijstand van blushelikopters voor de zeer snel uitbreidende brand in onbegaanbaar terrein en waarom duurde de opkomst zo lang?

Natuurbrandgevaarindex
Dat de dreiging voor een natuurbrand terdege aanwezig was mogen we afleiden uit het hoge aantal natuurbranden (o.a. op de Veluwe bij Ede, Hattem en in Brabant in het Mastbos) in de weken en dagen voorafgaand aan deze brand. Opmerkelijk daarbij is het feit dat de natuurbrandgevaarindex als ‘maat’ voor het gevaar van uitbreidingsnelheid bij het ontstaan van een natuurbrand, op deze Eerste Paasdag de kleurcode “groen” aangaf. Dit betekent een gering of beperkt risico.

Hoe betrouwbaar is de natuurbrandgevaarindex?

Samenvattend
Naast de voorgaande vragen stellen wij ons vooral de vraag of een onafhankelijk onderzoek zou leiden tot dezelfde conclusies als die van de opstellers van het rapport van de veiligheidsregio Gelderland-Midden. De VBV kan zich dat amper voorstellen gezien de reacties van de bij het incident betrokken leden.