PPMOOmdat het werk bij de brandweer bijzondere eisen stelt aan de medische geschiktheid van de medewerker en gevaren met zich mee kan brengen wordt de medewerker onderworpen aan een aanstellingskeuring (AK) en een Periodiek Preventief Medisch Onderzoek (PPMO). Deze keuringen zijn in 2006 door het Coronel Instituut voor de brandweer ontwikkeld en per 1 januari 2011 opgenomen in de CAR-UWO en verplicht voor elke brandweerman/ –vrouw (beroeps en vrijwilligers). Deze PPMO bestaat uit een medische keuring en twee functionele fysieke testen: een brandbestrijdingstest en een traplooptest.

De VBV vindt het belangrijk dat brandweerlieden beschikken over een goede fysieke conditie. Dat is belangrijk om het werk veilig te kunnen uitvoeren. Wij vinden het ook belangrijk dat de betreffende brandweerlieden de fysieke testen veilig kunnen uitvoeren. En daar lijkt nu de schoen te wringen: Met enige regelmaat bereikten ons signalen over gevaarlijke situaties en (bijna)ongevallen. Omdat wij niet zijn van de geruchten maar vooral van de stevige onderbouwing, hebben we vanaf 22 november 2014 een internetmeldpunt ingericht ten behoeve van een “QuickScan PPMO”.

Terwijl Brandweer Nederland praat over “koudwatervrees” en stelt dat de ervaringen tot nu toe erg positief zijn, heeft de grote respons op deze ‘QuickScan’ ons echt verrast en is de inhoud van de reacties voor het overgrote deel zorgwekkend. Opvallend in de ontvangen reacties is het hoge aantal (bijna)ongevallen bij de traplooptest met de ‘stairmaster’. Daarnaast blijkt o.a. het slepen van een pop van 80kg, het gehurkt lopen en het balstoten de nodige problemen op te leveren voor mensen met een grotere of kleinere dan gemiddelde lichaamslengte of gerelateerd aan leeftijd en/of geslacht.

Hoewel deze reacties slechts een indicatie geven van de omvang en toedracht van de incidenten, leveren ze naar onze mening wel een onbetwistbaar beeld van de praktijk en wijzen deze op een sterk verhoogd risico op gezondheidsschade. Dit vinden wij onacceptabel en baart ons grote zorgen. Daar komt nog bij dat er in sommige gevallen sprake is van letsel met verzuim ten gevolge van de fysieke test. Bij vrijwilligers betekent dit dat deze zijn/haar werk dan niet kan verrichten bij de hoofdwerkgever met alle gevolgen van dien.

Naast de vele tientallen individuele reacties die wij hebben ontvangen, hebben zich ook verschillende ondernemingsraden (OR) bij ons gemeld met hun verhaal. Daaruit wordt duidelijk dat er nogal wat verschillen zijn in de uitvoering van de test. Zo blijkt het mogelijk dat – na interventie van de OR – in de ene regio de traplooptest met één hand aan de leuning mag worden afgelegd terwijl dat in de andere regio een reden voor afkeuring is. De klachten en voorstellen ter verbetering, aangeleverd door de betreffende OR werden niet gehonoreerd. De OR overweegt nu een voorstel om de PPMO tijdelijk stop te zetten. Een andere OR heeft de WOR-bestuurder medegedeeld dat deze aansprakelijkstelling kan verwachten van mensen welke bij de huidige stairmaster uitvoering zonder handen aan de leuning een ongeval oplopen en hiervan de Inspectie SZW in kennis gesteld.

Daarnaast blijken er ook grote regionale verschillen in de te nemen (rechtspositionele) stappen bij de verschillende uitkomsten van het PPMO. Deze variëren van ontslag tot het aanbieden van een verbetertraject wanneer een medewerker niet of niet op alle onderdelen voldoet aan de keuringseisen. Uit de reacties blijkt dat veiligheidsregio’s verschillend omgaan met deze stappen en die in schril contrast staan met de bindende afspraken in de CAR.

Opvallend is dat verscheidene Ondernemingsraden en verschillende individuele brandweermensen melding hebben gemaakt van problemen en (bijna) ongevallen maar dat dergelijke signalen door Brandweer Nederland en/of de Raad Brandweercommandanten kennelijk als niet urgent worden gekwalificeerd en er geen aanleiding wordt gezien om terstond passende maatregelen te treffen.

Brandweer Nederland meldde in een nieuwsbericht in december 2014 dat er een voortdurende discussie is of de afwijkingen van de Arbowetgeving tijdens de fysieke testen wel zijn toegestaan. Hoewel een formeel antwoord op deze vraag in het bericht ontbreekt, blijkt uit een saillant detail in de onafhankelijke risicobeoordeling van de Fysieke Vaardigheids Toets bij de politie: Door TNO werd geconcludeerd dat het slepen van een pop van 48kg over een afstand van 5 meter een reëel risico op gezondheidsschade of letsel van meer dan geringe betekenis, met zich mee bracht.

Deze conclusie en de vele (bijna)ongevallen tijdens de traplooptest met de ‘stairmaster’ maken dat wij de werkgevers oproepen om per direct maatregelen te nemen die het risico op blessures bij de fysieke testen en in het bijzonder bij de traplooptest verminderen en de rechtspositionele afspraken te respecteren. De aankondiging om een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) uit te laten voeren door een onafhankelijke partij juichen wij toe maar had natuurlijk al bij de invoering van de testen moeten plaatsvinden. Bovendien ontslaat dat de veiligheidsregio’s niet van hun verantwoordelijkheid om de risico’s op ernstige blessures die het uitvoeren van de test met zich meebrengt, tot een aanvaardbaar niveau te verkleinen en wel per direct.