tweede-kamerVandaag debatteert de Tweede Kamer met minister Opstelten over het ‘Landelijk kader Uitruk op maat’. De VBV is geen tegenstander van afwijkende bezettingen maar vindt een uitruk met 2 man naar een maatgevend incident (woningbrand, ongeval met beknelling, ongeval met gevaarlijke stoffen of waterongeval) niet op maat maar ver onder de maat én bovendien: gevaarlijk voor burgers en brandweerlieden.

Maar door het ontbreken van een eenduidige visie op het brandweerwerk en bezuinigingsdrift wordt in verschillende regio’s de ruimte genomen om de slagkracht te saneren en een verscheidenheid van min of meer experimentele constructies met gekazerneerd personeel en vrije instroom wisselende combinaties van 2, 4 en 6 persoons voertuigen in te zetten. Dit wordt nu ‘uitruk op maat’ genoemd, maar het resultaat is dat er een chaotisch beeld is ontstaan van wisselende voertuigbezettingen en de resterende slagkracht in de kazernes.

Het bevreemdt de VBV dat de Raad Brandweer Commandanten (RBC) in het ‘landelijk kader’ de volle ruimte geeft aan uitruk-varianten die een brandweerkundige onderbouwing missen. Het lijkt alsof de lessen uit het verleden zijn vergeten. Bovendien kunnen wij ons niet aan de indruk onttrekken dat de inzet van een modulaire samenstelling van de TS6 waarbij een bestelbus met 2 personen (SIV) bij maatgevende incidenten als eerste ter plaatse komt, weinig draagvlak heeft binnen de RBC. Allerlei ondoordachte varianten met de schijn van een dubbele agenda stuiten ook bij Brandweer Vrijwilligers op zeer grote
weerstand. Wij hebben daarom de Tweede Kamer geïnformeerd over onze standpunten:

Geachte leden van de vaste Kamercommissie Veiligheid & Justitie,

Met het oog op het Algemeen Overleg van 25 februari aanstaande en in aansluiting op ons bericht van 4 december 2014, ontvangt u van ons een feitenrelaas aangaande variabele voertuigbezetting en een afschrift van onze brief met bijlage (analyse Ing. M.P. Lasker) van 13 februari 2015 aan het Veiligheidsberaad betreffende het Landelijk kader Uitruk op maat. (Alle documenten zijn via de snelkoppeling te downloaden.)

Feitenrelaas
In juni 2008 vroeg de VBV in haar nota van advies ‘Een veilig besluit?’ aandacht voor de bezetting van basisbrandweereenheden en uitte haar zorg voor de ontwikkelingen op dat gebied.

Op 27 januari 2010 werd in de Tweede Kamer gedebatteerd over de  aanpassing van een aantal wetten aan de Wet veiligheidsregio’s en enkele wijzigingen in de Wet veiligheidsregio’s (Aanpassingswet veiligheidsregio’s) (31968). Daar werd besloten tot een aanscherping van artikel 3.1.5. van het Besluit Veiligheidsregio’s. Dit omdat de oorspronkelijke tekst een onbepaalde en daarom onwenselijke ruimte bood voor afwijkingen van de standaardbezetting, aldus de woordvoerders in de Kamer.

Hiertoe hebben op 10 maart 2010 het ministerie, VNG, Veiligheidsberaad, NVBR, VBV en Vakbonden afspraken gemaakt. Een van deze afspraken was dat de NVBR samen met de VBV en de vakbonden een paraplu ontwikkelt waar binnen de pilots van de sector een plek konden vinden. “Voorwaarde voor de verstrekking van de subsidie is daarbij dat het ook echt een traject van de gehele sector is zoals afgesproken op 10 maart.” Aldus het ministerie in een bevestigingsbericht.

Tegen deze afspraak in werd de rol voor de VBV en de vakbonden enkele maanden later (11-09-2010) door Brandweer Nederland gemarginaliseerd tot een afvaardiging in een ‘begeleidingscommissie’. De VBV en de vakbonden hebben dat voorstel afgewezen en dat gezamenlijk kenbaar gemaakt in brieven aan Brandweer Nederland (06/12/2010) en de minister van VenJ (07-12-2010).

Onder druk van de Kamer kwam er in 2011 een onderzoek door de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (huidige Inspectie VenJ) naar het project van de NVBR. De conclusies in het rapport waren ontluisterend en een bevestiging van de verwachtingen van de VBV en de bonden in hun brief van 6 december 2010.
Onder voorwaarde dat de aanbevelingen uit het rapport van de Inspectie zouden worden overgenomen, hebben de VBV en de bonden uiteindelijk besloten om te participeren in het project om vervolgens in april 2012 te constateren dat er vrijwel niets met hun inbreng en de aanbevelingen van de Inspectie is gebeurd. Alle vakorganisaties hebben via een ‘naschrift’ afstand genomen van de inhoud van het rapport ‘Uitruk op maat’ van de NVBR.

Ook de VBV heeft in 2012 onderzoek verricht naar variabele voertuigbezetting en de resultaten daarvan aangeboden aan de minister. De minister heeft dit in zijn brief van 23 november 2012 (29517, nr.66) meegedeeld aan uw Kamer. In dit onderzoek lag de focus op het betrekken van de werkvloer en het leggen van een solide basis voor wetenschappelijk onderzoek.

Uit de resultaten van de evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s in 2013 bleek dat er een verdeeld beeld heerst over het wel of niet vastleggen van een standaardbezetting voor de brandweerzorg. Helaas is dit beeld nog steeds de realiteit. Los van de vraag of wij gelukkig moeten zijn met de bestuurlijke bemoeienis met ons operationele optreden, is deze verdeeldheid juist hét kenmerk van het Veiligheidsberaad en Brandweer Nederland. Immers, bijna elke veiligheidsregio komt met een eigen voorstel. Het resultaat; een voorstel komt in 25 kleuren, 25 maten of 25 varianten en omdat men het er niet over eens kan worden gebeurt er landelijk niets. Variabele voertuigbezetting is hier een klinkend voorbeeld van. De conclusie in het evaluatierapport (pagina 15), dat met het Veiligheidsberaad nauwelijks bindende afspraken te maken zijn, kunnen wij – de positieve uitzonderingen daargelaten – slechts bevestigen en zien daarin de parallel met Brandweer Nederland.

Vanaf eind 2012 tot het najaar van 2013 heeft het WODC onderzoek gedaan naar het ontwikkelen van een beoordelingskader voor de effecten van variabele voertuigbezetting bij de brandweer. De VBV participeerde in de klankbordgroep van dit WODC onderzoek en is daar op 6 november 2013 weer uitgestapt. Op 19 februari 2014 heeft de minister de resultaten van het WODC onderzoek aan uw Kamer aangeboden. Volgens onze informatie kan er van ‘wetenschappelijk onderzoek’ geen sprake zijn omdat de projectleider gelijktijdig en onweerlegbaar betrokken was bij zowel het WODC project als ook bij een project met variabele voertuigbezetting in Gooi en Vechtstreek en wij – gezien het onderwerp – een onwenselijke vermenging van belangen niet kunnen uitsluiten. De resultaten beschouwen wij derhalve als onbruikbaar.

Landelijk kader ‘Uitruk op maat’
Uw Kamer werd op 23 januari door de minister geïnformeerd over het landelijk kader Uitruk op maat. Aangeboden door het Veiligheidsberaad en ontwikkeld door Brandweer Nederland.

Het is opmerkelijk dat de minister sinds het rapport van de Inspectie in 2011 tot op heden heeft verzuimd om het Veiligheidsberaad, dan wel Brandweer Nederland, te verzoeken om de belangrijkste vragen over de veiligheid van de burger en die van de brandweermensen, onderbouwd, traceerbaar en herhaalbaar te beantwoorden, terwijl dit toch een van de belangrijkste aanbevelingen was van de Inspectie en het belangrijkste uitgangspunt voor burgers en brandweerlieden.

Nog vreemder is dat de minister nu kennelijk tevreden lijkt te zijn met de ‘mededelingen’ van het Veiligheidsberaad, de ‘slager die zijn eigen vlees heeft gekeurd’. Dat daarbij ook nog de indruk wordt gewekt dat er ‘draagvlak’ is voor het betreffende kader en dat de werkvloer en de vakorganisaties daarbij betrokken zijn geweest, vinden wij onbehoorlijk en overtreft ons voorstellingsvermogen. Wij hebben het Veiligheidsberaad daarom een brief gestuurd met onze zienswijze en in de bijlage die van externe deskundige, dhr. Ing. M.P. Lasker B.Eng FIFireE.

Samenvattend:
De VBV is geen tegenstander van een herijking van de voertuigbezetting, mits deze op een brandweerkundig juiste grondslag wordt gezet. Experimenten met een opportunistisch karakter, en onderzoeken met ‘voorgebakken’ resultaat wijzen wij af, omdat duidelijk is dat dit leidt tot onacceptabele risico’s voor het brandweerpersoneel en uitholling van de slagkracht als het er echt om gaat (zoals in dit filmpje). Verder moet een aanpassing in de voertuigbezetting kunnen rekenen op draagvlak bij het vrijwillig brandweerpersoneel, omdat anders de slagkracht in de eerste uren van de rampenbestrijding zal wegvallen. De huidige chaos rondom de ‘verwarrende voertuigbezetting’ leidt tot demotivatie en uitval van brandweervrijwilligers.

Wij hebben daarom de minister op 3 november 2014 ons standpunt met een oplossingsrichting gestuurd en wachten nu op zijn antwoord.

Wij kunnen ons goed voorstellen dat u vragen heeft over dit onderwerp. De VBV gaat graag met u in gesprek en beantwoordt deze vragen.

Met vriendelijke groet.
Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers

Marcel Dokter
voorzitter.

Zie ook het item dat de NOS maakte over dit onderwerp: Met twee man naar de brand?