Aan:
De Tweede Kamer
t.a.v. Bureau Woordvoering Kabinetsformatie
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Baarn, 11 april 2024

Onderwerp: goede brandweerzorg in Nederland

Geachte heer Dijkgraaf, geachte heer Van Zwol,

De brandweer levert een belangrijke bijdrage in de uitvoering van de brede basistaken van de brandweerzorg en aan de rampenbestrijding. Deze bijdrage kan alleen van een kwalitatief hoog niveau zijn als de basis goed georganiseerd is. Echter, uit de resultaten van Inspectieonderzoeken en de evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s komt naar voren dat de brandweerzorg In Nederland verbetering behoeft.

Parallel aan de roep om een sterkere defensie, en met het oog op de urgente (paraatheids)problemen bij de brandweer, vragen wij in deze brief uw aandacht voor de versterking van de brandweerzorg en rampenbestrijding in Nederland.
Daarbij hechten wij zeer aan;

  1. uniformiteit van optreden (Unité de doctrine) / vergroten van de capaciteit op de kazernes
  2. wettelijke verankering kwaliteitseisen voor brandweerzorg en rampenbestrijding
  3. het versterken van onafhankelijk toezicht
  4. een onafhankelijk platform voor arbeidsveiligheid
  5. een onafhankelijk adviesorgaan op het gebied van brandweeronderwijs
  6. rechtstreekse bekostiging van de veiligheidsregio’s door het Rijk
  7. een sterke regierol voor de minister van Justitie en Veiligheid voor brandweerzorg

Gelet op het huidige stelsel, waarin bij elk landelijk beleidsvoorstel door veiligheidsregio’s, en het Veiligheidsberaad voorop, wordt gerefereerd aan de autonome bevoegdheden, zal op grond van deze bevoegdheden het heel moeilijk worden om stappen voorwaarts te maken in het proces van verbetering.

Omdat de samenwerkende fracties in hun verkiezingsprogramma’s ook uitgaan van een sterke brandweer en daarbij zeer hechten aan de inzet van vrijwilligers, hebben wij ten behoeve van deze specifieke doelstellingen enkele belangrijke onderwerpen geïdentificeerd, waarop naar onze mening dringend politieke keuzes nodig zijn.

Met de samenwerkende fracties kijken wij graag vooruit naar het “van papier naar praktijk” brengen van de gezamenlijke ambities m.b.t. het versterken van de brandweerzorg en rampenbestrijding in Nederland. Het lijkt ons – als erkend gesprekspartner bij beleidsontwikkelingen, die relevant zijn voor de brandweerzorg en de positie van de brandweervrijwilligers – dan ook een uitstekend moment om in deze brief de politiek om aandacht te vragen voor deze belangrijke onderwerpen en de versterkingen die wij aanbevelen.

Toelichting
Op woensdag 20 maart 2024 debatteerde de Tweede Kamer over het eindverslag van de ex-informateur en de vervolgstappen in de kabinetsformatie. De Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers (hierna: VBV) heeft met grote interesse kennis genomen van dat eindverslag[1] en de daarin opgenomen adviezen. Vooral waar het gaat over de prioriteiten van de samenwerkende fracties en het advies van de informateur om bij de geschetste opbouw van afspraken en de inhoud van onderwerpen ook de mensen van de werkvloer te betrekken.

Basisbrandweerzorg en rampenbestrijding onder druk
Wij zien dat de publieke waardering en het vertrouwen van de burger in de brandweer onveranderd hoog is, ondanks het loslaten van branchevoorschriften en de daarop gebaseerde forse inkrimping van de capaciteit[2].

Want de taakstellende bezuinigingen[3] voor veiligheidsregio’s zijn sinds de regionalisering van de brandweer vooral in de lokale brandweerkazernes neergedaald. Zo werd de oorspronkelijke versterking van de brandweer en de rampenbestrijdingsorganisatie, om te kunnen voldoen aan de professionele normenkaders, langzaam maar zeker weer tenietgedaan. De repressieve sterkte (slagkracht) van de brandweer is sindsdien gekrompen met zo’n 4000 brandweermannen en -vrouwen, zo’n 300 tankautospuiten, zo’n 195 hulpverleningsvoertuigen en zo’n 50 redvoertuigen.

Door de alsmaar krimpende personeel- en materieelomvang ontstaan steeds vaker problemen op het gebied van paraatheid en operationele slagkracht van de brandweer. Veiligheidsregio’s zijn soms genoodzaakt posten (voor een deel van de dag) buiten dienst te stellen, wat extra negatieve effecten heeft op de opkomsttijden in het verzorgingsgebied. Wij vrezen dat daardoor de brandweer in Nederland niet meer voldoende is toegerust om te voorzien in adequate brandweerzorg en rampenbestrijding. Vooral wanneer de situatie daar langdurig om vraagt.

De commissie Muller evalueerde in 2020 de Wet veiligheidsregio’s en zegt in haar evaluatierapport[4] hierover dat Nederland beter op de rampen en crises van de toekomst voorbereid moet zijn en dat een verbeterslag noodzakelijk is. In het Kabinetsstandpunt[5] evaluatie Wet veiligheidsregio’s heeft het Kabinet aangekondigd een toekomstbestendig, samenhangend stelsel voor de crisisbeheersing en brandweerzorg te realiseren, waarbij de nadruk ligt op het versterken van het stelsel bij bovenregionale en (inter)nationale crises. In de contourennota[6] ‘Versterking Crisisbeheersing en Brandweerzorg’ geeft het Kabinet aan hoe men zo spoedig mogelijk wil komen tot een toekomstbestendig, samenhangend stelsel voor crisisbeheersing en brandweerzorg.

De commissie Muller concludeerde in haar rapport op pagina 34[7]  ook dat de aan de veiligheidsregio’s bij wet opgedragen brandweertaken anders worden uitgevoerd dan de bedoeling was. Niet uniform, maar zeer divers; door ‘25 veiligheidsregio’s die ieder hun eigen koers kunnen bepalen.’ Gevolgd door de constatering van de commissie dat: De besluitvorming in een veiligheidsregio over takenpakket, mensen en materieel van de brandweer sterk is gericht op de vraag hoe ze met zo min mogelijk middelen binnen de eigen regio kan voldoen aan de wettelijke eisen.’   ‘Deze regionale autonomie over het takenpakket en de wijze van invulling leidt tot regionaal maatwerk, maar ook tot verschillen in veiligheidsniveau en aanpak van incidenten die aan de maatschappij als geheel niet zijn uit te leggen’ zo luidt een conclusie van de commissie Muller. Een van de gevolgen is naar ons oordeel dat de redundantie lokaal en de mogelijkheid tot interregionaal ondersteunen uit het zicht verdwenen is.

Gemotiveerd afwijken van de regels
De besluitvorming in de veiligheidsregio’s was duidelijk niet gericht op de naleving van de voor de uitvoering van haar publieke taak algemeen geldende normenkaders[8] voor de kwaliteit van de brandweerzorg, maar veel meer op het ‘gemotiveerd afwijken’ ervan en het verwezenlijken van ingrijpende bezuinigingen. De mogelijkheid om af te wijken van de normtijden en de bezetting van de basisbrandweereenheden werd vanaf 2010 dan ook het leidende principe.

Zo ontstond een wildgroei aan zelfbedachte normenkaders en uitgangspunten om de organisatie van de brandweer vorm te geven en in te richten. De Minister en de Inspectie Justitie en Veiligheid concludeerden[9] in 2013 dat de aanbevelingen om te komen tot een evenwichtige balans tussen preventieve en repressieve brandweerzorg niet werden opgevolgd. Helaas bleef het daar ook bij.

– Grootschalig brandweeroptreden
In dat opzicht is het ook onbegrijpelijk dat de Inspectie Justitie en Veiligheid het vervangen van de Leidraad Brandweercompagnie door de visie Grootschalig Brandweer Optreden (GBO) in 2012 geruisloos liet passeren.
En nu de robuustheid en rek volledig uit ons systeem voor de rampenbestrijding is verdwenen, de Inspectie tot actie[10] overgaat. Maar daarbij de basisbrandweerzorg uit het oog lijkt te zijn verloren, terwijl daar toch de noodzakelijke geachte capaciteit uit opgebouwd dient te worden. Dat maakt het uitgangspunt dat elke regio in staat is haar bijdrage te leveren aan het landelijk rampenbestrijdingspotentieel ten behoeve van interregionale bijstand, waarbij verzekerd is dat binnen de eigen regio na inzet een strategisch minimum aan potentieel aanwezig blijft, hoogst onzeker.

De verminderde oorlogsdreiging uit het Oosten was de belangrijkste aanleiding om in Nederland de Bescherming Bevolking (B.B.) en het Korps Mobiele Colonnes (K.M.C.) op te heffen. Op dat moment beschikte de brandweer over een landelijke sterkte/slagkracht bestaande uit 61 brandweercompagniën (totaal zo’n 1000 verschillende voertuigen met bijbehorend (hoofdzakelijk vrijwillig) personeel) die primair waren ingericht voor zowel grootschalige technische hulpverlening (waaronder redding) als grootschalige brandbestrijding. Wij vinden het onbegrijpelijk dat wegens het ontbreken van betrouwbare statistische gegevens over de brandweer kennelijk niemand weet wat er van deze beschikbare capaciteit is overgebleven.

In 2018 constateerde de Inspectie Justitie en Veiligheid op grond van haar onderzoek naar de wijze waarop de repressieve brandweerzorg in de veiligheidsregio’s is ingericht, dat de regionale mogelijkheid om af te wijken van de opkomsttijden en de bezetting van de basisbrandweereenheden van invloed zijn op de kwaliteit van de brandweerzorg aan de burger. En dat deze bevoegdheid niet heeft geleid tot de door de wetgever beoogde doelen, een verbetering van de brandweerzorg, een hoger veiligheidsniveau en transparantie over de gemaakte keuzen. Daar komt bij dat de Inspectie Justitie en Veiligheid tekortkomingen heeft geconstateerd, die door zowel de minister van Justitie en Veiligheid[11] als ook de Tweede Kamer als ‘zorgwekkend’ werden gekwalificeerd. Desondanks kunnen de betreffende veiligheidsregio’s de tot verbetering strekkende aanbevelingen van de Inspectie ongemoeid naast zich neer leggen. Dat maakt de Inspectie tot een tandeloze tijger.

Contourennota Versterking Crisisbeheersing en Brandweerzorg
In de contourennota zijn de beoogde verandering van de Brandweerzorg en de acties die daarvoor zullen worden ingezet zorgvuldig omschreven. Echter, goede brandweerzorg is onmogelijk zonder voldoende goed opgeleide en getrainde brandweermensen – vrijwilligers en beroeps – die daar dagelijks hard aan werken. De regering is daarom – met Kamerbrede steun – verzocht[12] om met voorstellen te komen zodat de werkvloer meer zeggenschap krijgt bij het maken en uitvoeren van voorstellen rondom brandweerzorg en dit tevens te waarborgen binnen veiligheidsregio’s.

Ondanks de oproep van de minister[13] aan het Veiligheidsberaad, om serieus werk te maken van het verbeteren van zeggenschap en de beleving op de werkvloer, en in kaart te brengen hoe dit bewerkstelligd kan worden, zien wij dat niet terug in de voorstellen die wij tot nu toe hebben mogen inzien. Sterker nog, daarin zien we zelfs de formeel in wet- en regelgeving geborgde positie voor de vakorganisaties en het personeel niet meer terug.

– Arbeidsveiligheid en PTSS bij de brandweer
Een ander knelpunt is dat we nog steeds wachten op het verwezenlijken van de aanbevelingen van de Nederlandse Arbeidsinspectie waar het gaat om arbeidsveiligheid en beroepsziekten bij de brandweer en de door het Veiligheidsberaad in 2015 toegezegde opvolging[14] ervan. Zeker nu door het onderzoeksjournalistieke televisieprogramma ‘Zembla’ met haar reportage[15] ‘Opgebrand’ nog eens de vinger op de zere plek is gelegd m.b.t. de plannen om getraumatiseerde brandweerlieden beter te ondersteunen. Getraumatiseerde collega’s moeten kunnen vertrouwen op professionele psychosociale ondersteuning, ongeacht of je een beroepsmatig of een vrijwillig dienstverband hebt en in welk deel van het land je woont.

Daarom spreken wij hier onze verbazing uit dat niet alle geüniformeerden met een publieke taak in de frontlinies van onze samenleving gebruik kunnen/mogen maken van de door het Rijk gefinancierde voorzieningen en expertise die het Nederlands Veteraneninstituut in huis heeft. We kunnen ons voorstellen dat niet alleen een nieuwe regering, maar ook de Tweede Kamer zich hard gaat maken voor een onafhankelijk steunpunt met professionele hulp en een onafhankelijk platform voor arbeidsveiligheid ten behoeve van onze brandweermensen.

– Vernieuwing onderwijsstelsel brandweer
Het onderwijsstelsel is een van de onderwerpen in de Contourennota. De uitwerking van deze nota vindt op dit moment plaats. In oktober 2023 verscheen de rapportage ‘Onderwijsstelsel veiligheidsregio’s: de zoektocht naar verbetering’. Hierin zijn de knelpunten in het huidige stelsel beschreven en is een eerste perspectief voor de toekomst geschetst. Goed onderwijs vergroot de professionaliteit en het vakmanschap van brandweermensen. Naast de borging van de kwaliteit van het onderwijs is ook de beschikbaarheid van het onderwijs van belang. In het bijzonder dienen opleidingen voor brandweervrijwilligers in de nabijheid van hun eigen posten te worden verzorgd. Gelet op onze ervaringen in de afgelopen jaren hechten wij aan de inrichting van een onafhankelijk adviesorgaan op het gebied van brandweeronderwijs en dat positie en taken bij wet worden geregeld.

– Financiering veiligheidsregio’s
In de contourennota staat ook dat de financieringssystematiek in relatie tot de veiligheidsregio’s en bijbehorende toezicht op het stelsel opnieuw zal worden bezien. Het wordt gezien als één van de pijlers waarop het nieuwe stelsel moet rusten. De commissie Muller beschouwt financiering, meer dan in het huidige stelsel het geval is, als sturingsmechanisme dat kan worden ingezet om doelen te realiseren. Wij kunnen er echter niet omheen dat vooral taakstellende bezuinigingen in de veiligheidsregio’s hebben geleid tot een verschraling van de capaciteit en slagkracht van de brandweer. Met het oog op de verslechterende financiële uitgangspositie voor gemeenten komen de veiligheidsregio’s opnieuw in zwaar financieel weer. In het land spreekt men ook wel over het ‘financieel ravijn’ vanaf 2026[16]. Dit betekent dat gemeenten, zelfs bij wijziging van het rijksbeleid, kritisch moeten zijn op hun uitgaven en maatregelen moeten nemen.

Deze ‘winstwaarschuwing’ werkt natuurlijk ook door in de ambities van de 25 veiligheidsregio’s. In een aantal regio’s zien we al dat inliggende gemeenten[17] de ‘strategische koers’ aan deze ontwikkeling gaan aanpassen. Wederom gaat het mes in de operationele capaciteit van lokale kazernes. In een enkel geval begeleid door zorgwekkende mediaberichten[18]. Maar meestal in de kantlijnen van nieuwe dekkingsplannen of beleidsplannen. In ons perspectief is dat een zorgelijke ontwikkeling.

In het licht van de verzoeken van het Veiligheidsberaad aan de minister van Justitie en Veiligheid om investeringen, c.q. financiering van het omzetten van een deel van de vrijwilligersaanstellingen naar deeltijd-beroepsaanstellingen (€ 35 miljoen), natuurbrandbeheersing: bestrijden én voorkomen, en het verbeteren van de psychosociale zorg aan (brandweer)personeel, stellen wij ons – in lijn met het advies van de Raad voor de financiële verhoudingen (Rfv) – de vraag of rechtstreekse bekostiging van de veiligheidsregio’s door het Rijk niet de meest aangewezen oplossing is om de beoogde versterking van de regierol voor de minister van Justitie en Veiligheid voor brandweerzorg stevig vorm en inhoud te geven.

Resumé
Tegen de achtergrond van een reële oorlogsdreiging en parallel aan de roep om een sterkere defensie, vragen wij om versterking van de brandweerzorg en rampenbestrijding, rekening houdend met de hierboven omschreven omstandigheden.
Wij zijn ook graag bereid om onze standpunten van een nadere toelichting te voorzien.

Met vriendelijke groet en in afwachting van uw reactie.

Namens de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers

Marcel Dokter
voorzitter

Kopie aan: de Vaste commissie voor Justitie en Veiligheid

[1] Eindverslag informateur Putters, d.d. 14 maart 2024

[2] Inzicht in de capaciteit van de brandweer door goede statistiek, VBV, 11 mei 2023

[3] Brandweer nog niet af van bezuinigingen, NOS, 22 februari 2015

[4] Rapport: Naar toekomstbestendige crisisbeheersing en brandweerzorg, d.d. 4 december 2020

[5] Kamerstuk 29517, nr. 198

[6] Contourennota Versterking Crisisbeheersing en Brandweerzorg. d.d. 13 december 2022

[7] Rapport: Naar toekomstbestendige crisisbeheersing en brandweerzorg, d.d. 4 december 2020

[8] Besluit veiligheidsregio’s, hoofdstuk 3, Eisen brandweerzorg

[9] Kamerstuk 29517, nr. 73

[10] Onderzoek Grootschalig en Specialistisch Brandweer Optreden, Inspectie JenV, april 2024

[11] Kamerstuk 29517, nr. 142

[12] Motie van de leden Van Nispen en Mutluer, d.d. 14 april 2022

[13] Brief minister JenV aan Veiligheidsberaad, d.d. 27 september 2022

[14] Brief aan de Tweede Kamer; ‘Arbeidsveiligheid bij de brandweer’, Veiligheidsberaad, 13 oktober 2015

[15] Reportage ‘Opgebrand’, Zembla, 11 februari 2024

[16] Financiële situatie gemeenten: ravijnjaar 2026, Dossier Binnenlands Bestuur

[17] Verslechterende financiële uitgangspositie voor gemeenten, AB-stukken Brabant-Noord, 21 maart 2024

[18] Vrijwillige brandweer luidt de noodklok na verlies materieel, De Gelderlander, 6 februari 2024