Met een artikel in de Volkskrant en een reportage bij RTV Drenthe kwam er publieke aandacht voor de jarenlange strijd van oud-brandweerman Ruud Lohuis om erkenning van wat hem is overkomen. Ruud raakte getraumatiseerd door zijn werkzaamheden tussen 1982 en 1993 als duiker/brandwacht bij het brandweerkorps van Emmen. Zijn klachten vonden geen gehoor bij zijn leidinggevenden en collega’s. Nadien ging Ruud gebukt onder herbelevingen en angsten, wat vervolgens heeft geleid tot de gestelde diagnose posttraumatische stressstoornis (PTSS).
Bij Ruud openbaarden de symptomen zich pas jaren later. Een verzoek om erkenning van aansprakelijkheid en toekenning van een schadevergoeding voor psychische problemen (PTSS) die voortvloeien uit de periode dat Ruud als duiker/brandwacht werkzaam is geweest werd door zijn voormalig werkgever niet serieus genomen en afgewezen. Zoals dat onder meer bij ex-brandweervrijwilligers Martine Nota en John Bruins ook het geval was. Deze afwijzende houding en het gebrek aan begrip en coulance passen niet bij een organisatie die zich veiligheidsregio noemt.
Doorn in het oog
Dat brandweermensen in dit soort gevallen vaak aan hun lot worden overgelaten en hun recht moeten bevechten via langdurige juridische procedures, is de VBV al jaren een doorn in het oog. Het is niet alleen vreselijk voor de mensen die dit treft, maar werkt ook averechts op het vinden en binden van brandweermensen. De VBV wil dat mensen die in de ‘frontlinie’ staan ten behoeve van onze samenleving kunnen rekenen op onvoorwaardelijke steun wanneer zij een beroepsziekte als posttraumatische stress (PTSS) of lichamelijk letsel oplopen. Zij verdienen erkenning en respect. En daarmee ook zorg als ze die nodig hebben. Bovendien is een goede rugdekking niet alleen in het belang van de medewerker, maar zeker ook in het belang van de 25 werkgevers.
Want veel van deze zaken liepen vast omdat rechters overwegend van oordeel waren dat heftige (buitensporige) gebeurtenissen en de vaak bijzondere omstandigheden, waaronder deze moeten worden verricht, nou eenmaal horen bij het werk van de brandweer. Daarom zijn we ingenomen met het feit dat de hoogste bestuursrechter in zijn uitspraak nu aanleiding ziet om het buitensporigheidscriterium vanaf nu los te zien van de vraag of de werkzaamheden waar het om gaat al dan niet als inherent aan de betrokken functie zijn te beschouwen. Dat biedt weer perspectief voor al die mensen die moeten strijden om PTSS als beroepsgerelateerde ziekte erkend te krijgen.
Gissen naar de omvang
Over hoeveel brandweercollega’s wij het hier hebben, en de omvang van het probleem, kunnen we alleen maar gissen. Want valide en betrouwbare gegevens over het aantal PTSS meldingen bij de brandweer in Nederland zijn er – ondanks een dringende oproep van de minister van JenV aan het Veiligheidsberaad – helaas nog steeds niet. Dat is met het oog op de reactie van het Veiligheidsberaad in 2015 en de bestuurlijk opdracht in 2016, om in het kader van het onderzoek brandweerstatistiek en beleving brandweerpersoneel het aantal meldingen van PTSS in de 25 regionale brandweerkorpsen in beeld te brengen, nogal merkwaardig. Uit de Notitie Brandweerstatistiek, met daarin de eerste resultaten van de inventarisatie, blijkt dat in 2017 slechts 7 van 25 veiligheidsregio’s aangeven PTSS te registreren en er (vermoedelijk) mee te maken te hebben. De overige regio’s stellen dat dit bij hen niet bekend is, niet geregistreerd wordt, of doen een beroep op het medisch geheim waardoor deze aantallen volgens hen niet te overleggen zijn.
In opdracht van het Veiligheidsberaad verzamelde het Instituut Fysieke Veiligheid (sinds 7 maart 2022: Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV)) in 2018 in totaal 17 gevallen van PTSS, gemeld in 7 regio’s. Volgens een grove schatting zou het dan bij alle 25 veiligheidsregio’s over zo’n 50 meldingen gaan. Maar ondanks de zorgen in de Tweede Kamer en de beloofde continuïteit, zijn er door het NIPV na 2018 geen gegevens over PTSS meer opgenomen in de brandweerkerndata. Het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten registreerde de afgelopen jaren zo’n 8 à 9 meldingen per jaar.
Opvang en Nazorg
Nu gaat het bij PTSS natuurlijk niet om statistieken, maar om mensen. Onze collega’s. Ook voor brandweermensen is het belangrijk dat er binnen de organisatie een opvang- en nazorgstructuur is ingericht. Veel korpsen bieden directe nazorg in de vorm van collegiale opvang: Bedrijfs Opvang Team (BOT), Collegiaal Opvang Team (COT) of Team Collegiale Opvang (TCO-team). Een aanvulling op de collegiale ondersteuning op de werkvloer biedt het Steunpunt Brandweer met advies en gespecialiseerde hulp bij psychosociale problemen. In de praktijk en uit de casuïstiek blijkt echter dat het vaak nog onzeker is of een adequaat pakket aan hulp, zoals in 2018 door Brandweer Nederland werd toegezegd, ook daadwerkelijk beschikbaar is en op het juiste schaalniveau is georganiseerd. Het roept bij ons in elk geval vragen op.
Wat is er bijvoorbeeld gebeurd met het organiseren van mentale veerkracht zodat brandweermensen beter voorbereid zijn op de heftige condities van hun werk? En de ambitie om meer te investeren in de aandacht en zorg voor de psychosociale gesteldheid van brandweermensen? En wat is er gebeurd met de beoogde verbetering van de gezondheidsmonitoring bij de brandweer (item 35 van de Uitvoeringsagenda Brandweerzorg)? En de doelstellingen in de strategienota van het Kenniscentrum Arbeidsveiligheid? Wij hebben geen idee, maar als het gaat om de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van het operationeel personeel van de veiligheidsregio’s, vormt de actuele stand van zaken rondom arbeidsveiligheid bij de brandweer beslist geen goed signaal.
Landelijke regeling
Daarom pleiten wij tot slot voor een omslag in denken, maar vooral ook in het doen door de 25 werkgevers. De mensen die vast zijn gelopen in hun zoektocht naar erkenning kunnen we helaas geen juridische bijstand bieden, maar daarvoor zijn gespecialiseerde juristen zoals mr. Ferre van de Nadort beschikbaar. Wat we wel doen is een luisterend oor bieden en helpen bij het zoeken naar een oplossing. Ook zullen we alles in het werk stellen om te komen tot een uniforme oplossing naar het voorbeeld van defensie en politie in plaats van 25 verschillende regelingen en protocollen.
Wordt vervolgd.