Met de nodige verbazing hebben wij kennis genomen van de wijze waarop de Brandweer Gooi en Vechtstreek (BGV) de bestuurlijke uitgangspunten heeft vertaald naar het nieuwe Dekkingsplan 2023-2026. Terwijl het behoud van de kwaliteit van brandweerzorg en het behoud van vrijwilligheid door het Algemeen Bestuur als belangrijke uitgangspunten werden bestempeld, lijken deze uitgangspunten in de voorstellen het onderspit te hebben gedolven.
BGV zet vitaliteit van de posten (bewust?) flink onder druk
Met het voornemen om 5 tankautospuiten (TS), een hulpverleningsvoertuig (HV) en enkele boten uit de operationele sterkte te schrappen, wordt opnieuw flink gesneden in de beschikbare slagkracht van de brandweer. Bovendien heeft het besluit van de korpsleiding om de functie ‘Postcoördinator’ (de meest gewaardeerde managementlaag) te laten vervallen en de aansturing van de posten over te laten aan een ‘Coördinator incidentbestrijding’ op verschillende posten tot grote beroering en teleurstelling geleid. Deze handelswijze zet de motivatie van vrijwilligers en daarmee de vitaliteit van de posten flink onder druk.
Volgens onze achterban krijgen de bestuurders en gemeenteraden in het nieuwe dekkingsplan vooral ‘gebakken lucht’ voorgeschoteld en vormen de voornemens een regelrechte bedreiging voor de continuïteit en paraatheid op de posten. Uiteraard is het belangrijk en waardevol dat vrijwilligers mee kunnen denken en sturen op de vitaliteit van hun post, maar daar komt binnen de BGV in de praktijk weinig van terecht. Hun inbreng wordt stelselmatig genegeerd of niet serieus genomen.
Een constatering die wordt gestaafd door de resultaten van de belevingsonderzoeken in 2017 en 2021 en het niet opvolgen van een advies van de ondernemingsraad inzake de aansturing van de posten als meest recente dieptepunt. Het afwijzen van dat advies staat immers haaks op het belang oog te houden voor de “identiteit van de post”, omdat de binding van de vrijwilliger juist op de post ligt. Dat is geen hogere wiskunde maar ook nog eens uitvoerig onderzocht en onderbouwd. Daarom hebben wij de commandant/directeur onlangs geadviseerd zijn besluit in te trekken.
Later met steeds minder
Nu blijkt dat de brandweer in de Gooi en Vechtstreek steeds later arriveert bij gebouwbranden, en de BGV daar ook geen eenduidige verklaring voor kan geven, is de vraag gerechtvaardigd op welke gronden de BGV dan alle tweedelijns tankautospuiten wil schrappen? Want naast snelheid is ook de slagkracht essentieel om slachtoffers te voorkomen en schade te beperken. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan de toegenomen risico’s op grote/onbeheersbare natuurbranden waarbij een omvangrijke en langdurige inzet van de brandweer vereist is. Bovendien achten de minister en de Inspectie Justitie en Veiligheid het van belang dat met name slagkracht vooraf ingericht is, zodat er sprake kan zijn van tijdige opvolging bij een maatgevend incident.
Gelet op de aanwezige risico’s en het in de ‘Handreiking landelijk uniforme systematiek voor dekkingsplannen’ omschreven dekkingsplanproces met de bijbehorende beoordelingskaders en rekenvoorschriften, lijkt de BGV in haar uitwerking van het dekkingsplan 2023-2026 vooral gebruik te maken van eigen ‘regionale kwaliteitseisen’ (tabel 4, p.51) in plaats van de landelijke professionele normenkaders voor de brandweerzorg. Zo wijkt de regionale kwaliteitseis van ‘3 tankautospuiten binnen 30 minuten’ bij brand af van het beoogd beoordelingskader slagkracht. Dat geldt ook voor de opkomsttijd voor het enige overgebleven hulpverleningsvoertuig. De normatieve kaders voor de opkomsttijd van dit voertuig zijn gemakshalve opgerekt van 15 naar 30 minuten.
Creatieve normenkaders
Overigens is de creatieve invulling van normenkaders voor ons geen verrassing. Eerder kwam de samenwerkingspartner van de BGV, de veiligheidsregio Flevoland, al met zelf bedachte ‘wettelijke uitgangspunten’ en normen in haar dekkingsplan. Hoewel de BGV en de regio Flevoland ook innig samenwerken t.b.v. de bestrijding van ongevallen met gevaarlijke stoffen, beschikken geen van beiden over een eenheid voor de bestrijding van ongevallen met gevaarlijke stoffen conform artikel 4.1.3 Bvr. In tegenstelling tot de bewering van de BGV wordt dus niet voldaan aan de wetgeving. De vraag is dan relevant wie er (voldoende beschermd) kan ingrijpen bij ongevallen met gevaarlijke stoffen en vooral: binnen welk tijdsbestek?
Voorts kan niemand ontkennen dat wanneer de brandweer wordt gealarmeerd voor een waterongeval, een boot een handig hulpmiddel is, zo niet onontbeerlijk. Het per 1 juli 2023 uitnemen van de brandweerhulpboten van de posten Muiden en ’s-Graveland is dan ook een buitengewoon slecht plan, vallend in de categorie; penny wise, pound foolish. Niet in de laatste plaats vanwege de meerwaarde die deze boten hebben bij calamiteiten op en aan het water, zoals onlangs werd bevestigd toen twee drenkelingen werden gered door de brandweer van Muiden met hun boot.
Samengevat kunnen we stellen dat de repressieve dekking die de brandweer gegeven de beoogde situatie kan leveren, wederom achteruit gaat en het verlies van slagkracht zorgvuldig is gecamoufleerd in het concept-dekkingsplan 2023-2026. Wij adviseren het Algemeen Bestuur om niet in te stemmen met het voorliggende Dekkingsplan Gooi en Vechtstreek 2023-2026.