Nadenken over taakdifferentiatie (bezint eer gij begint)

In de afgelopen periode is er gewerkt aan een denkrichting voor een probleem bij de brandweer. Omdat het huidige stelsel dat wij in Nederland kennen volgens de minister van Justitie en Veiligheid  in strijd is met het gelijkheidsbeginsel van het Europees recht. Omdat Vrijwilligers dezelfde werkzaamheden, dezelfde opleiding en aan dezelfde keuringseisen moeten voldoen als beroepsbrandweermensen, moeten zij dan feitelijk ook op dezelfde manier worden beloond.

Er werd een “denktank” ingericht die een oplossing voor het probleem moest bedenken. Aan de oplossingsrichting waaraan zij gingen werken lag een advies van  hoogleraar Verburg ten grondslag. Hij ontwikkelde een oplossingsrichting waarbij er een verschil in taken moest worden gemaakt tussen vrijwilligheid en beroeps. Dat verschil moest dan voldoende groot zijn om een verschil in beloning te rechtvaardigen.

De Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers (VBV) wilde aan dit denkproces een bijdrage leveren. Want samen een oplossing bedenken betekent draagvlak en acceptatie. Helaas werd dit in eerst instantie afgewezen. Door tussenkomst van de Tweede Kamer werd  alsnog een plekje in de denktank ingericht voor de voorzitter van de VBV, maar dan wel op persoonlijke titel.

Zo werd ik dus een jaar geleden na een heel prettig kennismakingsgesprek met de voorzitter van de denktank, burgemeester Kolff van Dordrecht, alsnog lid van de denktank. Door de inmiddels uitgebroken Pandemie was de eerste vergadering waaraan ik deelnam pas in juni 2020.

In de denktank heb ik geprobeerd duidelijk te maken dat de VBV zorg heeft dat er een tweedeling ontstaat tussen eersterangs en tweederangs brandweermensen. Dat Vrijwilligers trots zijn op wat zij doen en daarom geen tweederangs positie willen.

Toen vlak voor de  zomervakantie op Facebook een nogal kritisch item over taakdifferentiatie van de VBV verscheen werd ik daarvoor door de denktank ter verantwoording geroepen. Dus hoewel in de denktank op persoonlijke titel, toch aangesproken als voorzitter van de VBV. Uiteindelijk werd de strijdbijl begraven en kon ik in de denktank blijven.

Wat wij wilden bereiken was meedenken en bouwen aan een goed brandweerstelsel. Een stelsel waarin een volwaardige positie voor Vrijwilligers blijft. Wij denken dat dit kan en moet. Al was het maar omdat vanuit 88% van alle brandweerkazernes in ons land een brandweerrode tankautospuit met Vrijwilligers uitrukt naar alle soorten branden en hulpverleningsincidenten.

De inbreng in het denkproces bleek beperkt want de plannen werden gemaakt door een andere groep, “de werktank”. De denktank mocht van die plannen dan iets vinden. Niet alle informatie vanuit de werktank werd gedeeld met de denktank. Aan de voorzitter heb ik daarom gemeld dat als het advies is uitgebracht mijn deelname aan de denktank stopt. Het advies aan het Veiligheidsberaad heb ik in de denktank niet kunnen lezen. Nu de minister het naar de Tweede Kamer heeft gestuurd met de analyse van het Veiligheidsberaad wel. De voorzitter geïnformeerd dat ik voor het vervolg niet op dezelfde niet volwaardige manier betrokken wil zijn. Dat ik daarom niet langer zal deelnemen aan de vervolgstappen van de denktank.

De zorg die de VBV heeft blijft. Een denkrichting en een rapport waarin wordt gesteld dat er maar voor 284 posten van de 959 iets verandert en in een voetnoot vermeldt dat niet is meegenomen dat er feitelijk voor alle Vrijwillige posten iets verandert, is een manier van informeren waaraan ik mijn naam liever niet langer verbind. Dat hetgeen is bedacht er toe zal leiden dat mensen die nu fulltime werken en daarnaast Vrijwilliger zijn en dat straks als ‘parttimer’ moeten gaan doen, van de ene overtreding (Europees recht), naar de andere (arbeidstijdenwet) overtreding gaan, is ook niet opgenomen in de overwegingen. Dat is geparkeerd voor later.

Daarom gaat de VBV vanaf nu onafhankelijk en niet gebonden verder. Inmiddels zijn er rechtsgeleerden die vinden dat Vrijwilligheid bij de brandweer helemaal niet op gespannen voet hoeft te staan met het Europees recht. Of wanneer dat toch zo is, dit Europees recht een uitzondering dient te maken voor Vrijwilligheid.

Dit zullen wij verder onderzoeken en ondertussen blijven pleiten voor een volwaardige, gelijkwaardige taakuitoefening bij de brandweer voor beroeps en Vrijwillig. Kazerneren en consigneren is werk, het andere is Vrijwilligers werk. Incidenten maken geen onderscheid in taken voor stad of dorp, vrijwillig of beroeps. Laten wij dat dan bij de bestrijding ervan ook niet doen.

Dat is het geluid dat de VBV zal laten horen, nu en in de toekomst. Daar kunt u op rekenen.

Marcel Dokter

Voorzitter