VRZ_LogoEen jaar geleden hebben wij de Minister van Veiligheid en Justitie, zijn Inspectie, én de Commissaris van de Koning (CvdK) geïnformeerd over misstanden binnen de Veiligheidsregio Zeeland (VRZ). De Inspectie kwam na een ‘QuickScan’ met een verbluffende conclusie die vriend en vijand versteld deed staan. Echter, geen van drieën vond het de moeite waard om de overduidelijke misleiding van de Zeeuwse  volksvertegenwoordiging te onderzoeken.

Klokkenluiders
Desalniettemin hebben 12 klokkenluiders de moed gevonden om ‘de kat de bel aan te binden’ en onregelmatigheden te melden. Nu is de VRZ bijna dagelijks in het regionale nieuws en lijkt het deksel van een beerput gelicht.

Een commissie onder leiding van de oud-burgemeester van Vlissingen, Letty Demmers, heeft onderzoek verricht na de meldingen van deze klokkenluiders. Hoewel de voorzitter en de directeur van de VRZ aangeven dat er geen sprake is van (een vermoeden van) een misstand, laat de brief van mevrouw Demmers van 27 juni jl. geen misverstand bestaan over wat er aan de hand is en wie daar verantwoordelijk voor is.

Geen verrassing
De VBV is niet verrast door deze ontwikkelingen die geen rooskleurig inkijkje geven in de organisatie van de VRZ. Daar waar in de brief van mevrouw Demmers gesproken wordt over ‘verwonderpunten’ van financiële aard, hebben wij een jaar geleden het ‘gesjoemel’ met de formatieomvang, de brandweerkundige en financiële aspecten van ‘Maatwerk in Brandweerzorg’ geïnventariseerd en helder onderbouwd gepresenteerd.

Leunend op deze onjuiste informatie zijn gemeenteraden in hun belangenafweging door functionarissen van de VRZ aantoonbaar op het verkeerde been gezet. Dit kwalificeren wij nadrukkelijk als ‘misstand’, geheel in lijn met de definitie die door de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) wordt gehanteerd.

Rol wettelijk toezichthouders
Wij hebben de CvdK (brief van 15 juli 2015) en de Inspectie (brief van 21 juli 2015) geïnformeerd over de misstanden binnen de VRZ. Tot onze grote verbazing en zonder nadere verklaring hebben geen van beiden de door ons aangereikte en verifieerbare misstanden goed onder de loep genomen, laat staan dat het tot een aanwijzing is gekomen. Per brief van 29 december 2015 hebben wij bij de Inspectie VenJ aangegeven het spijtig te vinden dat onze signalen niet serieus zijn genomen.

De Provincie Zeeland meldt dat er in 2015 enkele malen overleg heeft plaatsgevonden tussen de CvdK en de Inspectie. De CvdK was ook aanwezig tijdens het bezoek van de minister van Veiligheid en Justitie aan de Veiligheidsregio Zeeland op 6 augustus 2015. De VRZ op haar beurt geeft aan dat het bezoek van de Inspectie op 11 mei 2016 ‘succesvol’ is verlopen. Of daarbij ook de bevindingen van mw. Demmers zijn besproken en de gevraagde brandweerkundige onderbouwing voor het concept met de ‘Zeeuwse TS’  is opgeleverd, is niet bekend maar lijkt ons zeer onwaarschijnlijk.

Ondanks de ondeugdelijke financiële en brandweerkundige onderbouwing, is de aanbesteding van 22 (Zeeuwse) Tankautospuiten inmiddels gestart en worden de gemeenten met voldongen feiten geconfronteerd. Daarom hebben wij op 6 juli 2016 de 13 gemeentebesturen in Zeeland schriftelijk verzocht om de aanbesteding en de plannen voor de sluiting/samenvoeging van 11 kazernes voorlopig stop te zetten.

Rol ondernemingsraad
De medewerkers dienen via de ondernemingsraad (OR) inspraak te hebben op het functioneren van de organisatie, zoals geregeld in de wet op de ondernemingsraden (WOR). Daarnaast dient de OR te controleren of de organisatie zich houdt aan wetten en regels. Echter, in de totstandkoming van de plannen voor ‘Maatwerk in brandweerzorg’ was van een tijdige en wezenlijke inspraak en betrokkenheid van de OR geen sprake, zo lezen wij in het advies van 24 juni 2015. Dat geldt eveneens voor het uitblijven van een adequate opvolging van het gesprek van de OR met de voorzitter van de VRZ op 11 april 2016. Toen werd immers al door de OR gepleit voor een breder onderzoek.

In antwoord op een WOB-verzoek van de VBV van 21 juli 2015 bleek dat de VRZ niet beschikte over een vastgesteld integriteitsbeleid en men zich in 2016 zou richten op de houding en het gedrag van haar medewerkers uit alle organisatielagen.  Uit de brief van mw. Demmers blijkt dat daar in de praktijk weinig van terecht gekomen is en de 12 klokkenluiders maandenlang aan het lijntje zijn gehouden, genegeerd, in de hoek gezet en is er geen expliciete actie ondernomen tegen openbare bedreigingen van melders door de directeur. Dat vinden wij volstrekt ontoelaatbaar.

Onafhankelijk onderzoek
De VRZ gaat nu opdracht geven aan een onafhankelijk extern bureau, om een diepgaand en zorgvuldig organisatieonderzoek uit te voeren. Hoewel wij een dergelijk onderzoek toejuichen is de onderzoeksopdracht (zie de laatste pagina in het feitenrelaas) zodanig geformuleerd dat het nog maar zeer de vraag is of de onderste steen boven komt.

Als je bijvoorbeeld als organisatie geen integriteitsbeleid hebt vastgesteld, kan ook niemand beoordelen of het voldoet en is nageleefd.  En als je slechts de uitvoering van het Beleidsplan mag onderzoeken en niet de totstandkoming ervan en de daarbij gebruikte uitgangspunten,  wordt het fatsoenlijk duiden van de onderzoeksresultaten wel erg lastig. Bovendien is de overtuiging dat de VRZ de gemeentebesturen helpt om kritische en maatschappelijk verantwoorde keuzes te maken, wel erg curieus. Vooral met het oog op de dubieuze praktijken in het project ‘Maatwerk in brandweerzorg’.

Eerlijk antwoord
Daarom vinden wij het van belang dat er ook een eerlijk antwoord komt op de hamvraag of de brandweerzorg in de 13 Zeeuwse gemeenten nog voldoet aan het minimum kwaliteitsniveau zoals dat in wettelijke bepalingen is vastgelegd.

Dat is immers waar wij (namens onze leden) telkens aandacht voor hebben gevraagd.  Zo vragen wij ons ook af hoe je de lokale brandweerpost ‘het veiligheidscentrum van de wijk’ kunt laten vormen als het sluiten/samenvoegen van posten telkens wordt gebruikt om een sluitende begroting te kunnen presenteren? En op basis van welke vakinhoudelijke argumenten bestel je 22 ‘Zeeuwse’ tankautospuiten als je niet weet of de slagkracht voldoet aan de uitgangspunten in de wet?

In de bij het beleidsplan behorende operationele prestaties wordt verwezen naar het ‘Dekkingsplan brandweerzorg’. U raadt het waarschijnlijk al; dat is er niet, althans geen dekkingsplan dat aan de wettelijke eisen voldoet. De Inspectie heeft er voor gekozen om met vage conclusies te beweren dat ‘Maatwerk in brandweerzorg’ een verbetering kan bewerkstelligen. Het kan echter ook niet zo zijn. Achter dit zorgvuldig gecreëerde rookgordijn heeft niemand enig idee hoe de vlag er werkelijk bij hangt. Wij hebben daar zo onze eigen mening over en hebben deze ook niet onder stoelen of banken gestoken.

Nieuw klimaat
Voor wantrouwen en achterdocht is geen plaats in een veiligheidsregio. De VBV roept de verantwoordelijke partijen op vanaf vandaag te werken aan een nieuwe start, een organisatie met een gezonde bedrijfscultuur waar besluiten over de repressieve zorg worden genomen op basis van brandweerkundige onderbouwingen en waar Brandweer Vrijwilligers vertrouwen en regelruimte krijgen om hun post op orde te houden en de zorg te leveren die de burger van de brandweer mag verwachten.

Relevante items:
Wie licht gelooft wordt licht bedrogen!
Onacceptabele brandweerzorg!
Nieuw brandweerplan: sprookje of bange droom?