Een nieuw VBV jaar
Ook de afgelopen periode heeft de VBV de belangen van alle 19.000 Brandweer Vrijwilligers in ons land zo goed mogelijk behartigd. Dat doen mensen die de Vakvereniging, de brandweer en vooral Vrijwilligheid een warm hart toedragen. Dat gaat lang niet altijd langs de weg waar aan het eind de populariteitsprijs van bestuurders en veiligheidsregio’s in ontvangst kan worden genomen.
Maar, de aandacht van de VBV voor een goede positie voor de Vrijwilligers bij de Brandweer in de vijfentwintig organisaties waar zij hun werkzaamheden uitvoeren blijft heel hard nodig. Al was het maar omdat het belang van de Vrijwilligers door anderen vaak wel met de mond wordt beleden maar helaas lang niet altijd in daden wordt omgezet.
Juist nu in deze tijd van Corona en “Lockdown” waardoor het sociale aspect van Vrijwilligheid bij de brandweer enorm onder druk staat. Niet of bijna niet oefenen. Alleen in de kazerne komen als de pieper is gegaan en na afloop van de inzet direct weer uit elkaar gaan, dat trekt een wissel op de sterke band die er in veel kazernes in ons land bestaat. Gek genoeg hoor je daar bijna niets over en gaan de bespiegelingen in de media over het beheersen van de crisis door speciale teams waarin vooral veel wordt vergaderd en afgestemd. Dat is niet de wereld van de vrouwen en mannen die in Nederland voor het overgrote deel de basis brandweerzorg voor hun rekening nemen. Dat werk is gebaseerd op vertrouwen en een soort familieband die ontstaat door met elkaar goed voorbereid te zijn op alle mogelijke en onmogelijke incidenten die op het pad kunnen komen van al die groepen Brandweer Vrijwilligers overal in het land.
In het afgelopen jaar ging het eerst nog over het versterken van die Vrijwilligheid maar vooral ook over taakdifferentiatie. Het maken van een groter verschil tussen beroeps en Vrijwillig. Omdat wij moeten voldoen aan Europese regelgeving. De wet op de veiligheidsregio’s werd geëvalueerd. Op deze zaken heeft de VBV input geleverd. Daarbij proberen wij steeds aandacht te vragen voor een volwaardige positie van de Vrijwilligers. Dat zij nu en in de toekomst hun Vrijwilligerswerk kunnen blijven doen zonder te hoeven wachten op beroepscollega’s die dan het echte brandweerwerk doen. Brandweer Vrijwilligers willen geen tweederangs spuitgasten worden.
In de voorwaardelijke sfeer worden afspraken gemaakt in het LOBA met de Brandweerkamer (werkgeversorganisatie van de veiligheidsregio’s). Daarvoor waren wij tot 1 januari lid van de CMHF (Centrale van Middelbare en Hogere Functionarissen). Maar de VBV kreeg steeds vaker het gevoel dat bij de CMHF de belangen van Vrijwilligers bij de brandweer niet voorop stonden en de VBV kreeg geen eigen plek aan de onderhandelingstafel. Daarom hebben wij besloten vanaf 1 januari zelfstandig verder te gaan. Wij willen geen inspraak in pensioenregelingen en 24 uursroosters. Maar wij vinden dat er geen afspraken kunnen worden gemaakt over keuringen, arbeidsomstandigheden, opleidingen, trainingen en vergoedingen, in een overleg waar 80% van de mensen (Vrijwilligers) die het basis brandweerwerk doen niet zijn vertegenwoordigd. Wij vinden dat de VBV met haar 6500 leden de enige representatieve woordvoerder en vertegenwoordiger van die groep brandweermensen is. Daar zullen wij in het komend jaar aandacht voor vragen en desnoods aan de rechter om een uitspraak vragen.
Tenslotte hebben wij ons ingezet voor Brandweer Vrijwilligers in de knel. Bij verzekeringskwesties en op andere momenten dat de keerzijde van de brandweer passie duidelijk werd. Als dat gebeurt dan wil de VBV helpen en dat zullen wij ook in 2021 blijven doen. Daar kunt u op rekenen in dit nieuwe jaar!
Marcel Dokter