Redactie

Maak het belachelijk, dan hoef je het niet serieus te nemen.

Maak het belachelijk, dan hoef je het niet serieus te nemen.

‘Een hoop onzin in brief vakbond’
Deze zin stond als kop boven een krantenartikel waarin de regionaal commandant reageert op een brief van de VBV. In deze brief hebben wij vragen gesteld en kanttekeningen geplaatst bij de steeds duurder wordende brandweerzorg in die regio tegen de achtergrond van het niet zorgvuldig omgaan met vrijwilligers. Alles keurig voorzien van bronvermelding en steeds onderbouwd met feiten. Lees hier onze brief en oordeelt u zelf wie onzin verkondigt.

In een ander dossier, de keuring bij de brandweer, zie je dezelfde beweging. Sinds de invoering van het periodiek preventief medisch onderzoek (p.p.m.o) hebben wij vragen gesteld over het gebrek aan medisch gehalte bij deze nieuwe manier van keuren. Ook het gevaar dat onvoldoende getrainde mensen serieus in de problemen komen tijdens deze keuring hebben wij steeds benoemd. Dit alles ook steeds weer onderbouwd met feiten en voorzien van bronvermelding.

De beroepsbrandweerman moet tijdens elke dienst verplicht sporten en kan zich zo ook regelmatig voorbereiden op de brandweer stormbaan die hij over moet om zijn geschiktheid voor het vak aan te tonen. De vrijwilliger kan 1 of 2 keer per jaar de baan oefenen en wordt vervolgens dezelfde baan over gejaagd om ook zijn geschiktheid aan te tonen. Lukt het niet dan is het heel jammer en ben je af. Je mag dan niet meer op de uitruk en dus doet iedereen tijdens de test meer dan zijn best om het te halen.

Werd in het verleden tijdens de maximale inspanning het hart van de brandweerman  met een E.C.G. in de gaten gehouden om zo in te kunnen grijpen als iemand in de problemen kwam, wordt tegenwoordig gereanimeerd als je er dood bij neervalt. (onlangs gebeurde dit werkelijk in de veiligheidsregio IJsselland en dat was niet de eerste keer). Ook op dit commentaar van de VBV wordt gereageerd dat het allemaal onzin is. De keuring is evenwichtig en verantwoord en wordt door een expertgroep en een begeleidingsgroep bekeken en waar nodig bijgesteld. In beide groepen is overigens geen enkele medicus aanwezig en waarom zou je ook als het om een medisch onderzoek gaat? Zo doen we dat tegenwoordig bij de brandweer.

Dan is er nog de fabel van het teruglopend aantal vrijwilligers. De VBV heeft de afgelopen jaren aandacht gevraagd voor dit fenomeen. Dat de paraatheid in het geding komt als er steeds minder vrijwilligers beschikbaar zijn bij de brandweer. Hoewel inmiddels steeds vaker berichten in het nieuws komen dat de brandweer niet kan uitrukken of veel te laat komt wordt ook hier de VBV van onzin beticht en worden de cijfers van het CBS eenvoudig ter discussie gesteld want die kloppen natuurlijk niet.

Waarom wordt het kritische geluid van de VBV en anderen weggezet als onzin? Wij komen tot de conclusie dat het antwoord even simpel als gevaarlijk is. Maak het belachelijk, dan hoef je het niet serieus te nemen. Dat is de tactiek  die hier wordt gekozen. Maar deze tactiek van de struisvogel past niet bij een organisatie die dient als het vangnet van de fysieke veiligheid. Als alle veiligheidsvoorzorgen hebben gefaald, dan komt de brandweer in actie. Die organisatie kan alleen maar goed functioneren als het kritische geluid wordt gestimuleerd en serieus wordt genomen.

Helaas laat de praktijk inmiddels zien dat het kritische geluid geen onzin was. De barsten en scheurtjes in het brandweerrode gebouw worden zichtbaar. Het aantal slachtoffers en miljoenenbranden neemt toe. Kazernes staan leeg en de  vrijwilligers lopen weg of houden het voor gezien. En de brandweer………….Die komt steeds vaker te laat!

De VBV zal blijven vragen om aandacht voor deze zaken, steeds onderbouwd en op basis van feiten. Wij willen geen verruiming van de opkomsttijd zodat we dan toch weer op tijd komen. Wij willen niet iets meer aan de brandveilige voorkant zodat je aan de achterkant wel met minder toe kan. Wij willen een robuuste fijnmazige brandweerorganisatie die blijft rusten op een stevig vrijwilligers fundament. Een organisatie die het steeds groter wordend aantal slachtoffers kan helpen. Die meer miljoenenbranden kan bestrijden en schade kan beperken  Dat alles kan alleen maar als die vrijwilligers serieus worden genomen.

Juist voor die vrijwilligers zullen wij ons sterk blijven maken. Daar kunt u ook in de komende tijd op rekenen.

Marcel Dokter
voorzitter

Het verhaal van Nick Averdijk

Op 25 maart 2016 rukt Nick Averdijk met zijn ploeg uit voor een heftruckbrand in een industriepand in Goor. De heftrucks rijden op gas, waardoor er kans is op een explosie. Nick is op het moment van dit incident beginnend bevelvoerder en wordt geschaduwd. Wat hij op dat moment niet weet is dat de volledige inzet is vastgelegd door bewakingscamera’s. Deze beelden bieden voor hem en zijn ploeg een mooie kans om te leren van het incident en hun inzet.

 

Onze visie op Brandweerzorg

 

 

Deze visie op brandweerzorg omschrijft wat de VBV beschouwt als goede brandweerzorg, wat de gemeenschap van de brandweer mag verwachten en wat de Brandweer Vrijwilligers van de brandweerorganisatie mogen verwachten. (U kunt deze visie ook hier downloaden)

Tot de brandweerzorg behoort:

a. het voorkomen, beperken en bestrijden van brand, het beperken van brandgevaar, het voorkomen en beperken
van ongevallen bij brand en al hetgeen daarmee verband houdt;
b. het beperken en bestrijden van gevaar voor mensen en dieren bij ongevallen anders dan bij brand (waaronder
technische hulpverlening, ongevallen met gevaarlijke stoffen en waterongevallen).

Brandscenario’s zijn progressief, daarom is deze visie gebaseerd op de inzet bij brand. De in deze visie omschreven
principes zijn echter evenzo toepasbaar op de andere kerntaken.

1) Voor het beperken en bestrijden van brand en ongevallen wordt door de veiligheidsregio’s (VR) brandweerzorg
georganiseerd. Deze wordt, behalve in enkele grote steden, geleverd door Brandweer Vrijwilligers: betrokken
burgers die bereid zijn noodhulp te verlenen. De opkomst en inzet van deze Brandweer Vrijwilligers is,
behoudens tijdelijke uitzonderingen, gebaseerd op vrije instroom.

2) De organisatie van brandweerzorg is gebaseerd op maatgevende scenario’s. Daarbij heeft het ‘Brandveilig
Leven’ gefaald, en kan de burger de ontstane crisis zelf niet meer hanteren. Het maatgevend scenario voor
brand is minimaal een brand in een woon- of zorgomgeving waarbij de gezondheid of het leven van een of meer
burgers bedreigd wordt.

3) De repressieve kwaliteit (basis brandweerzorg) dient als volgt te worden gedefinieerd: “Het vermogen om in
voldoende mate met voldoende middelen (personeel /materieel) voldoende snel bij een incident (brand /
hulpverlening) te arriveren”.

4) De Veiligheidsregio houdt daarvoor een fijnmazig netwerk van kazernes in stand. Het streven is dat voor
maatgevende scenario’s binnen 8 minuten na alarmering voldoende slagkracht ter plaatse is om onmiddellijk
handelend en levensreddend te kunnen optreden. Deze slagkracht bestaat uit teams voor brandbestrijding,
redding, watervoorziening, werken op hoogte, ventilatie/rookbeheersing, veiligheid, en enkele leidinggevende
functionarissen. Op grond van internationaal onderzoek en historische data is hiervoor een bezetting van
minimaal 15 personen nodig.

5) De Brandweer Vrijwilligers worden door de VR gefaciliteerd met opleidingen, training, materieel en gebouwen.
De VR handhaaft professionele standaards voor opkomst, inzet, inzetleiding en communicatie, opleiden en
oefenen. Deze standaards moeten passen bij het karakter van de omgeving en kunnen streekgebonden zijn.

6) Brandweer Vrijwilligers accepteren een inspanningsverplichting. Zij zijn bereid een redelijk risico te nemen om
het leven en de gezondheid van andere burgers te bewaren, zij zijn bereid om enig risico te nemen om grote
schade aan milieu en materiele-, alsmede maatschappelijke schade te voorkomen. Zij nemen geen risico’s als
het belang van de inzet niet opweegt tegen het risico.

7) De Veiligheidsregio zorgt voor voldoende betrokkenheid van de burgers bij het brandweerwerk zodat een goede
instroom van Vrijwilligers gewaarborgd is, en binnen iedere brandweerpost voldoende ervaringsdichtheid kan
worden opgebouwd.

8) De Veiligheidsregio zorgt dat Brandweer Vrijwilligers gecompenseerd worden voor de ingezette tijd. Indien een
Vrijwilliger schade lijdt door of als gevolg van inzet voor de brandweer wordt de Brandweer Vrijwilliger ruimhartig
gecompenseerd.

9) De Veiligheidsregio voorziet daar waar te verwachten scenario’s zwaarder zijn of afwijken van het maatgevend
scenario in de tijdige opkomst van aanvullende slagkracht, eventueel door inzet van een bedrijfsbrandweer.

10) De Veiligheidsregio informeert en faciliteert burgers om te komen tot tijdige ontdekking van brand en alarmering,
en voor zover mogelijk zelfredzaamheid tot de aankomst van de brandweer.

11) De brandweer communiceert transparant over de mogelijkheden om te redden, brand te bestrijden en schade te
beperken, op basis van de gegeven omstandigheden, en adviseert desgevraagd over mogelijkheden tot
verbetering.

12) De brandweer is onderdeel van de crisisbeheersingsorganisatie van de Veiligheidsregio.

De VBV beoordeelt zowel landelijke als lokale ontwikkelingen aan de hand van deze visie.

Aanleiding tot het ontwikkelen van de visie
De VBV heeft deze visie ontwikkeld om de leden en lokale platforms kaders te bieden om beleid of
organisatieontwikkelingen in breder perspectief te beoordelen, en om de stakeholders (burgers, ondernemers,
politiek en bestuurders) mee te nemen in de door de VBV gewenste ontwikkeling van de brandweerzorg. De VBV
gelooft dat door de inzet van betrokken burgers (Brandweer Vrijwilligers), en onder professionele randvoorwaarden,
adequate betaalbare brandweerzorg en crisisbestrijding kan worden geleverd.

Beschouwing huidige brandweerzorg
Voor een groot aantal gemeenten geldt dat de begroting van de Veiligheidsregio stijgt terwijl de slagkracht en
paraatheid van de lokale brandweer afneemt. Daarmee komt de kwaliteit van de brandweerzorg op of onder de
absolute ondergrens van het in de wet omschreven kwaliteitsniveau. Bestuurders en Veiligheidsregio’s slagen er in
ontoereikende mate in om de brandweer aantrekkelijk te maken voor vrijwilligers. Daarmee wordt langzaam maar
zeker het fundament onder adequate én betaalbare brandweerzorg ondermijnt. Dit is maatschappelijk ongewenst.
Door afname van de slagkracht van de brandweer en hogere opkomsttijden, zullen de schades toenemen en de
kansen op redding van mensen aanzienlijk dalen.

Het kwaliteitsniveau van de brandweer
Tot de brandweerzorg behoort het voorkomen, beperken en bestrijden van brand en al hetgeen daarmee verband
houdt. Dat is al sinds 1952 ongewijzigd opgenomen in de wet. De taken zijn daarmee duidelijk. De uitvoering ervan
dient echter ook effectief, adequaat en daarom van een kwalitatief goed niveau te zijn. De eerste klap is een daalder
waard. Daarvoor is de omvang van eerste uitruksterkte sterk bepalend.

Immers, wanneer de burger de hulp van de brandweer inroept, verwacht hij dat deze zo snel mogelijk komt, met
voldoende mensen en middelen om adequaat hulp te kunnen bieden. Daarom waren deze essentiële uitgangspunten
ook opgenomen in de ‘Handleiding Brandweerzorg’ van 1992, die voorzag in een eenduidig systeem voor het bepalen
van het kwaliteitsniveau van de brandweerzorg in Nederland. Per gebouwsoort en gebruik was aangeven welke
omvang (slagkracht) nodig is om direct “de klus” aan te kunnen: verkennen, redden en blussen.

Met de invoering van het Besluit veiligheidsregio’s (Bvr) in 2010 zijn deze uitgangspunten – en daarmee de
opkomstnormen voor een tweede en derde tankautospuit – vervallen en vervangen door een kwantitatieve norm
(minuten opkomsttijd) waarbij slechts de inzet van één tankautospuit is opgenomen.

Door de regionale bestuurders en de rijksoverheid wordt stevig gestuurd op dit “meetbare doel”. Door het
management van veiligheidsregio’s wordt gegoocheld met voertuigsoorten en -bezettingen om de kwantitatieve
doelen te halen met onvoldoende oog voor de kwaliteit van brandweerzorg. Financiële taakstellingen, slechte
verhoudingen tussen het bestuur van de veiligheidsregio en het management van de brandweer, tanende vakkennis
bij het management en het gebrek aan democratische controle op de besluitvorming in de regio door gemeente- en
ondernemingsraden, maken dit ‘minimaal kwaliteitsniveau’ leidend.

Daarnaast schept de bureaucratisering en de aanhoudende drang naar ‘professionalisering’ geen aantrekkelijk
klimaat voor het maken van ‘verbinding’ met de burgers en een blijvende betrokkenheid van Brandweer Vrijwilligers,
wat een essentiële randvoorwaarde voor betaalbare brandweerzorg is. Brandweerzorg bestaat vooral bij de gratie
van voldoende en gemotiveerde Brandweer Vrijwilligers.

Gebrekkige of minimale slagkracht raakt daarnaast direct de beschikbaarheid van hulpverleners voor acute crisis- en
rampenbestrijdingstaken, aangezien de brandweer de enige parate overheidsdienst is die dag en nacht binnen luttele
minuten grote hoeveelheden menskracht kan inzetten.

Van brandweerzorg naar zorg voor de brandweer
Het op veel plaatsen lukraak experimenteren op basis van management theorieën zonder robuuste
brandweerkundige onderbouwing, heeft tot dusver geen structurele verbetering van de brandweerzorg, of de kosten
daarvan opgeleverd. Het gevolg is alleen geweest dat onder de Brandweer Vrijwilligers frustratie en verloop is
ontstaan.

De VBV is voorstander van innovatie, maar wenst dat nieuwe technische ontwikkelingen die leiden tot betere en
betaalbare brandweerzorg met een goede brandweerkundige onderbouwing en voldoende draagvlak onder het
uitvoerend personeel in gang worden gezet.

Gedeelde Visie
Onze visie op ‘adequate brandweerzorg’ wordt door erkend wetenschappelijk onderzoek en professionele standaards
uit binnen- en buitenland bevestigd, zoals de leidraad repressieve basisbrandweerzorg, de NFPA standaards en de
standaards van de Duitse AGBF.

Zorgelijke situatie brandweer Doetinchem; gemeenteraad wist van niks.

Zorgelijke situatie brandweer Doetinchem; gemeenteraad wist van niks.

“Het is goed mis bij de brandweer in Doetinchem” kopte dagblad ‘De Gelderlander’ onlangs.
In het betreffende artikel werd ingegaan op het rapport ‘Optimalisering opkomsttijden post Doetinchem’ . Daarin wordt een zorgelijk beeld geschetst van de situatie bij de Doetinchemse brandweer.

Minstens zo zorgelijk is dat de portefeuillehouder en de gemeenteraad van Doetinchem telkens in een ‘alternatieve werkelijkheid’ blijken te verkeren als het gaat om de lokale brandweerzorg.
De zorgwekkende omstandigheden die een tijdige inzet van voldoende mensen en middelen belemmeren, en waardoor niet tijdig kan worden voorzien in de rechtens vereiste brandweerzorg, is het gemeentebestuur volledig ontgaan, zo blijkt uit een reactie uit de gemeenteraad.

Terwijl er niet alleen fors werd geïnvesteerd in een nieuwe kazerne, maar ook in verkeerde oplossingen zoals de pilot met het Snel Interventie Voertuig (SIV),  bleven de alsmaar oplopende uitruk- en opkomsttijden in Doetinchem buiten beschouwing in de jaarrapportages en raadsmededelingen. Ondanks de ambities in het beleidsplan en de raadsmededeling over opkomsttijden in 2012  bleef de aandacht voor de belangrijkste aspecten; de dienstverlening aan de burger en de zorg voor de uitvoerende  brandweermens, ver achter. Het gevolg is dat niet 24/7 kan worden voorzien in de vereiste 6 brandweermensen voor de bezetting van de eerste basiseenheid, laat staan in de voor Doetinchem benodigde risicogestuurde slagkracht van 2 basiseenheden en een redvoertuig, in totaal 14 personen. Dat is opmerkelijk voor een stad met zo’n 50.000 inwoners.

Een uiterst suggestief krantenartikel vormde in februari 2016 voor ons aanleiding om het gemeentebestuur van Doetinchem middels een brief te informeren over de apekool die het gemeentebestuur werd voorgeschoteld. In plaats van serieus in te gaan op de inhoud van onze brief en de vragen van gemeenteraadsleden, werd in de raadsmededeling en de raadsvergadering van 28 april 2016 wederom een rookgordijn opgetrokken,  en bleef de feitelijke stand van zaken opnieuw buiten beschouwing. Op een vraag/opmerking over de ‘versluiering van de aanrijtijd’ reageerde de portefeuillehouder met een ontkenning van één van de belangrijkste argumenten voor de pilot SIV;  het verbeteren van de paraatheid en de opkomsttijden.

Resumé
Het gemeentebestuur heeft met de rapportage een ontluisterend beeld gekregen van de situatie bij de Doetinchemse brandweer. De geschetste situatie is eveneens een bevestiging van de opmerkingen in onze brief. Gelukkig biedt het rapport ook verschillende oplossingsrichtingen en is het aan de organisatie om z.s.m. orde op zaken te stellen. De gemeenteraad van Doetinchem zal daar vanavond over vergaderen.

H2S weer onder de aandacht

Is het jou al opgevallen? Agrariërs en loonbedrijven zijn weer gestart met het uitrijden van mest! Ben jij voorbereid?

De agrariërs en loonwerkers zijn weer gestart met het uitrijden van mest. Dat betekend weer extra risico’s doordat er weer volop wordt gemixt. hieronder een link naar het document H2S “Het wordt extra link als het niet meer stinkt!” dat gemaakt is voor de Veiligheidsregio Zaanstreek Waterland.

Kazerne info H2S NW4

Bent u niet altijd tegen?

Dat was de meest bijzondere vraag die mij deze week werd gesteld in een week waarin de VBV vaak om haar mening werd gevraagd. De vraagsteller was een burgemeester uit de Veiligheidsregio Noord & Oost Gelderland.

Blijkbaar zijn brieven van de VBV waarin wij hebben gereageerd op zaken die volgens ons niet door de beugel kunnen en anders moeten blijven hangen. Zo word je als belangenbehartiger als je niet uitkijkt de tegenpartij.

Daarom wil ik u vertellen over dat wat in de afgelopen week aan de orde is geweest en waar de VBV voor is.

De week begon met een gesprek met een directeur van een veiligheidsregio waar ruim zevenhonderd brandweervrijwilligers lid zijn van onze vereniging. Op een totaal bestand van veertienhonderd vrijwillige brandweermensen is dat dus ruim de helft. Later die week heb ik de burgemeesters van die Regio mogen vertellen  wat ons drijft.

Wij behartigen de belangen van mensen die bereid zijn om ’s nachts hun bed uit te vliegen om anderen te helpen terwijl zij de volgende ochtend gewoon weer aan het werk moeten om de kost te verdienen. Brandweer Vrijwilligers doen dat omdat zij betrokken zijn bij “hun” dorp of stad. Ook omdat zij maatjes hebben bij “hun” brandweer die zij niet alleen voor de klus willen laten opdraaien. Die betrokkenheid zorgt ervoor dat zij telkens weer bereid zijn om bij nacht en ontij de straat op te gaan.

Die Vrijwilligers voelen zich over het algemeen minder thuis in een veiligheidsregio. “De Regio” zien zij vaak als iets anders dan de brandweer. Zij zijn van Winterswijk of van Dinxperlo of van Dreischor, Cothen, Mijdrecht, Aalsmeer, Driemond, Enkhuizen, Eijsden enz. enz.

Die Vrijwilligers vragen om ruimte binnen het grote verband van de veiligheidsregio. Ruimte om dingen zoveel mogelijk op de eigen manier te blijven doen. Ruimte om behalve brandjes te blussen ook actief te kunnen zijn als brandweer bij de autocross of het opspuiten van de ijsbaan van de plaatselijke vereniging. Zij willen trots zijn op de brandweer, zorgen dat de spullen goed werken en onderhouden zijn. Sommige Brandweer Posten willen daar zelf voor zorgen anderen willen dit liever niet. Er is dus geen sprake van een eenheidsworst en vooral behoefte aan maatwerk.

De VBV is dus voor dat maatwerk en daar pleiten wij voor. Je kunt dat natuurlijk omdraaien en zeggen dat de VBV tegen een “Top Down” benadering is door Veiligheidsregio’s maar dat hoeven wij zelf niet te doen, dat doen anderen wel, zeggen dat wij ´tegen´ zijn.

In een gesprek met een brandweerbaas van Nederland kreeg ik de reactie dat hij ons standpunt over Uitruk Op Maat had nagelezen en zag dat wij eigenlijk niet tegen variabele voertuigbezetting zijn. Blijkbaar verbaasde hem dat.

Nee, wij zijn juist voor een goede bezetting van een brandweer eenheid. Wij denken dat het maatgevend incident een woningbrand is waarbij mensen in gevaar zijn. Om dat incident goed te kunnen bestrijden heb je na acht tot tien minuten ongeveer vijftien brandweermensen bij dat incident nodig.

Voor de kenners, dat zijn dus twee tankautospuiten, een redvoertuig en een officier van dienst. Dat hebben wij trouwens niet zelf bedacht hoor. De Amerikaanse NFPA, de Duitse vereniging van brandweer commandanten en ook ons oude Nederlandse handboek over repressief optreden komen tot die conclusie. Zo moet de brandweer in ons land volgens de VBV georganiseerd zijn.

Als je vanwege operationele noodzaak moet afwijken van de standaard zes persoons voertuigbezetting dan kun je dat volgens ons het beste doen met twee keer vier man in een TS. De eerste TS levert dan de bevelvoerder en de pompbediener, de tweede TS sluit zich aan bij de eerste bevelvoerder en zij leveren dan twee groepjes van twee manschappen onder bevel van de eerste TS. Zo ontstaat dus een groep van acht mensen als 1 eenheid. Ook dit heeft de VBV niet zelf bedacht wij kopiëren dit plan zo vanuit Amerika waar dit de norm is.

Als we dat in Nederland gaan doen dan moeten we ons daar op voorbereiden met aparte les en leerstof. We moeten dan zo gaan oefenen om goed voorbereid te zijn als we bij een spannende klus aan komen.

Wij zijn tegen een brandweer die met twee man in een bestelbus springen, naar een brand racen en daar een binnenaanval doen zonder enige vorm van “back up”. Dat vinden wij gevaarlijk en het zal uiteindelijk leiden tot slachtoffers. Ook bij de brandweer en dat vinden wij onacceptabel. Het is natuurlijk veel makkelijker om te zeggen dat de VBV dus tegen Uitruk Op Maat  is en dat gebeurt dan ook vaak.

Deze week hebben wij leden van de Tweede Kamer verteld hoe wij denken dat moet worden gereageerd op agressie tegen hulpverleners. Daar zijn wij inderdaad tegen!

Waar het volgens ons om gaat is dat we met elkaar proberen dit fenomeen tegen te gaan. De VBV vindt dat de politiek hier een grote rol bij kan en moet spelen. Als we er met elkaar een prioriteit van maken dan kan het probleem veel kleiner worden dan het nu is. Maar dan moeten we niet wachten tot 31 december. Dan moet in de maanden daarvoor mensen worden aangesproken. Mensen die elk jaar opnieuw betrokken zijn bij het zogenaamd leuke jaarwisseling spektakel.

Groepen mensen aanspreken op het gedrag. Aansprakelijkheid voor de schade aankondigen. Dus door buurtwerk, ambtelijke ondersteuning en politie handhaving zorgen voor een veiliger Oud en Nieuw voor hulpverleners.

Daar zijn wij voor en daar zullen wij voor blijven pleiten.

De VBV de belangenbehartiger voor alle Brandweer Vrijwilligers in ons land, dat zijn wij.

 

Marcel Dokter.