Redactie

De Prullenbak Brandweer van Noord-Holland Noord.

De aangekondigde reorganisatie van de brandweer in de veiligheidsregio Noord-Holland Noord is volgens de directeur veiligheidsregio Krishna Taneja geen bezuiniging. Van de 52 locaties (hij noemt het geen kazernes) wordt een derde verzwaard, een derde blijft hetzelfde en een derde wordt verlicht. Dat valt dus wel mee zou je zo denken. Maar is dat ook zo?

Waarom is er zoveel onrust ontstaan over dit plan bij de mensen die het hart van de organisatie vormen, de Brandweer Vrijwilligers in Noord-Holland Noord?
Wat betekent de verlichting zoals de directeur veiligheidsregio het noemt? Wat zijn de effecten voor de kwaliteit van de hulpverlening en hoe verhouden de voorgenomen plannen zich tot de veiligheid voor die Brandweer Vrijwilligers en de dorpsgenoten in nood die zij moeten gaan helpen?

Op zoek naar de antwoorden op die vragen kwam ik terecht in het document “werkwijze First Responder en Slagkracht eenheden veiligheidsregio Noord-Holland Noord”. Want deze FR/SK kazernes is de nieuwe brandweernaam voor de “verlichte” een derde uit de typering van de directeur veiligheidsregio.

Het document start met de constatering dat de samenleving verandert, vrijwilligers niet goed kunnen worden gevonden en behouden. Dat komt door de veranderende maatschappij en cultuur. Het huidige bedrijfsmodel van de brandweer heeft zijn grenzen bereikt. Ook wordt nog gemeld dat het aantal incidenten niet afneemt. Zij worden enerzijds complexer maar anderzijds vraagt het merendeel van de incidenten een laag kennis en vaardigheidsniveau.

De oplossing wordt deels gevonden in de FR/SK kazerne. Kort uitgelegd, deze 14 kazernes zijn straks als eerste bij elk incident maar hebben een lager brandweerkennis en kunde niveau. Zelfs voor de bevelvoerder wordt gesteld dat de huidige opleiding te zwaar is. De manschappen worden brandweer assistenten. Wat deze blusgroep dan nog kan? Bij een brand mag alleen maximaal 1 klein voorwerp in brand staan (Prullenbakbrand) zo staat letterlijk in het document. Het moet te blussen zijn met een klein blusmiddel (dat kan de bewoner eigenlijk zelf toch?).

Doorlezend in het document kom je zo tot de conclusie dat FR/SK eigenlijk alleen kleine klussen kan oplossen met een laag risico. Eigenlijk de klussen waarvoor de brandweer niet snel ter plaatse hoeft te zijn. De taken waarvoor de brandweer in Nederland snel ter plaatse moet zijn kunnen door de FR/SK teams niet worden vervuld. Daarvoor zijn basis kazernes of zelfs specialisten nodig. Zo worden 14 kazernes in Noord-Holland Noord dus feitelijk tweederangs brandweer. (Als zich daar een complexer incident voordoet dan kunnen zij geen adequate hulp verlenen, laat staan veilig optreden).

Zij zijn er wel lekker snel maar kunnen weinig tot niets doen als er echt sprake is van een maatgevend incident. De Brandweer Vrijwilliger van deze kazerne kan dus bij bekenden in zijn / haar woonplaats voor de deur van een brandend huis wachten totdat de kazerne met de echte brandweermensen ter plaatse is. Pas dan kan worden gestart met de redding of de binnen aanval.

Bij ongevallen met beknelling kan alleen stabilisatie worden gedaan aan de buitenkant van een voertuig. Slachtofferhulp kan eigenlijk niet omdat het Crash Recovery Systeem niet wordt voorzien bij de FR/SK. Dus je kunt niet zien wat onveilig is of de eigen veiligheid bedreigt.

Al lezend begreep ik steeds meer van de onrust van onze achterban in Noord-Holland Noord. De uitspraken van de directeur veiligheidsregio komen op mij over als een holle frase. Dit heeft niets met verlichten te maken, dit is pure afbraak en bovendien onveilig.

Daarom heeft de VBV besloten de onrust die is ontstaan met onze achterban te gaan bespreken. Wij zullen er samen met hen alles aan proberen te doen om te voorkomen dat de Prullenbak Brandweer voet aan de grond krijgt in Noord-Holland Noord. Een regio die toch al onder het noodzakelijke niveau zat wordt anders nog verder uitgekleed. In de regio zullen wij als het aan ons ligt de gemeenteraden oproepen dit plan niet goed te keuren. De minister van Justitie en Veiligheid zullen wij in ieder geval vragen haar systeemverantwoordelijkheid te nemen en de leden van De Tweede Kamer zullen wij vragen om de minister hierop aan te spreken.

De leden van de VBV in Noord-Holland Noord kunnen op onze inzet rekenen. Wij zullen ons hardmaken voor een veilige en kwalitatief hoogwaardige brandweerzorg voor hulpverleners en burgers. Dus ook in Abbekerk, Akersloot, Berkhout, Blokker, Breezand, Dirkshorn, Groet, Heerhugowaard-De Noord, Hippolytushoef, Koedijk, Limmen, Slootdorp, Ursem, Wervershoof en Wieringerwaard.

Tenslotte vroeg ik mij af hoe de bestuurders in Noord-Holland Noord denken dat rampenbestrijding in hun regio vorm moet krijgen als straks bijna alle echte slagkracht is wegbezuinigd? Of kunnen wij allemaal rustig gaan slapen omdat er zich toch bijna nooit een ramp voordoet. Na ons de zondvloed is ook een soort van voorbereiding……

Marcel Dokter
Voorzitter

Veiligheidsregio Noord-Holland-Noord speelt gevaarlijk spel

Met het presenteren van onrustbarende toekomstplannen, waarin een viertal brandweerkazernes gaan verdwijnen en 14 kazernes een uitgekleed takenpakket krijgen toebedeeld, heeft het bestuur en de korpsleiding van de veiligheidsregio Noord-Holland-Noord (VRNHN) zich terecht de woede van veel van haar Brandweer Vrijwilligers op de hals gehaald. De beoogde organisatorische wijzigingen raken het fundament van vrijwilligheid en doen geen recht aan de onmisbare pijler die brandweer vrijwilligers zijn voor de fysieke en maatschappelijke veiligheid in hun directe omgeving. De emoties die het voorgenomen besluit los maken zijn terecht en meer dan normaal. De VBV steunt alle betrokken vrijwilligers bij het opkomen voor veiligheid in hun omgeving en het behouden van de brandweervrijwilligheid. Daarom is het bestuur van de VBV voornemens om woensdagavond 1 juni aanstaande om 19.30 uur in Wieringerwerf in een veilige omgeving de plannen met haar achterban te gaan bespreken. Leden, maar ook niet-leden zijn vanzelfsprekend van harte welkom.   

Enkele overwegingen
De directeur van de VRNHN geeft aan voor ‘pijnlijke keuzes’ te zijn gesteld en zegt ‘tientallen experts vanuit de veiligheidsregio en brandweerorganisatie’ te hebben betrokken bij de totstandkoming van de plannen. Maar bij de Brandweer Vrijwilligers begrijpt niemand deze plannen. In de plannen ontbreekt niet alleen een navolgbare brandweerkundige motivering die voldoet aan vigerende kwaliteitscriteria voor de brandweerzorg. De plannen bevatten ook geen eenduidige en toetsbare normen voor de snelheid, de paraatheid, de capaciteit en de werkdruk van de brandweer, zoals die zijn voorzien in de nieuwe systematiek voor ‘Gebiedsgerichte Opkomsttijden’. Daarmee duikt de veiligheidsregio Noord-Holland-Noord nog verder onder het wettelijk vastgestelde minimum niveau voor de brandweerzorg en kunnen burgers, instellingen en bedrijven niet meer vertrouwen op adequate brandweerzorg. De Inspectie Justitie en Veiligheid constateerde immers al eerder dat de  normtijden voor de opkomst van de brandweer in de VRNHN niet overal konden worden gehaald en dat de plannen van de regio slechts in beperkte mate voldoen aan de wettelijke vereisten.

De vraag is ook of de voorgaande (op bezuinigingen gebaseerde) doorontwikkelingen in de VRNHN hebben geleid tot de beloofde verbeteringen? Wij denken van niet. Simpelweg omdat de geclaimde verbeteringen niet inzichtelijk worden gemaakt. Het is bovendien de vraag in hoeverre het Algemeen Bestuur en de korpsleiding van de VRNHN de vereiste transparantie in acht nemen bij de verantwoording over de geleverde brandweerzorg. Gemeentebesturen die verantwoordelijk zijn voor de lokale veiligheid krijgen een beleidsplan met mooie vergezichten voorgeschoteld, maar inzicht in de feitelijke prestaties en organisatie van de brandweerzorg bieden de plannen niet.

Ook in de Tweede Kamer werd de minister van JenV om uitleg gevraagd over de consequenties van de bezuinigingen in de VRNHN. Op de vraag of het klopt dat er in de afgelopen jaren, sinds de grote bezuinigingsronde van 2015, in totaal 11 tankautospuiten, 14 personeel/materieelvoertuigen, 17 motorspuitaanhangers en 35 dienstbussen/-auto’s en 150 vrijwilligers uit de sterkte zijn geschrapt, gaf de VRNHN aan de getallen in deze vraag niet te herkennen. Dat is zeer opmerkelijk. Want in de ‘verbeterplannen’ van de VRNHN uit 2015 zijn de beoogde ‘verbeter maatregelen’ in termen van materieel en personeel per gemeente immers keurig gedocumenteerd. Getalsmatig leidt dat tot de hiervoor genoemde opsomming. Dat maakt het wegcijferen van de eigen feiten nogal opmerkelijk.

Opmerkelijk is ook het feit dat uit een memo van 17 mei jl. aan de gemeenteraad van Hollands Kroon blijkt dat volgens de VRNHN de kazerne in Slootdorp geen toegevoegde waarde heeft. Terwijl in 2021 in een memo aan de gemeenteraad de VRNHN goed onderbouwd aangeeft dat de aanwezigheid van een kazerne in Slootdorp noodzakelijk is. Daarnaast zien we nog opmerkelijke verschillen tussen de lezing van de korpsleiding en de beschrijving van de situatie op kazernes door verschillende postcommandanten. Zo schetst de postcommandant van de brandweer in Ursem een beter toekomstperspectief dan de korpsleiding. Voor de postcommandant zijn de plannen een raadsel. De vrijwilligers zijn verbijsterd dat ‘hun’ kazerne vanaf begin 2025 niet meer mag uitrijden.

Bijzonder is ook dat uit de reacties blijkt dat postcommandanten, vrijwilligers en de gemeenteraden kennelijk niet zijn betrokken bij de ontwikkeling van het toekomstperspectief voor hun kazernes en verschraling van de brandweerzorg in hun gemeenten. Voor wat betreft het takenpakket zijn verschuivingen in specialismen op kazerneniveau denkbaar. Maar om brandweerkazernes te sluiten en het handelingsperspectief (het verlenen van adequate brandweerzorg) van 14 kazernes zo ingrijpend op de schop te nemen vinden wij ongepast en een grote bedreiging voor de veiligheid van burgers en brandweermensen in de regio Noord-Holland-Noord. Daarom is het bestuur van de VBV voornemens om woensdagavond 1 juni aanstaande om 19.30 uur in Wieringerwerf de plannen met haar achterban te gaan bespreken.

Online themabijeenkomst – ledenvergadering VBV

Beste leden,
Na de uiterst vervelende gevolgen van de corona-pandemie, heeft nu de oorlog in de Oekraïne vat op onze samenleving. Wij zijn dagelijks in de weer met de brandweerzorg in het algemeen en het behartigen van de belangen van de vrijwilligers in het bijzonder. Het borgen van de continuïteit van onze vereniging is daarbij een niet te verwaarlozen aspect. Of dat gelukt is, dan wel moet worden bijgestuurd, bepalen uiteraard onze leden. Een belangrijk moment daarvoor is de Algemene Leden Vergadering (ALV). De vorige ledenvergadering via MS-teams is de aanwezige leden goed bevallen. Daarom heeft het bestuur ervoor gekozen om de ALV van 2022 te houden op:

zaterdag 30 april a.s. van 10.00 tot 12.30 uur via elektronische weg (Microsoft Teams).

Omdat de vergadering digitaal wordt gehouden, is het van belang dat u zich vooraf aanmeldt voor de digitale vergadering. Dat kunt u doen door voor 27 april 2022 een e-mail te sturen naar onze organisatie. U ontvangt dan voor de vergadering een Microsoft Teams uitnodiging op het e-mailadres waar u zich mee heeft opgegeven. In dat mailbericht zullen ook de relevante stukken worden meegestuurd.

Om het niet al te ingewikkeld te laten worden verzoeken we onze leden om eventuele vragen tot uiterlijk 24 uur van tevoren elektronisch (per e-mail) in te dienen. Deze vragen zullen tijdens de ALV beantwoord worden. Alle vragen en antwoorden zullen vervolgens kenbaar gemaakt worden aan onze leden.

Verder gaan we ervan uit dat onze leden ook graag met ons in gesprek willen over de te volgen koers voor de ’toekomstbestendige brandweerzorg’ met thema’s als IBGS, Gebiedsgerichte Opkomsttijden, Uitruk op Maat en niet in de laatste plaats onze rechtspositie, waaronder ook het PPMO valt. Daar nemen we dan ook graag de tijd voor.

De agenda ziet er als volgt uit:

1. Opening/welkom

  • Vaststellen agenda
  • Verslag vergadering 15 mei 2021

2. Algemene bestuurszaken door Marcel Dokter (voorzitter):

  • Mededelingen bestuur
  • Mutaties bestuur (aftredend en niet herkiesbaar (Ruud van Vliet)
    We zijn daarom op zoek naar kandidaten die een functie in het bestuur van de VBV ambiëren. Interesse? Neem dan gewoon even contact met ons op.

3. Financiële verantwoording jaarstukken door Piet Polstra (penningmeester)

  • Financieel jaarverslag (presentatie tijdens vergadering)

4. Organisatie:

  • Rechtspositie brandweervrijwilligers
  • Beknopt activiteitenverslag 2021
  • Oprichting WVSV / inrichting LOAV
  • Instellen landelijke ‘Regietafel’ (overleg vakorganisaties/ministerie JenV/RCDV
  • Vertegenwoordiging in ondernemingsraden/georganiseerd overleg

5. Bespreking thema’s

  • Taakdifferentiatie / Bouwsteen 1 / Rechtspositie Brandweer Vrijwilligers
  • Toekomstbestendige brandweerzorg
  • Gebiedsgerichte Opkomsttijden / Uitruk op Maat / IBGS
  • Wat verder zal worden ingebracht

6. Communicatie VBV – toelichting door Corry Daalhof

7. Rondvraag

Graag tot 30 april, met vriendelijke groet,

Bestuur Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers.

PS In de maand mei zal onze penningmeester de jaarlijkse contributie gaan innen via de automatische incasso.

 

 

Een toekomstbestendige brandweer

Met zo min mogelijk middelen in de eigen regio voldoen aan de minimum eisen.
of
Een wettelijk minimum niveau van brandweerzorg vaststellen waarvan niet meer gemotiveerd naar beneden mag worden afgeweken?

Dat is volgens de VBV waar het om draait.

Als we kijken naar de afgelopen jaren dan werd het toekomstbestendig maken van de brandweer steeds gekoppeld aan een taakstellende bezuiniging. Het resultaat van die toekomstbestendigheid is steeds meer kazernes met slechts 1 tankautospuit in plaats van 2. Veel specialistische taken werden afgeschaft en aanvullend materieel afgevoerd. Zo gingen we terug van 22.000 brandweervrijwilligers naar 19.000 vrijwilligers en ging het aantal vrijwilligers per kazerne terug naar 16 of 18 per kazerne. Daardoor kwam de paraatheid vooral tijdens kantoortijd en in vakantieperiodes onder druk. Dit wordt door het brandweer management graag verklaard als een maatschappelijk verschijnsel. De VBV verklaart het als een organisatie weeffout ontstaan uit bezuinigingsdrift.

Om het tekort aan paraatheid te compenseren werden variaties op de sterkte per eenheid bedacht. Niet langer met 6 in een tankautospuit maar liever met 4 (de TS4 of TS-flex) Het meest vooruitstrevende alternatief werd het Snelle Interventie Voertuig met 2 brandwachten, ook wel heel innovatief aangeduid als een TS2. Hoewel je er bij een echte brand niet zoveel mee kunt ben je wel lekker snel ter plaatse en lijkt het alsof de brandweerzorg dik voor mekaar is. Zo werd de erosie van de slagkracht van de brandweer verhuld met innovatieve experimenten die steevast werden aangeduid als pilots of proeftuin.
Er werden mooie management statements gemaakt zoals “brandweer over morgen”. Daarin werd verklaard dat als je aan de voorkant (preventie of risico beheersing) iets meer deed, je aan de achterkant (repressie of brandbestrijding) iets minder kon doen. Met dat laatste werd dan direct begonnen door brandweervoertuigen uit de sterkte te halen die – zo werd betoogd – de afgelopen jaren toch ook maar nauwelijks waren ingezet.

Het resultaat is dat we nu bij twee forse natuurbranden tegelijk onze collega’s uit België en Duitsland om hulp moeten vragen omdat wij in ons land de benodigde slagkracht hebben wegbezuinigd. Zelfs wanneer een veiligheidsregio dit als landelijk specialisme had werd gemotiveerd afgeweken van de benodigde sterkte. Hiermee is de brandweer in ons land volgens de VBV door de ondergrens gezakt. We hebben ons georganiseerd op het maatgevend scenario van de woningbrand (zonder slachtoffers) maar grootschalige en langdurige incidenten kunnen wij niet meer aan.

Juist om die reden pleit de VBV in Den Haag voor meer aandacht voor deze zaak. Wij hebben de systeem verantwoordelijk minister opgeroepen haar verantwoordelijkheid te nemen. Ook aan de Tweede Kamer hebben wij gevraagd om in actie te komen. Wij zijn verheugd en dankbaar voor de aangenomen motie van de Kamer voor een minimum niveau van brandweerzorg waarvan niet langer gemotiveerd naar beneden mag worden afgeweken.

De Tweede Kamer heeft de minister ook opgeroepen om te zorgen dat de werkvloer beter wordt betrokken en op dat gebied is gelukkig een eerste stap gezet. Het overleg met de werkvloer dat al geruime tijd stil lag is nieuw leven ingeblazen met het vormen van een regie-tafel waar zowel de RCDV, het NIPV, de vakbonden als de VBV vertegenwoordigd waren. Volgende keer zal het ministerie ook aanwezig zijn en kunnen wij met elkaar zoeken naar samenwerking en versterking van de kwaliteit van de brandweer.

Ook op het front van de rechtspositie is positief nieuws te melden. Behoud van vrijwilligheid met een volwaardige taakinhoud voor vrijwilligers lijkt de uitkomst te worden. Daarvoor zet de VBV zich in en dat zullen wij blijven doen.

Deze week zijn wij gevraagd deel te nemen aan een rondetafelgesprek over vuurwerk tijdens de jaarwisseling. Daar zullen wij het belang van veilig werk en gezond weer thuis komen juist voor mensen die anderen vrijwillig gaan helpen onder de aandacht brengen.

Tenslotte hebben wij vrijdag afscheid genomen van onze vicevoorzitter en oprichter van de VBV. Voortaan is Ruud erelid van onze vereniging en wij bedanken hem voor alles wat hij voor de brandweer in het algemeen en de vrijwilligers in het bijzonder heeft gedaan.

Marcel Dokter
Voorzitter.

 

VBV nestor Ruud van Vliet neemt afscheid

Vrijdag 22 april hebben we afscheid genomen van Ruud van Vliet als bestuurslid van de VBV. De vereniging die hij mede heeft opgericht. Ruud was een Brandweer Vrijwilliger in hart en nieren, een echte pionier, gepokt en gemazeld bij de brandweer in Alkmaar. Het gaat hier te ver om alle details te benoemen, maar of het nu ging over dossiers als variabele voertuigbezetting, duiken of opkomsttijden, Ruud ging geen enkele discussie uit de weg. Daarnaast moest Ruud ook nog zijn eigen onderneming blijven runnen.

Zijn niet aflatende inzet voor een rechtvaardige rechtspositie en een veilige periodieke keuring mag hier ook niet onvermeld blijven. Zo organiseerde Ruud in de aanloop naar een nieuwe landelijke rechtspositie op 18 november 2008 in hartje Den Haag een heuse brandweerbetoging van Brandweer Vrijwilligers. Misschien wel de enige in de historie van de Nederlandse brandweer.  Als aanvoerder ging Ruud voorop in een lange kolonne brandweervoertuigen, tankautospuiten, HV’s en busjes, geëscorteerd door politieagenten op de fiets, op motoren en in auto’s, dwars door Den Haag, naar het ministerie van BZK en vervolgens naar het kantoor van de VNG om daar voor een sterke positie voor Brandweer Vrijwilligers te pleiten en ons manifest te overhandigen.

Kortom; altijd de vrijwilligers voorop, zelfs als bestuurders hem daarvoor op het zijspoor wilden zetten. Het is ze niet gelukt. De vrijwillige brandweer van vandaag mag Ruud dankbaar zijn. Onze poortwachter bij bestuurlijke dwalingen is als erelid benoemd en zal volgens zijn zeggen ‘het bestuur in de smiezen’ houden. Mede namens de leden maken we een diepe buiging voor zijn werk en betrokkenheid. Na de plichtplegingen was er nog ruimte in ‘Arie’s gute stube’ voor een aangenaam informeel samenzijn zoals Ruud dat graag wilde.

 

 

Beknopt verslag commissiedebat Brandweer en crisisbeheersing 24 maart jl.

Op donderdag 24 maart jl. debatteerde de minister van Justitie en Veiligheid (JenV) met leden van vaste commissie JenV over de ‘Brandweer en crisisbeheersing’. De Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers (VBV) heeft vooraf haar standpunten over specifieke brandweer-onderwerpen kenbaar gemaakt. De minister deed dat met een brief over de stand van zaken van een aantal thema’s op het gebied van brandweer en crisisbeheersing.

Lopende het debat werden diverse thema’s besproken. In dit beknopte verslag ligt de focus vooral op het vervolg op de wetsevaluatie en de stand van zaken m.b.t. de brandweerzorg. Verheugend was daarbij de aandacht en lof vanuit de Kamer en de minister voor de uitvoering van het werk door de brandweermensen (beroeps en vrijwilligers). Zorgen zijn er over de ervaren informatie-armoede, de extra kosten voor het niet meer werken met gekazerneerde en geconsigneerde vrijwilligers, het tweede loopbaanbeleid voor beroeps, en de wettelijke kwaliteitskaders voor brandweerzorg. (Lees hier het conceptverslag van het debat).

Informatie-armoede
Onder de Kamerleden bestaat namelijk enig ongenoegen over het uitblijven van betrouwbare data over de brandweer, een taak die sinds 2018 is belegd bij het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid (NIPV) en waarbij de VBV in 2018 al een stevig voorbehoud maakte. De Kamer vroeg de minister om uitleg over de aangekondigde ‘kwaliteitsslag’ om te komen tot een gedegen en betrouwbare dataset. ‘Het is toch moeilijk uit te leggen dat we dit niet voor elkaar krijgen’, zo klonk het in de richting van de minister. De minister deelde deze mening en deed de Kamer de toezegging dat er met ‘urgentie’ zal worden gewerkt aan een plan van aanpak en dat dit ‘zo concreet mogelijk’ zal zijn.

‘Wie knokt er nou voor de brandweer?’
De primaire reactie van de minister op de vraag uit de Kamer; “wie garandeert nu adequate brandweerzorg en adequate financiering?” was met de verwijzing naar het bestuur van de veiligheidsregio voorspelbaar, maar ging voorbij aan de kern van de vraag; wat gaat de minister doen tegen de aantasting van de slagkracht en aan de noodzakelijk geachte verbetering van de brandweerzorg? Wanneer komen we tot uniforme werkwijzen en wie neemt de regie op gezamenlijke opgaven en het formuleren van een kwaliteitskader dat in de volle breedte beschrijft aan welke eisen en normen de brandweerzorg moet voldoen?  De minister reageerde met de aankondiging dat een landelijk systeem voor slagkracht deel zal uitmaken van de gebiedsgerichte opkomsttijden. Specifiek over dat punt zal de Kamer rond de zomer worden geïnformeerd.

De vraag uit de Kamer: “wie knokt er nou voor de brandweer?” volgde op de constatering dat de brandweer in Nederland steeds verder wordt uitgekleed en daarbij zelfs de lief-en-leedpot van de brandweer niet ontkomt aan bezuinigingen. In haar antwoord legde de minister de relatie met de uitkomsten van de evaluatie van de Wet veiligheidsregio’s: Er wordt gewerkt aan een ‘contourennota’ waarin alle elementen zijn opgenomen en die tegen het eind van dit jaar zal worden voorgelegd aan de Tweede Kamer. Of daarin ook duidelijke normen met een ondergrens een plek zullen krijgen zal de tijd ons leren.

Personele kwesties
Nadat werd geconstateerd dat gekazerneerde en geconsigneerde vrijwilligers moeten worden aangemerkt als deeltijdwerkers, wordt nu gekeken welke (juridische) belemmeringen er al dan niet bestaan om de betreffende groep, (zo’n 20 % van het totaal aantal vrijwilligers) een (parttime) beroepscontract aan te bieden. Voor wat betreft de financiële consequenties van deze keuzes, was de minister helder; in het coalitieakkoord is geen geld vrijgemaakt voor compensatie. Bovendien zijn de veiligheidsregio’s, als werkgever, ook primair verantwoordelijk voor de daar belegde taken, aldus de minister.  Voor de resterende 80% van de brandweervrijwilligers – de vrije instroomvrijwilligers – verandert het werk niet wezenlijk.

Over de zoektocht naar een oplossing voor de regeling waardoor beroepsbrandweermensen verplicht moeten stoppen na 20 jaar dienst, was de minister duidelijk; ‘daar ga ik niet over’. Wel was ze het eens met de opvatting dat maatwerk gewenst is. De minister beloofde de kwestie met het Veiligheidsberaad te bespreken. De minister sloot het onderwerp af met de mededeling dat er in gezamenlijkheid gekeken zal worden naar oplossingen.

Toezeggingen
Na afloop van het drie uur durende debat (kijk het debat hier terug) was de lijst met ‘huiswerk’ voor de minister bijna net zo lang als de lijst met agendaonderwerpen. Dit ‘huiswerk’ slaat op de toezeggingen van de minister aan de Kamerleden. Voor wat betreft de brandweer zijn dat de volgende toezeggingen:

  1. De minister stuurt voor de zomer het zo concreet mogelijk plan van aanpak over de informatievoorziening m.b.t. de brandweer naar de Kamer
  2. De minister stuurt dit jaar de uitkomsten van het belevingsonderzoek bij de brandweer naar de Kamer
  3. De minister stuurt de contourennota voor het eind van dit jaar naar de Kamer
  4. De minister stuurt voor de zomer een brief met informatie over de slagkracht m.b.t. de opkomsttijden naar de Kamer
  5. De minister stuurt voor de zomer een brief over de landelijke systematiek over opkomsttijden naar de Kamer

 

Von der Leyen (EU) richt blik op vrijwilligheid bij de brandweer

Parallel aan de juridische discussie over de uitleg van Europese regelgeving in relatie tot het werk van Vrijwilligers bij de brandweer, loopt er nog een route om via het Europese Parlement politieke steun te zoeken voor een amendement op de huidige arbeidstijdenrichtlijn, een aparte richtlijn of uitzonderingspositieDit met als doel het behoud van Vrijwilligheid als een van de kernwaarden van de Nederlandse brandweer. Naast Nederland vertrouwen immers meer Europese lidstaten op Vrijwilligheid voor de uitvoering van taken van operationele hulpdiensten. Op basis van de standpunten van de hoogleraren Cuyvers en Boogaard, heeft de VBV een position-paper (Engelstalig) samengesteld waardoor belanghebbende organisaties elders in Europa ook kennis kunnen nemen van de betekenisvolle standpunten van de Nederlandse hoogleraren.

Nadat 32 leden van het Europese Parlement in een brief de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen, hadden opgeroepen om vrijwillige brandweerlieden formeel uit te sluiten van het toepassingsgebied van Richtlijn 2003/88/EG, diende zich op op 17 februari jl. een uitgelezen mogelijkheid aan om de Nederlandse standpunten op Europees niveau te delen met andere relevante vakorganisaties. Op initiatief van de Franse federatie voor brandweerlieden (FNSPF) en leden van het Europese Parlement, werd onder de vlag van de International Fire Service Association (CTIF) in het Europees Parlement in Straatsburg een bijeenkomst georganiseerd, waarbij ook de Eurocommissaris voor Werkgelegenheid en Sociale Rechten, dhr. Nicolas Schmit aanwezig was. Onderwerp van bespreking was het behoud en de versterking van Vrijwilligheid ten behoeve van de brandweerzorg en rampenbestrijding binnen de Europese Unie in het licht van Europese regelgeving en het ‘Matzak-arrest’. Ook de VBV werd door de Franse collega’s verzocht een presentatie te verzorgen over de ontwikkelingen en de positie van Vrijwilligers in Nederland.

In Europa zijn zo’n 3,5 miljoen Vrijwilligers actief binnen de brandweer en andere hulpdiensten. De VBV en brandweerorganisaties uit Finland, Frankrijk en Duitsland waren derhalve verheugd met het initiatief voor de bijeenkomst en vroegen gezamenlijk om passende maatregelen voor het behoud en de ontwikkeling van Vrijwilligheid ten gunste van crisisbeheersing en rampenbestrijding en brandweerzorg. De passie en het professionalisme van de betrokken Vrijwilligers mag er immers niet toe leiden dat ze worden verward en/of gelijkgesteld met werknemers. Bovendien zijn Europese regels bedoeld om arbeidsuitbuiting tegen te gaan, niet om Vrijwilligheid bij de brandweer te dwarsbomen.

Europees recht kan en moet daarom afdoende juridische ruimte laten voor het maatschappelijk middenveld. De verschillende voorzitters van de vakorganisaties riepen daarom de Eurocommissaris voor Werkgelegenheid en Sociale Rechten en de aanwezige leden van het Europese Parlement op om de reeds ingezette koers voort te zetten om te komen tot het veiligstellen van de juridische ruimte voor de professionele Vrijwilliger. Van mw. Anne Sander (F), een van de initiatiefnemers uit het Europese Parlement, ontvingen we kort geleden een schriftelijke reactie van de voorzitter van de Europese Commissie, Ursula von der Leyen. In deze brief gaat Von der Leyen onder meer in op de uitleg van het ‘Matzak-arrest’ en benadrukt ze dat het Matzak-arrest niet betekent dat elke brandweervrijwilliger in de EU automatisch kwalificeert als “werknemer”. Er is geen pasklaar antwoord op de vraag naar de status van vrijwillige brandweerlieden in het kader van de Arbeidsrichtlijn. Elk specifiek geval moet worden beoordeeld aan de hand van de door het Hof vastgestelde criteria voor kwalificatie als “werknemer”. De arbeidstijdenrichtlijn biedt veel flexibiliteit voor sectoren als brandweer en hulpdiensten, aldus Von der Leyen. De brief wordt afgesloten met de toezegging dat we dit jaar van de Europese Commissie een verslag over de tenuitvoerlegging van de arbeidstijdenrichtlijn tegemoet kunnen zien. Wordt dus vervolgd!

Zeer grote brand in de Wouwermanstraat Den Haag

Op 20 mei 2021 werd Den Haag opgeschrikt door een zeer grote brand in de Wouwermanstraat. Ruim 100 bewoners werden geëvacueerd. Het blussen van de brand bleek lastiger dan gedacht. Wonder boven wonder raakte er niemand gewond, maar de materiele schade was enorm.

Onderzoek: Hoe reageren we als hulpverlener op incidenten met energieopslagsystemen.

De veiligheid van hulpverleners wereldwijd verbeteren door te leren van incidenten. Die ambitie heeft Kurt Vollmacher, een zeer gewaardeerd en deskundig collega uit België. Kurt verzamelt voor zijn onderzoek informatie over incidenten met energieopslagsystemen en verzoekt brandweercollega’s over de hele wereld om hun ervaringen met dit soort incidenten met hem te delen.
Heb jij dergelijke ervaringen? Deel ze dan via deze link met Kurt. We hebben immers allemaal belang bij informatie die ons gevaarlijke werk een stukje veiliger maakt.

Eigen brandweerstatistieken ontwikkelen? No, we can’t!

Met een brief informeerde Minister Grapperhaus (JenV) de Tweede Kamer over de ontwikkeling van de capaciteit van de brandweer de afgelopen 10 jaar en in de mogelijke oorzaken van trends hierbij. Althans, dat is wat de minister de Tweede Kamer had toegezegd. Door ‘onvolkomenheden in de brandweerkerndata’ kan de minister echter geen betrouwbaar inzicht bieden in de ontwikkeling van de capaciteit van de brandweer de afgelopen 10 jaar en de mogelijke oorzaken van trends in dit verband. Dat is – na de extra kwaliteitsimpuls van 2018 – een nogal zorgwekkende gewaarwording voor de stelselverantwoordelijk minister in een land waar de basisvaardigheden voor meten (vergelijken en ordenen) al op de kleuterschool worden aangeleerd.

Het ontbreken van betrouwbare sturingsinformatie heeft immers vergaande consequenties als het gaat om inzicht in de prestaties van de brandweer. Dat geldt voor de kwaliteit van de dagelijkse brandweerzorg aan de burger, maar zeker ook als het gaat om het (gegarandeerd) kunnen leveren van interregionale bijstand en slagkracht voor de rampenbestrijding. Nadat het CBS was gestopt met de brandweerstatistiek was de VBV al sceptisch over het ‘vacuüm’ in de beschikbaarheid van betrouwbare sturingsdata. Het inventariseren, analyseren en publiceren van betrouwbare en samenhangende statistische informatie, die inspeelt op de behoefte van de samenleving is immers een serieuze en specialistische aangelegenheid die bij het CBS in goede handen is.

In dat licht staat de conclusie, die de voorzitter van Brandweer Nederland in 2008 verbond aan de betrouwbaarheid van brandweerstatistieken; “hoe kun je nu beslissingen nemen over ontwikkelingen in ons brandweervak op basis van cijfers die we niet goed genoeg kennen en die we zelf niet controleren en goedkeuren. Toch wel zorgwekkend!” nog steeds als een paal boven water. De actuele werkelijkheid is even teleurstellend als bitter: de gezamenlijke veiligheidsregio’s zijn er na 13 jaar (!!) en talloze projecten nog steeds niet in geslaagd om een eigen brandweerstatistiek met betrouwbaar cijfermaterieel te ontwikkelen.

Gelukkig is de Commissie evaluatie Wet Veiligheidsregio’s het gebrek aan betrouwbare sturingsinformatie ook opgevallen en komt de minister op basis van de gezamenlijke bevindingen nu tot het inzicht dat de brandweerkerndata spoedig een kwaliteitsslag behoeft. De VBV heeft hiertoe al een aanzet gegeven met haar bevindingen n.a.v. het door het Veiligheidsberaad uitgevoerde onderzoek brandweerstatistiek en haar recente reactie op het commissiedebat van 27 mei jl. waar de informatievoorziening over de prestaties van de brandweer een prominent onderwerp van gesprek was.

Het voorstel van de minister dat er zal worden gekeken naar het inrichten van een wettelijk kader voor een deugdelijke informatievoorziening t.b.v. de brandweerzorg kan rekenen op onze steun.

Nu de feiten over de 25 brandweerorganisaties ontbreken en inzicht in de ontwikkelingen geboden is, is de VBV zelf gestart met een inventariserend onderzoek.