Search Results for: marcel dokter

Rondetafelgesprek ‘Geweld tegen hulpverleners’

Donderdag 9 februari 2017 was er het Rondetafelgesprek over geweld tegen hulpverleners. Dit gesprek vond  plaats in de Tweede Kamer. “Aan tafel” zaten de vaste Kamercommissie voor Veiligheid en Justitie en de belangenorganisaties van de verschillende hulpdiensten. De VBV werd vertegenwoordigd door onze voorzitter Marcel Dokter (volg hier zijn inbreng). De belangenorganisaties leverden ieder een ‘Position paper’ aan. Zo’n position paper is een brief waarin de betrokken partij van te voren zijn mening en aanbevelingen aangeeft. Op basis hiervan wordt het rondetafelgesprek gevoerd.

Hieronder het position paper van de VBV.

“Geachte leden van de commissie Veiligheid en Justitie,

Rondom de afgelopen jaarwisseling gebeurde dat wat elk jaar wordt herhaald.
Als een soort zwarte pieten discussie begint in november het gesprek over het laakbare
gedrag van burgers die tijdens de jaarwisseling hulpverleners in het nauw brengen.
Politiemensen, ambulancepersoneel en brandweermensen worden belaagd met vuurwerk of
op een andere manier met agressie geconfronteerd. Dit terwijl zij op dat moment op straat
zijn om anderen te helpen.

De politiek veroordeelt dit gedrag en zoekt het antwoord vooral in zwaarder straffen.
Op 1 januari is er de collectieve verontwaardiging. Dan worden maatregelen voor nog meer
lik op stuk beleid aangekondigd. Ook wordt opgemerkt dat het probleem niet door de
politiek kan worden opgelost maar dat het vooral in de opvoeding door ouders en sociale
controle in de lokale gemeenschap moet worden opgelost.
Vervolgens verdwijnt de publieke discussie na een paar dagen uit het nieuws. Daarna hoort
niemand er meer van totdat in november de pers de discussie weer opent en vindt een
herhaling van zetten plaats.

De Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers is blij met uw initiatief om te zoeken naar
oplossingen en wil u vragen om daarbij ons voorstel bij uw overwegingen te betrekken.
Als Vakvereniging behartigen wij de belangen van Vrijwilligers die vaak in hun eigen
omgeving hulp verlenen. Daar komt het voor dat agressie ontstaat waarbij dorpsgenoten
tegenover elkaar komen te staan. Mensen die elkaar kennen of elkaar in ieder geval het
hele jaar tegen kunnen komen. In dat elkaar kennen ligt volgens de VBV een oplossing voor
veel problemen.

In de afgelopen jaren zijn er een aantal vaak niet zo grote plaatsen in ons land waar het in
de nieuwjaarsnacht mis gaat. Plaatsen als Culemborg, Veen, Leiden etc etc komen steeds
weer negatief in het nieuws. Dertig uitrukken tijdens de jaarwisseling in een gemeenschap
met drieduizend inwoners is bizar veel. Helemaal onbegrijpelijk als het werk dan ook nog
onmogelijk wordt gemaakt door de eigen bevolking.
Hulpverleners in plaatsen als Utrecht, Amersfoort, Dodewaard Elim etc etc. voelen zich in
het nauw gedreven en in de steek gelaten omdat de politiek wel verontwaardigd reageert
maar eigenlijk geen maatregelen neemt. Daarom een voorbeeld als “Best practice” van een
gemeente in het land waar wel actief werd opgetreden. Niet alleen met repressief optreden
tijdens de jaarwisseling maar vooral in de driehonderdvierenzestig dagen voor de
jaarwisseling.

In de Gemeente De Ronde Venen (Utrecht) was het ook altijd mis. Vreugde vuren met veel
en vaak heel zwaar vuurwerk dat ook nog richting hulpverleners werd gegooid. Elk jaar leek
het meer, groter en zwaarder te moeten. Totdat in 2012 de nieuwe burgemeester, Maarten
Divendal, verklaarde dit te zullen veranderen.

Als we blijven gedogen dan zijn wij zelf verantwoordelijk voor dat wat gebeurt. Vervolgens
werd in de loop van het jaar iedereen benaderd die betrokken leek bij vreugdevuren en
relletjes. Hen werd de wacht aan gezegd. Als je geen vergunning hebt, dan geen
vreugdevuur. Doe je het toch dan stellen we je aansprakelijk voor de eventuele schade.
Ambtenaren en politiemensen hielden gesprekken met mensen in de dorpen in de aanloop
naar oud en nieuw. Op 31 december was er veel handhaving. Die avond was er geen enkel
vreugdevuur, dus geen opstootjes en dus vooral geen agressie tegen hulpverleners.
Nu vijf jaar later is er sprake van een rustige oud en nieuw en hoefde de brandweer
helemaal niet uit te rukken.

Als voorzitter van de VBV maar vooral als brandweerman die ooit tijdens een onrustige oud
en nieuw een derdegraads brandwond op zijn kuit opliep wil ik u vragen dit actieve beleid in
heel Nederland te organiseren.

Dat vraagt waarschijnlijk in eerste instantie een extra inspanning van Veiligheid en Justitie
voor meer blauw op straat en meer buurtwerk in de aanloop naar de jaar wisseling maar
het levert ongetwijfeld meer rust en veiligheid op voor hulpverleners en burgers in ons land.
Mocht u behoefte hebben aan meer informatie over het concrete voorbeeld of ambtelijke
ondersteuning dan is de Gemeente de Ronde Venen hier graag toe bereid.
Verder zijn wij voor aangifte doen door de Veiligheidsregio van elke vorm van agressie
tegen hulpverleners. Helaas is ons gebleken dat dit tot nog toe in veel Regio’s niet wordt
gedaan. Vaak worden incidenten als onbetekenend afgedaan terwijl dit door individuele
hulpverleners anders wordt ervaren.

Wij zijn van mening dat dit probleem onze gezamenlijke uitdaging is, die wij met elkaar op
kunnen lossen als we met elkaar besluiten dat het genoeg is geweest.
Daar wil de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers graag aan meewerken.

Marcel Dokter
Voorzitter VBV”

 

Wil je de position papers van de andere diensten en bonden ook lezen, dan vind je die hier.

Kerstgedachten 2016

De Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers wenst haar leden, sympathisanten en alle hulpverleners van Nederland hele prettige kerstdagen en daarna een rustige jaarwisseling. Voor 2017 wensen wij u vooral veilige uitrukken toe waarbij we samen uit maar vooral weer samen veilig thuis komen. Juist voor die veiligheid van de hulpverleners in het algemeen en brandweervrijwilligers in het bijzonder heeft de VBV zich in het afgelopen jaar sterk gemaakt. Omdat wij vinden dat veilig thuis komen op de kazerne het richtsnoer moet zijn en blijven van de organisatie van het belangrijke brandweerwerk.

De evaluaties van incidenten laten zien dat er in de chaotische beginfase van de bestrijding van een brand toch vaak veiligheidsrisico’s zijn die door onvoldoende overzicht of te weinig slagkracht niet direct worden onderkend. Ook in 2016 zijn er weer talrijke spannende branden met risicovolle inzetten geweest.

Brandweerpersoneel staat aan grotere risico’s bloot dan de gemiddelde werknemer, aldus de openingszin van een rapport van de Inspectie O.O.V. naar het veiligheidsbewustzijn van brandweerpersoneel uit 2004. Daar viel ook te lezen dat bij de brandweer slachtoffers vielen door het nemen van risico’s tegen beter weten in. De brandweer heeft grote behoefte aan mensen die bereid zijn ten dienste van de in nood verkerende medeburger een of twee stappen verder te gaan. Echter mensen die geen of onvoldoende angst kennen en vrijwel altijd bij een inzet te ver gaan zijn een gevaar voor zichzelf en de groep.

Naar aanleiding van de conclusie van dit rapport was de indringende boodschap: “ De brandweer kan en moet voor de eigen veiligheid veel meer leren van eigen optreden!”. Dit rapport en de indringende boodschap staan voor de VBV juist nu nog recht overeind en het veiligheidsbesef vraagt onze voortdurende aandacht. Daarom hebben wij in 2016 steeds weer aandacht gevraagd voor zaken die volgens de VBV in strijd zijn met dat veiligheidsbesef.

Tegen die achtergrond is het voor ons onbestaanbaar dat er wordt gesproken van een gelijkwaardig niveau van veiligheid wanneer je met twee man (soms zelfs zonder bevelvoerder) in een bestelbus naar een uitslaande brand gaat en daar een binnen aanval uitvoert zonder enige vorm van back up. Ook een onderzoek in dit verband dat aan gegevensverzameling doet zonder waardeoordelen wijzen wij af, omdat ons belangrijkste waardeoordeel is dat het gaat om een onveilig georganiseerde werkwijze. Dus risico’s tegen beter weten in.

De brandweer in Nederland zou met geleerde lessen uit het verleden beter moeten weten.

Ook in het komende jaar zullen wij bij de Tweede Kamer, de Minister van Veiligheid en Justitie, het Veiligheidsberaad en de Raad Brandweer Commandanten aandacht blijven vragen voor dit thema zodat we nu en in de toekomst met elkaar veilig terugkeren op de kazerne.

Daar kunt u ook in 2017 weer op rekenen.

Merry Christmas,

Marcel Dokter

De VBV in actie

MarcelbrandweermanDe VBV in actie

Afgelopen donderdag 10 november was er een Algemeen Overleg van de Vaste Kamercommissie Veiligheid & Justitie met de Minister van dit departement, de heer Van der Steur. In dit overleg stond de brandweer op de agenda en dan met name het onderwerp Uitruk op Maat.

De Minister had ter voorbereiding op dit overleg een Technische Briefing over dit onderwerp georganiseerd. Daarvoor was de VBV helaas niet uitgenodigd. Daarom hebben wij er voor gekozen om de leden van de Tweede Kamer die zich met dit onderwerp bezig houden zelf te informeren over onze standpunten over brandweerzorg en Uitruk op Maat.

Daarna zijn wij door een aantal van die Kamerleden uitgenodigd om onze standpunten te verduidelijken in een persoonlijk gesprek. Omdat wij hoorden dat tijdens de Technische Briefing ook nog werd gesuggereerd dat de VBV betrokken is bij het onderzoek van een aantal regio’s naar dit onderwerp, hebben wij besloten om nog eens duidelijk te maken dat wij hierbij niet betrokken zijn en dit in de huidige vorm ook niet willen zijn vanwege het ontbreken van een duidelijk en eenduidig fundament onder het onderzoek. Daarom is het volgens de VBV onmogelijk om tot een betrouwbaar onderzoeksresultaat te komen.

Zo ontstaat een op drijfzand gebaseerd luchtkasteel en daar willen wij absoluut geen medewerking aan verlenen. Dat past niet bij een onderwerp over veiligheid. Wij hebben in de gesprekken met de Kamerleden de belangen van de (vrijwillige) brandweermensen verdedigd. Wij vinden het onveilig om met twee man in een bestelbus met weinig water naar een brandend woonhuis te rijden en daar te starten met het brandweerwerk terwijl de Tankautospuit met aanvulling pas vijf tot tien minuten later ter plaatse komt.

Hoewel de onderzoekers betogen dat de veiligheid is geborgd hebben wij laten zien dat dit in de praktijk echt anders is. Wij vinden dat zo een uitrukprocedure feitelijk het onveilig organiseren van ons risicovolle werk betekent. Alle mooie volzinnen ten spijt is dat het gevolg van Uitruk op Maat. In het onderzoekskader wordt gesproken over dit soort uitrukvoorstellen bij kleinere incidenten maar het wordt in de praktijk in een aantal regio’s ook gebruikt bij woningbranden en zelfs bij uitrukken naar verzorgingstehuizen komt het voor dat de SIV met twee man als eerste voor de deur staat. Behalve dat wij dit onveilig vinden is het ook in strijd met de wettelijke bepalingen.

Tijdens het Algemeen Overleg hebben wij gemerkt dat bijna alle politieke partijen onze zorgen heel serieus nemen en de Minister hebben gevraagd om hier helderheid over te verschaffen. Uiteraard is de VBV bereid om mee te denken naar oplossingen voor dit vraagstuk. Wij zijn voor vernieuwing en verfijning van het aanbod van de brandweer dienstverlening aan onze samenleving. Voorwaarde is dan wel dat hierbij de veiligheid voor de burger en alle brandweermensen voorop staat. Bij de gekozen oplossingen van Uitruk Op Maat is dat volgens ons absoluut niet zo! Daarom kwam de VBV in actie en dat zullen wij blijven doen. Daar kunt u op rekenen.

Marcel Dokter.

Download en lees hier onze ingebrachte standpunten:

 

Technische briefing Uitruk op Maat

Tweede Kamer der Staten-Generaal
Ter attentie van de Vaste Kamercommissie Veiligheid en Justitie
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Datum           : 7 november 2016
Onderwerp   : Aanvullende info Technische briefing 1 november jl.

Geachte leden van de vaste Kamercommissie Veiligheid & Justitie, beste Kamerleden,

Op verzoek van uw commissie heeft de minister van VenJ op 1 november jl. een technische briefing georganiseerd over de brandweer, in het bijzonder het onderwerp ‘Uitruk op Maat’.

In het overleg ‘betrokkenheid werkvloer’ van 3 november jl. is door de voorzitter van Brandweer Nederland en de portefeuillehouder brandweer van het Veiligheidsberaad een korte terugkoppeling gegeven van deze technische briefing. Daarbij hebben wij onze verbazing uitgesproken over het feit dat wij, noch de vakorganisaties voor deze briefing een uitnodiging ontvangen hebben. Dat mag bij dit onderwerp overigens wel als typerend worden beschouwd.

Misverstand
Ook nu blijkt er sprake van een groot misverstand over de ‘betrokkenheid en inbreng van de VBV’ bij het landelijk kader ‘Uitruk op Maat’ en de opvolging ervan. Voor alle duidelijkheid:  Die is er niet.
Om deze misverstanden uit de wereld te helpen is in voornoemd overleg door de VBV nog eens een heldere uiteenzetting gegeven over de situatie vanaf het moment van het her-clausuleren van artikel 3.1.5. van het Besluit veiligheidsregio’s in 2010 tot en met heden. Verwijzend naar artikel 3.1.5. en de nota van toelichting, zetten wij deze feiten voor u graag nog een keer op een rij:

Project Variabele voertuigbezetting
In tegenstelling tot de wens van de Kamer en de minister zijn de vakorganisaties en de VBV niet betrokken bij de start van het ‘project Variabele Voertuigbezetting’ in 2011. Nadat dit onder grote druk uit uw Kamer, gesteund door een kritisch tussenrapport van de Inspectie, alsnog werd afgedwongen, werden tegen de afspraken in de (kritische) kanttekeningen van de werkvloer niet meegewogen in de rapportage. Dit heeft ertoe geleid dat de vakorganisaties en de VBV op 11 april 2012 formeel afstand hebben genomen van de project-resultaten. De standpunten van de bonden en de VBV zijn vervolgens opgenomen in een ‘naschrift’ in de rapportage over het project Variabele voertuigbezetting. Om alsnog de werkvloer bij het onderwerp te betrekken en de verbinding met de brandbestrijding te maken, heeft de VBV verdiepend onderzoek uitgevoerd, dan wel uit laten voeren. De resultaten ervan vormden mede de bouwstenen voor een onderzoek van het WODC, zoals aangekondigd door de minister van VenJ in zijn brief aan de Kamer (29517, nr.66).

WODC onderzoek
Dit WODC onderzoek leidde echter niet tot een eenduidig kader waarmee de effecten van variabele voertuigbezetting in kaart kunnen worden gebracht. Integendeel zelfs; het zette de deur wagenwijd open voor een wildgroei aan ‘pilots en experimenten’ in het land. De VBV heeft daarom de resultaten naast zich neergelegd en is vervolgens uit de klankbordgroep gestapt. Ook kwam aan het licht dat de projectleider van het WODC onderzoek, gelijktijdig ook projectleider was en daarmee direct betrokken was bij de opzet en invoering van het concept “TS2+TS4=TS6” in de regio Gooi en Vechtstreek en de invloed uit deze regio op de resultaten van het WODC onderzoek als buitenproportioneel bestempeld mochten worden. Dit riekt naar belangenverstrengeling en is evident in strijd met de verklaring van wetenschappelijk onafhankelijkheid zoals vereist is voor WODC onderzoek.

Landelijk kader ‘Uitruk op Maat’
In het kielzog van deze constateringen werd het ‘Landelijk kader uitruk op maat bij brand’ op 19 september 2014 plots als ‘hamerstuk’ opgevoerd in de vergadering van de Regionaal Brandweer Commandanten (RBC) en vervolgens op 28 november 2014 vastgesteld in het Veiligheidsberaad. Dit ‘kader’ stelt echter nauwelijks grenzen aan de vrije interpretatie en kwam wederom tot stand zonder enige inbreng van de vakorganisaties en de VBV. Wij hebben daarom dat kader objectief laten analyseren door een materiedeskundige. Zijn conclusies laten aan duidelijkheid niets te wensen over. Dat geldt ook voor het feit dat ondernemingsraden in de betrokken veiligheidsregio’s overwegend negatief hebben geadviseerd op de afwijking van de voertuigbezettingen en daaraan gerelateerde uitrukvarianten. Uiteraard hebben wij deze waarnemingen en onze opvattingen daarover gedeeld met het Veiligheidsberaad.

Dialoog
In plaats van deze zorgelijke ontwikkelingen een halt toe te roepen werd de oplossing gezocht in een “dialoog” tussen werkvloer en bestuur/management. Deze “dialoog” heeft tot op heden niet geleid tot veranderingen, integendeel; al onze inspanningen ten spijt blijkt er nog steeds geen eenduidige landelijke regie, ontbreken objectieve inzet-evaluaties, laat staan dat er sprake is van uniforme les- en leerstof en inzetprocedures voor afwijkende voertuigbezettingen. Het verhullen van deze feiten maakt een onderling vergelijk lastig, zo niet onmogelijk en schept geen basis voor vertrouwen.

Om deze reden zien wij geen rol voor de VBV in het project ‘Gegevensverzameling ‘Uitrukken op maat’. Dit hebben wij de projectleider, dhr. Jongerden, in april 2016 schriftelijk medegedeeld en hem daarbij ook geattendeerd op het grote belang dat wij hechten aan de resultaten van de ‘QuickScan’ van de Inspectie VenJ naar het inzetsysteem met een SIV en een TS4 in de regio Gooi en Vechtstreek. Dhr. Jongerden was overigens verantwoordelijk voor de implementatie van dit omstreden inzetsysteem. Inmiddels is bekend dat de Inspectie om onduidelijke redenen ervoor kiest om publicatie van de onderzoeksresultaten uit te stellen tot de zomer van 2017. Wij hebben de minister en de Inspectie verzocht om de resultaten alsnog te publiceren en tot handhaving van de wettelijke bepalingen over te gaan.

Voorstellen
Wij hebben eerder onze ideeën over de toepassing van afwijkende voertuigbezettingen met de minister en het veld gedeeld. Echter; onze voorstellen vinden  geen gehoor en worden structureel genegeerd. Maar in tegenstelling tot de uitgangspunten in het landelijk kader ‘Uitruk op Maat’, kunnen onze ideeën leunen op wetenschappelijke onderbouwingen en op internationaal geaccepteerde uitgangspunten zoals die in de NFPA 1710 (het normeringsinstituut brandveiligheid c.a. van de USA) en de Duitse “Qualitätskriterien für die Bedarfsplanung von Feuerwehren” zijn opgenomen.

Maar de politiek/bestuurlijke drang om de wettelijke bepalingen voor voertuigbezettingen en opkomsttijden naar de prullenbak te verwijzen blijkt sterker. Dat de minister en zijn Inspectie Veiligheid en Justitie in dat streven de veiligheidsregio’s telkens de ‘helpende hand’ reikt, onze bedenkingen negeert en ons dan ook nog eens uitsluit van een technische briefing over het onderwerp, gaat ons begrip verre te boven.

Samengevat:
De besluitvorming over de inzet van afwijkende voertuigbezettingen ademt in hoge mate een sfeer van machtsmisbruik, manipulaties en intimidatie. Daarnaast is het opmerkelijk dat de minister een ‘Technische Briefing’ organiseert die wordt verzorgd door mensen die (m.u.v. de voorzitter van Brandweer Nederland) niet worden gehinderd door enige praktijkervaring.
Op basis van deze waarnemingen nemen wij nadrukkelijk afstand van ontwikkelingen die (aantoonbaar) onze brandweermensen en burgers onnodig in gevaar brengen. Dat betekent ook  dat wij nadrukkelijk afstand nemen van het landelijk kader ‘Uitruk op Maat’. De door de minister gewenste ‘landelijk gedeelde opvatting’ over afwijkende voertuigbezettingen, is daarmee verder weg dan ooit.

Wij sluiten af met het verzoek aan uw commissie om een Technische briefing vanuit het perspectief van de werkvloer te mogen verzorgen.

Met vriendelijke groeten en in afwachting van uw reactie.

Namens de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers.

Marcel Dokter
voorzitter

Tel. 06-51272859
E-mail: marcel.dokter@brandweervrijwilligers.nl

Algemeen Overleg – 10 november 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal
Ter attentie van de Vaste Kamercommissie Veiligheid en Justitie
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Datum           : 31 oktober 2016
Onderwerp   : Algemeen Overleg Nationale veiligheid, crisisbeheersing en brandweerzorg

Geachte leden van de vaste Kamercommissie Veiligheid & Justitie, beste Kamerleden,

Graag willen wij in deze reactie inhaken op enkele onderwerpen in de brief van de Minister van Veiligheid en Justitie (29517, nr.117) met betrekking tot de agenda voor het komend AO Nationale veiligheid, crisisbeheersing en brandweerzorg van 10 november aanstaande. Verwijzend naar het opmerkelijke en tevens zorgwekkende verschil tussen de bevindingen van de Inspectie Veiligheid en Justitie (hierna: Inspectie VenJ) van december 2015 en die van de Commissie Demmers van maart 2016 met betrekking tot de situatie in de veiligheidsregio Zeeland (hierna: VRZ), vragen we eveneens uw aandacht voor de kwaliteit van het toezicht op de veiligheidsregio’s zoals beoogd in paragraaf 14 van de Wet veiligheidsregio’s.

Gelukkig is er ook reden tot optimisme en kijken we tevreden terug op het vorige AO. Verschillende onderwerpen die de Vrijwilligers raken zijn daar immers met onze én uw inbreng geadresseerd, besproken en/of inmiddels ten uitvoer – of in beweging gebracht. Wij denken daarbij aan het ‘Steunpunt Brandweer’ en de aanzet voor een landelijk onderzoek naar brandweerpersoneel en brandweerdata. Het is goed om te vermelden dat de VBV daarbij in de stuur- en begeleidingsgroep betrokken is en daarmee de positie van de Vrijwilligers geborgd. Dat geldt overigens ook voor onze betrokkenheid bij de tweede tranche herziening Besluit veiligheidsregio’s en Besluit personeel veiligheidsregio’s. Spijtig is alleen dat wij onze inbreng telkens uit eigen middelen moeten bekostigen terwijl Brandweer Nederland rijkelijk kan putten uit subsidies.
Een reden te meer om trots te zijn op onze onafhankelijke positie en de betrouwbaarheid van onze vakinhoudelijke inbreng, vormgegeven met de veelzijdige kennis en kunde uit onze achterban.

Onderzoek Inspectie VenJ
Die trots verbleekt terstond bij het kennisnemen van de verbijsterende conclusies van de Commissie Demmers, die – na verschillende meldingen van klokkenluiders – begin dit jaar ‘verkennend onderzoek’ deed naar de werkverhoudingen in de VRZ. De constatering dat exorbitant hoge bedragen zijn besteed aan de inhuur van externen (kennelijk toucheerde een van hen ruim € 700.000,- in twee jaar) is, met het oog op de bezuinigingen op de brandweerzorg, schokkend te noemen. Andere conclusies zoals bijvoorbeeld; “het secundaire proces (bedrijfsvoering) lijkt het primaire proces te zijn geworden.” “De hele organisatie lijkt vooral geld-gestuurd in plaats van inhoud-gestuurd, Brandweer is positioneel gemarginaliseerd. De paraatheid van de brandweer is sterk beperkt.” staan in schril contrast met die van de Inspectie VenJ, die slechts 3 maanden eerder een geheel ander beeld van de situatie had. Dat roept grote vraagtekens op over de kwaliteit en onafhankelijkheid van het onderzoek door de Inspectie VenJ.

Diezelfde vraagtekens hebben wij al eerder geplaatst en doen dat nadrukkelijk nog eens bij het plan van aanpak voor het aangekondigde landelijk onderzoek naar de kwaliteit van de repressieve brandweerzorg.
Verrassend en tot grote verbazing van het brandweerpersoneel, dat nu meer dan een jaar moet wachten op de onderzoeksresultaten, ziet de Inspectie VenJ ineens geen aanleiding om de resultaten van het onderzoek in de regio Gooi en Vechtstreek naar buiten te brengen. Dat vinden wij onbestaanbaar. Juist omdat de regio Gooi en Vechtstreek handelt in strijd met de (wettelijke) regels en met haar afwijkende uitruksysteem burgers en brandweerpersoneel aantoonbaar in gevaar brengt.

Vrijwilligersbeleid Brandweer & afnemende paraatheid
Het vinden, binden én blijven boeien van Vrijwilligers vraagt aandacht. Na de oplevering van onze ‘Visie op Vrijwilligheid’ in 2013 is de implementatie ervan in veel regio’s gestrand in schone voornemens. Daarom zijn we blij dat de minister – via het Veiligheidsberaad – nogmaals aandacht vraagt voor het ‘Vrijwilligersbeleid Brandweer’, met name als het gaat om werkgevers te stimuleren om werknemers de gelegenheid te bieden als Brandweer Vrijwilliger actief te zijn. De minister kan echter – als stelselverantwoordelijke – hierin ook zelf een prominentere rol vervullen door bijvoorbeeld middelen beschikbaar te stellen voor een landelijke wervingscampagne. Wij hebben daar concrete en heldere ideeën over en zien deze graag gerealiseerd.

Dat een nieuwe impuls hard nodig is mag blijken uit een verminderde beschikbaarheid van vrijwilligers op diverse plekken in het land. Dit leidt in toenemende mate tot paraatheidsproblemen waardoor de primair benodigde slagkracht bij maatgevende incidenten niet meer is geborgd. De standaard oplossing wordt meestal gezocht in minder mensen op een brandweerauto. Hoe veilig, effectief en efficiënt dat is blijft zelfs na jaren van experimenteren en tientallen ‘pilots’ met afwijkende voertuigbezettingen nog steeds in nevelen gehuld. Dat vijf jaar na de aanbevelingen in de tussenrapportage van de Inspectie VenJ over ‘Uitruk op Maat’ in de opvolging ervan nog gestart moet worden met het verzamelen van gegevens, en dat niet in elke regio op een identieke wijze gebeurt, vervult ons met zorg. Er zijn immers niet alleen prullenbakbranden.

Het contrast wordt nog groter als we nog eens goed kijken naar de benodigde slagkracht bij maatgevende branden die is opgenomen in internationaal erkende standaards zoals de NFPA 1710 en de kwaliteitscriteria bij onze oosterburen. Onze publicatie ‘Bestrijdbaarheid wettelijke branden’ wijkt daar niet zoveel van af.

Financiën veiligheidsregio’s
Brandweer Vrijwilligers begrijpen niet dat bezuinigingen vooral op lokale kazernes lijken neer te dalen en aan de stafafdelingen meestal voorbij lijken te gaan. Wij vinden het ronduit beschamend dat er grote sommen geld worden besteed aan de inhuur van externen, aan talloze onbeduidende projecten en de bedrijfsvoering. Dat lijkt ten koste te gaan van de uitvoering van de primaire taak, de hulp aan de burgers (volle kantoren – lege kazernes).

De stijgende trend in het aantal (miljoenen) branden, het aantal slachtoffers, de verminderde beschikbaarheid van Vrijwilligers en het gebrekkige toezicht op de handel en wandel in sommige veiligheidsregio’s, brengt ons bij de prangende vraag hoe de minister de ‘steun in de rug’ van de Algemene Rekenkamer heeft vertaald. Het Rijk heeft immers nog steeds de verantwoordelijkheid om zorg te dragen voor een parate organisatie die in geval van branden, rampen en crises in staat is adequaat op te treden.

Tot slot
Wij zijn gaarne bereid om over het bovenstaande een toelichting te geven en wensen u een constructief overleg met de minister tijdens het komende Algemeen Overleg.

Met vriendelijke groeten en in afwachting van uw reactie.

Namens de Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers.

Marcel Dokter
voorzitter

Tel. 06-51272859
E-mail: marcel.dokter@brandweervrijwilligers.nl

Klik hier om te openen

Lorem ipsum dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Donec at hendrerit ipsum. Nullam tincidunt tortor pulvinar sem sagittis fermentum.

De VBV laat van zich horen

MarcelbrandweermanDe VBV laat van zich horen

Moet een vakvereniging zoals de VBV ook aan de bel trekken op het moment dat zich een incident voordoet waar slachtoffers bij vallen?
In deze bijdrage wil ik u uitleggen waarom wij als bestuur die vraag met ja beantwoorden.
De VBV is bezorgd over de ontwikkelingen bij de brandweer en die zorgen benoemen wij steeds als volgt.
Tot en met 2013 was de brandweer gemeentelijk georganiseerd. De Vrijwilligers waren zeer betrokken bij hun eigen organisatie en de repressieve dienst was de kerntaak van die organisatie.
Nu is de brandweer regionaal georganiseerd. Beleid wordt steeds vaker ver weg van bovengenoemde Vrijwilligers gemaakt, ingezet en doorgevoerd zonder dat zij betrokken zijn. Hierdoor ontstaat afstand en neemt de betrokkenheid van de Vrijwilligers af.

De bezuinigingen van de laatste jaren zijn een logisch gevolg van de economische crisis die ook ons land raakte. Vrijwilligers begrijpen dat. Wat Brandweer Vrijwilligers niet begrijpen is dat het lijkt dat bezuinigingen vooral op lokale kazernes neerdalen en de stafafdelingen voorbij gaan. (Volle kantoren – lege kazernes).

De bezuinigingen op voertuigen hebben ook personele gevolgen. Een blusvoertuig minder betekent al snel dat de kazerne terug gaat van 25 – 30 personen naar 18. Dit terwijl het overdag vaak al moeilijk is om voldoende brandweermensen paraat te hebben. Hiervoor lijkt geen aandacht te zijn. De oplossing wordt gevonden in uitrukken met minder mensen.

De afgelopen jaren zijn tal van experimenten ingezet op gebied van voertuigbezetting. We gaan inmiddels op sommige plaatsen in het land met twee man op stap in plaats van zes. Zo kan sneller worden uitgerukt en voldoet de brandweer gemakkelijker aan de wettelijke opkomstnorm van acht minuten. Als er sprake is van een prullenbakbrand dan wordt er op tijd geblust. Grote probleem is dat je met twee man eigenlijk niets kunt uitrichten bij een serieuze brand.

Bij de brandweer is sprake van collectief geheugenverlies. De leidraad schrijft voor wat nodig is, binnen welke tijd, bij een brand waarbij personen betrokken zijn. Hiervoor zijn twee tankautospuiten, een redvoertuig en een officier van dienst nodig (middelbrand).
Onlangs werd dit in Duitsland, onderbouwd door onderzoek, door de commandanten herbevestigd. In Nederland wordt nu alleen nog gesproken over een tankautospuit met zes man bij een woningbrand. Zo lijkt het er op dat we de brandweer in Nederland organiseren voor prullenbakbranden.
De VBV vindt dat de brandweer er is als laatste vangnet als alle veiligheidsvoorzieningen hebben gefaald en een snel en robuust optreden noodzakelijk is.

Over deze ontwikkelingen bij de brandweer geeft de VBV steeds gevraagd en ongevraagd haar mening. Want wij vinden dat de kwaliteit van de dienstverlening in het geding is.
Tenslotte betogen wij dat dit gevolgen heeft voor de veiligheid van brandweermensen en burgers.
De VBV kiest er als de belangenbehartiger van alle (Vrijwillige) brandweermensen voor om die veiligheidsrisico’s juist ook te benoemen als het mis is gegaan en er slachtoffers vallen tijdens – of door het bestrijden van brand.
Vooral als de veiligheidsregio in kwestie direct, of na kort eigen onderzoek, verklaart dat het werken volgens de “oude vertrouwde werkwijze” geen ander resultaat zou hebben opgeleverd.
Juist dan stelt de VBV kritische vragen. Niet om ons gelijk te halen maar om de veiligheid van burgers en brandweerpersoneel centraal te stellen. Dit zullen wij blijven doen, nu en in de toekomst. Daar kunt u ons aan houden.

Marcel Dokter

Luctor et Emergo

MarcelbrandweermanSinds een paar dagen staat de veiligheidsregio Zeeland weer volop in de schijnwerpers.

Dit keer niet vanwege de Zeeuwse TS of de sluiting van kazernes. Dit keer gaat het over Zeeuwse bestuurders die elkaar de maat nemen over de rol – en het functioneren van de directeur van de Zeeuwse Veiligheidsregio.

Hoewel de VBV zeker niet verbaasd is over de pijnlijke situatie die nu duidelijk wordt, vinden wij dit wel het moment om het op te nemen voor de Brandweer Vrijwilligers in Zeeland.

Als belangenbehartiger van deze groep betrokken burgers roepen wij de bestuurders van Zeeland op om per direct orde op zaken te stellen. De veiligheid van de burgers en brandweermensen in uw Provincie is in het geding. Daarom ons dringend pleidooi:

“Geef de Zeeuwse brandweer de mogelijkheden om goed te functioneren”.

Maak alstublieft een einde aan eigen normen, afwijkende voertuigen, afwijkende inzetprocedures. Luister naar de mensen die bereid zijn om op elk willekeurig moment van de dag of nacht alles te laten vallen om anderen te gaan helpen.
Zij verdienen uw steun en respect.

In de afgelopen twee jaar hebben wij keer op keer gewaarschuwd voor de afbraak van de veiligheid in Zeeland. Vaak omkleed met mooie woorden werd in tal van beleidsvoornemens langzaam maar zeker toegewerkt naar een organisatie die eigenlijk niet meer robuust genoeg is om adequate hulp te verlenen bij maatgevende incidenten.

Daarom hebben wij gemeenteraden, burgemeesters, de Commissaris van de Koning, leden van de Tweede Kamer, de minister van Veiligheid & Justitie en zijn Inspectie telkens weer gevraagd om op te treden en verantwoordelijkheid te nemen.
Helaas gebeurde er niets tot het rapport van mevrouw Demmers in de openbaarheid verscheen. Hoewel het er niet mooi uit ziet is dit wel een kans voor Zeeland.

Als vanaf vandaag wordt gewerkt aan een nieuwe start. Als u het vertrouwen geeft aan de Brandweer Vrijwilligers van Zeeland, dan kan deze prachtige organisatie zich herstellen. Dan kan weer worden gedaan wat nodig is. Burgers in nood de helpende hand toesteken als zij dat nodig hebben.

Daar roepen wij alle bestuurders van Zeeland toe op.

Marcel Dokter.

Lees hier onze berichten over de VR Zeeland:
Wie licht gelooft, wordt licht bedrogen!
Onacceptabele Brandweerzorg!

De brandweer staat op scherp

MarcelbrandweermanDe brandweer organisatie in Nederland kent veel verschijningsvormen. Van volledig beroeps met 24 uur kazernebezetting tot volledig vrijwillig met vrije instroom bij alarmering. Daar tussen zitten verschillende vormen met meer of minder beroepsbezetting.

Voor de burger in Nederland is dat verschil nauwelijks zichtbaar. Zo heb ik vaak mensen in mijn dorp gesproken die al jaren vlakbij de kazerne wonen en vol verbazing ontdekken dat er geen mensen op die kazerne zijn.

Hoe is het dan mogelijk dat de brandweer altijd zo snel, vakkundig en doeltreffend is?

Die uitstraling van dezelfde organisatie in het hele land met een prachtige reputatie van hulpvaardigheid en vakmanschap is iets waar wij trots op zijn en dus moeten koesteren.

In de organisatie loopt ook van alles door elkaar. Vrijwilligers doen ook 24 uurs beroepsdiensten bij tekorten op kazernes in steden en veel beroepsbrandweermannen zijn vaak als vrijwilliger begonnen en blijven dat.

Zo is er onderling respect voor elkaar en versterken beide groepen elkaar door het uitwisselen van kennis en ervaring. Dit is volgens de VBV een groot goed waar we met elkaar heel zuinig op moeten zijn.

In het afgelopen jaar zijn de beroepscollega’s in gesprek met de werkgever over het FLO (Functioneel Leeftijd Ontslag) overgangsrecht niet tot een akkoord gekomen. Hierdoor is recent een arbeidsconflict ontstaan en ziet het er naar uit dat er acties gevoerd gaan worden.

Voor de buitenwereld zal het er dus uitzien dat “De Brandweer” actie voert.

Zij zien immers geen verschil.

De vakbonden van beroepspersoneel hebben de VBV opgeroepen solidair te zijn. Zij vrezen dat de werkgever vrijwilligers zal gaan inzetten om acties van beroepscollega’s te doorbreken.

Hoewel geen partij  in dit conflict en overtuigd dat Brandweer Vrijwilligers niet “op de barricade” willen, is het toch nodig om een statement te maken.

Het doorbreken van acties door Brandweer Vrijwilligers zal de verhoudingen binnen de brandweer in Nederland voor langere tijd ernstig onder druk zetten. Wij denken dat de organisatie daarmee grote schade op zal lopen. Wij hebben dus allemaal veel te verliezen.

Juist daarom zijn wij solidair met onze beroeps collega’s en hebben wij onze leden opgeroepen geen werk te doen dat door acties van collega’s is stil gelegd.

Tenslotte hebben wij in brieven aan het Veiligheidsberaad (burgemeesters), RBC (Raad van Brandweercommandanten) en de vakbonden een oproep gedaan om toch in constructief overleg te komen tot een doorbraak van de ontstane impasse. Deze brieven zullen wij maandag 27 juni op onze website plaatsen.

Laten we er met elkaar voor zorgen dat wij onze prachtige reputatie behouden en dat de onderlinge verhoudingen niet verzuren.

 

Marcel Dokter.

Herdenken

 

monumentAfgelopen zaterdag  werd in Arnhem bij het Nationaal Brandweermonument voor de vijfde keer stilgestaan bij alle brandweer collega’s die bij het uitoefenen van onze grote passie het grootste offer hebben gebracht.

Tijdens deze bijeenkomst werden hun namen voorgelezen. Zo zullen wij ons altijd herinneren en nooit vergeten.

Het is mooi dat wij elk jaar stil staan bij mensen die het leven lieten om anderen te helpen. De aandacht voor de nabestaanden van deze helden is echt van groot belang.

De Minister van Veiligheid en Justitie  de heer Van der Steur sprak mooie woorden over de brandweer en voor de nabestaanden. Ook de voorzitter van het Veiligheidsberaad mevrouw Faber sprak over de brandweer slachtoffers en dat het goed is om te herdenken. De voorzitter van Brandweer Nederland Stephan Wevers citeerde uit een gedicht dat ging over een brandweerman die niet meer terug kwam.

Daarna vertelde Rob van Kesteren, bevelvoerder uit Haarlem, zijn verhaal over de brand in de Koningskerk in Haarlem waarbij drie collega’s om het leven kwamen.

Juist zijn persoonlijke woorden over verdriet, onbegrip en frustratie raakten mij enorm. Dat hij net voorbij die plek was gelopen voordat de muur bezweek. Over zijn gevoelens naar zijn directe omgeving en zijn collega’s. Het maakte de risicovolle keerzijde van de brandweer passie zeer treffend duidelijk.

Toen hij sprak over de film “Wij komen er aan” waar steeds wordt herhaald “het is niet gevaarlijk, als je maar weet wat je doet” raakte mij dat heel erg.

Ooit kroop ik bij een brand door het oog van de naald. Toen ik weer heelhuids buiten stond vroeg ik me pas af; “waarom deed ik dit eigenlijk”.

Juist dit nadenken over de risico’s is een extra reden om deze herdenking te blijven organiseren. Als we ons bewust zijn van de uiterste consequentie van het soms bijzonder risicovolle brandweer werk, dan kan het helpen zorgen dat er geen nieuwe namen van brandweermensen op het monument komen.

Dit bedacht ik mij toen ik in de rij stond om het bloemstuk namens de VBV voor het monument te leggen. Terwijl de woorden Amazing Grace, voortreffelijk gespeeld door de Gemert Firebrigade Pipes & Drums, nog naklonken in mijn hoofd.  Toen keek ik naar het monument. Zocht de namen van de jongens van de Cindu en de duiker uit Utrecht. Brandweer vrienden waar ik ooit mee oefende.

Voor altijd in onze gedachten…………

 

Marcel Dokter.

De wondere wereld van de VBV

MarcelbrandweermanDe Vakvereniging Brandweer Vrijwilligers heeft mijn hobby als brandweerman wel een hele bijzondere wending gegeven. Vanaf de oprichtingsvergadering ben ik lid van de VBV. Ik werd lid omdat ik al twintig jaar Vrijwillig brandweerman was maar mij totaal niet herkende in de uitingen van de branchevereniging van de brandweer. Het ging altijd over multi en USAR, over managers van van alles en nog wat maar nooit over ons. Nooit over de Vrijwilliger in de kazerne in een dorp ergens in Nederland.

Dus toen ik hoorde van de VBV met de lokale vrijwilliger centraal, dacht ik daar word ik lid van. Samen met mijn brandweer vriend Dennis ging ik naar de oprichtingsvergadering in Leusden en was enthousiast omdat we er allemaal mensen tegenkwamen zoals wij. Brandweer Vrijwilligers uit alle delen van het land. Wel nam ik me voor om alleen maar lid te worden en verder niks.

Een paar jaar later deed ik mee aan een onderzoek naar agressie tegen hulpverleners en werd uiteindelijk toch bestuurslid van de VBV.

Ruim twee jaar geleden werd ik door Cees van Beek gevraagd hem op te volgen als voorzitter en daar heb ik ja tegen gezegd.

Zo kwam ik in een hele andere brandweerwereld terecht. De wereld van de Tweede Kamer, De Minister van VenJ, burgemeesters en ambtenaren die zich ook bezig houden met de brandweer. In die wereld probeer ik als eenvoudig Vrijwilliger uit Wilnis het verhaal van “de Brandweer Vrijwilliger” te vertellen. Duidelijk maken waarom je om half drie ’s nachts je bed uit vliegt terwijl je de volgende morgen om zeven uur gewoon weer moet gaan werken. De passie voor het brandweerwerk en de saamhorigheid of broederschap van de kazerne. De Vrijwillige Brandweer dus. Dat die vrijwilligheid moet worden gekoesterd omdat het de samenleving versterkt.

In de afgelopen week had ik daarvoor een gesprek met een lid van de Tweede Kamer terwijl ik op weg was naar een mannen weekend in de Ardennen.

De daaropvolgende maandag werden wij ontvangen op het Ministerie van Veiligheid en Justitie voor een gesprek met de Minister. Zijn boodschap aan ons: Vrijwilligers zijn wel heel erg huiverig voor verandering. Ons antwoord: de meeste voorstellen voor vernieuwing zijn in feite bezuinigingen die vaak  ten koste van de veiligheid van Brandweer Vrijwilligers en burgers gaan. Wij hebben de minister dan ook geadviseerd om zich bij zijn mening niet alleen te baseren op de mooie verhalen van individuele veiligheidsregio’s.

Ook zijn wij op bezoek geweest bij de Inspectie Veiligheid en Justitie. Ook daar ging het vooral over de veiligheid van brandweermensen bij afwijkende voertuigbezetting. Wij hebben de Inspectie opgeroepen om zich niet alleen te baseren op de rapportages van de veiligheidsregio’s maar vooral zelf te inspecteren. Wij hebben onze grote zorg uitgesproken over het doen van een binnen aanval door de bemanning van een SIV 2 zonder enige vorm van back up. Daarbij richt onze kritiek zich niet op de brandweermensen die dit gevaarlijk werk doen maar op de bestuurders en managers van de veiligheidsregio’s die het werk op deze manier organiseren.

Tenslotte was er contact met professor mr. Pieter van Vollenhoven die in januari duiding gaf aan de uitkomsten van het onderzoek bij de brandweer door EenVandaag. Wij hebben hem bedankt dat hij de zorgen van de brandweermensen heeft benoemd en gevraagd of hij ons wil adviseren hoe wij het beste de standpunten van de VBV onder de aandacht kunnen brengen. Zodat de belangen van de Brandweer Vrijwilligers optimaal worden behartigd.

Nooit gedacht dat ik als Vrijwillig brandweerman uit Wilnis in deze wondere wereld terecht zou komen. Toch ben ik er van overtuigd dat de VBV op deze manier de belangen van haar leden en daarmee eigenlijk alle Vrijwilligers een goede dienst bewijst. Daar gaan we dus in de komende tijd zeker mee verder. Daar kunt u op rekenen!

 

Marcel Dokter.